Jaarlijks worden jonge ooievaars geringd voor onderzoek. Ooievaars uit Westbroek zijn waargenomen in Frankrijk en Spanje.
Jaarlijks worden jonge ooievaars geringd voor onderzoek. Ooievaars uit Westbroek zijn waargenomen in Frankrijk en Spanje.

Gevleugelde gedachten over ooievaars

Algemeen

Ondanks het feit dat sociale contacten van de Nederlandse bevolking momenteel 'op afstand' plaats vinden, zet de lente flink in voor alle vogelsoorten. Trekvogels maakten lange reizen om hier te kunnen nestelen. Vooral de ooievaars vallen hierin op vanwege hun omvang en contrasterende kleuren. Oude nesten worden opgeschud en aangevuld met lange takken en hooi. Nieuwe nesten worden gecreëerd, maar de grote vogels worden niet overal met open armen ontvangen.

Sinds lange tijd is de ooievaar in Westbroek een jaarlijks terugkerende dorpsgenoot. In zijn boek ‘Uit het grijs verleden naar het heden’ beschrijft Gijs Masmeijer wetenswaardigheden die hij tegenkwam in het kerkarchief van de Nederlands Hervormde kerk van Westbroek . De heer Masmeijer had toegang tot dit archief in zijn functie van ouderling. Hij schrijft over het jaar 1728: ‘En dan prijkte er op het koor der kerk een ooievaarsnest. De leidekker Salomon de Jouwe had er een wagenwiel opgebracht, zodat de eibers de vreugde op het kerkplein konden vergroten door hun geklepper. De kerkmeester Pieter de Jong had er dan toch maar 3 gulden en 4 stuivers voor over gehad om het zover te krijgen’. Vorig jaar, zo’n 300 jaar later, werd juist op last van de leidekker het ooievaarsnest verwijderd van het koor van de kerk.

Ooievaar, lepelaar, takkendief,

brengt een kindje in de wieg.

Schat

Ooievaars worden al eeuwenlang bijzondere eigenschappen toegedicht. In geschriften uit de 12e eeuw komt de naam ‘adebar’ voor, wat ‘schatdrager’ betekent, ‘die met geluk komt’. Zo wordt hij in verband gebracht met de geboorte van baby’s. Gediplomeerde kraamzusters kregen zelfs een speld waarop een ooievaar was afgebeeld. Ook in Westbroek werd een baby in 1953 nog door de ooievaar gebracht. Twee kinderen vroegen bij de geboorte van hun zusje hoe dat dan kon. Hun moeder vertelde dat de ooievaar door het open raam was gekomen. ‘Maar waarom ligt u dan op bed moeder, bent u ziek?’ ‘Ja, want de ooievaar heeft in m’n been geprikt…’

Achteruitgang

Na 1920 neemt het aantal ooievaars in Nederland sterk af. De achteruitgang van de ooievaar werd toegeschreven aan verschillende zaken. Onder andere vanwege het lozen van afvalwater in de sloot. Het gevolg was een toenemende achteruitgang van de waterkwaliteit en daarmee van het leven in de sloten. (De riolering van Westbroek bv. is pas in 1990 voltooid.)

In de polder van Achttienhoven nestelde het laatste paar ooievaars uit de wijde omgeving op Gageldijk 91 (nu Utrecht). Hier, bij de familie Mulder, hadden ooievaars jarenlang een nest in een boom naast de boerderij. Mulder was daar trots op en loofde een reep chocola uit aan zijn kinderen, voor diegene die als eerste de ooievaars zag komen in april. Het Utrechts Nieuwsblad vermeldde hun komst met een foto in de krant. Mensen uit de stad kwamen langs op de fiets, stonden stil om te kijken en maakten foto’s. Op een keer in de winter, rond 1960, waaide de kruin met nest en al uit de boom. Iemand van de vogelbescherming heeft toen een nieuw nest gevlochten op een oud wagenwiel. Met een kraan werd het nest op een paal geplaatst en de ooievaars hebben daar nog een aantal jaren op gebroed. Utrecht breidde uit, Overvecht werd gebouwd en de weilanden tegenover de boerderij verdwenen. In 1968 kwamen de ooievaars niet meer terug na de winter…

Herstel

50 Jaar geleden startte Vogelbescherming Nederland een project ter herintroductie van de ooievaar. In Groot-Ammers werd in 1969 met 28 ooievaars ‘Ooievaarsdorp Het Liesveld’ geopend met als doel het fokken van ooievaars. Alle ooievaars kregen een ring om hun poot waaraan ze op latere leeftijd konden worden herkend. Jaren later, in 1993, landde één van die ooievaars op het wagenwiel van de familie Mulder dat nu opgesteld stond achter in de tuin van een woning aan de Kerkdijk in Westbroek. Deze ooievaar, herkend aan zijn ringnummer 1634, was de eerste van een nieuwe, succesvolle generatie ooievaars in Westbroek. Pas in 1998 kreeg hij gezelschap van een vrouw en samen maakten zij een nest op de pastorie van de Hervormde kerk. Vlakbij de historische nestlocatie dus. 

Nestelen

Het duurde nog 6 jaar voordat andere ooievaars gingen nestelen in Westbroek. Ze kwamen niet alleen uit de omgeving. Zelfs een ooievaar uit het Duitse Münster heeft hier jaren jongen groot gebracht tot zij en haar partner werden verjaagd door een ander stel. Want het is niet altijd pais en vree tussen de ooievaars. Ook gebeuren er soms ongelukken, zoals botsingen onderweg tegen hoogspanningsdraden of met tractoren. In 2009 werd de ooievaar van de Rode Lijst, de lijst van bedreigde Nederlandse broedvogels, gehaald. Dit betekent niet dat er gejaagd kan worden op de ooievaar, die is nog altijd beschermd door de wet natuurbescherming. Ook mogen de nestplaatsen niet worden verwijderd. 2019 was een uitzonderlijk goed jaar voor de ooievaars. Uit de 8 bewoonde nesten in Westbroek zijn toen 20 jongen uitgevlogen! Veel magen te voeden, een punt van discussie.

Voedsel

De moderne manier van maaien maakt het de ooievaar wel erg gemakkelijk om voedsel te verzamelen. Het gras is kwalitatief goed voor het vee en er kan frequenter worden gemaaid dan jaren geleden. Ooievaars lopen graag achter landbouwmachines aan, waar dode kikkers en muizen voor het oprapen liggen. Veel mensen maken zich zorgen over de weidevogels. Jagers verguizen ooievaars derhalve. ‘Geen kuiken die het overleeft. Ook alle jonge hazen worden opgevreten’. Recent onderzoek naar braakballen van ooievaars wijst uit dat het overgrote deel van hun voedsel bestaat uit ongewervelden. Kevers, sprinkhanen en regenwormen worden verzameld voor de jonge ooievaar kuikens. De ouderen eten daarnaast vooral muizen, mollen, amfibieën, slakken, emelten, vissen en tegenwoordig ook rivierkreeften. Maar als ze een kleine vogel tegen komen zullen ze die zeker ook opeten.

Hommeles

Dit voorjaar is het hommeles tussen de families ooievaar. Er zijn nestplaatsen verdwenen, dus worden er nieuwe locaties gezocht. Op de hoek van de Molenweg (Westbroek) stond een prachtige treurberk met een ideale kruin om een nest op te bouwen. De eigenaar schrok toen ooievaars daar takken op stapelden. Het stel werd ontmoedigd door obstakels bovenin de boom aan te brengen, iedere zaterdag werd de hindernis verhoogd. Omdat de grote vogels elke horde wisten te omzeilen, werd de berk ontkroond en ‘gesierd’ met een ijzeren kroon. Ook nu nog bleven de ooievaars hun beoogde nestplaats bezoeken, maar konden daar hun ei niet meer kwijt. Opgejaagd vliegen zij door het dorp en belagen andere stellen op hun kraambed. Het is een geklepper van belang. Buurtbewoners spreken hun bezorgdheid uit. ‘Zorg voor elkaar en de natuur, laat sommige dingen gewoon gebeuren, het is allemaal maar tijdelijk…’ Tegelijkertijd worden nieuwe nesten gebouwd in hoge boomtoppen. Op veilige hoogte, ver verheven boven indringers. Maar er kan nog van alles veranderen…

(Karien Scholten)

Meer lezen over ooievaars en Westbroek kan in het tijdschrift St. Maerten 57 van de Historische Vereniging Maartensdijk. Of op de website: www.historischeverenigingmaartensdijk.nl

Halsbrekende toeren haalt een fotograaf uit om helemaal bovenin de boom foto’s te kunnen maken van het ooievaarsnest.