Auteur dr. Anne Doedens.
Auteur dr. Anne Doedens.

Frans-Duitse Oorlog bron van twee wereldoorlogen

Algemeen Historie

door Guus Geebel

Op donderdag 1 oktober vindt in het Nederlands Vestingmuseum in Naarden de presentatie plaats van het boek De Frans-Duitse Oorlog 1870-1871. De moeder van De Grote Oorlog. Het is het eerste boek van de auteurs Anne Doedens en Liek Mulder in een reeks over oorlogen in Europa die de loop van de geschiedenis bepaalden.

Dr. Anne Doedens promoveerde in 1973 aan de Vrije Universiteit met een dissertatie over de Frans-Duitse oorlog van 1870. Aan die oorlog wordt in Nederland nauwelijks aandacht geschonken, maar er waren honderdduizenden slachtoffers. Dit boek is een uitgave van Uitgeverij Walburg Pers en is gebaseerd op die dissertatie. Het is aangevuld met illustraties en foto's van kort na de uitvinding van de fotografie. Doedens heeft via internet een mapje met twintig foto's uit die oorlog teruggevonden in de Nationale Bibliotheek van Brazilië.

Gevolgen
'De Duitsers bezetten tijdens de Frans-Duitse oorlog het grootste deel van Frankrijk en pikten Elzas-Lotharingen in', vertelt Anne Doedens. 'Straatsburg werd kapotgeschoten en de haat bij de Fransen voor de Duitsers was groot. Het is een oorlog die er toe doet maar die we vergeten zijn. Zonder kennis van deze oorlog is de Eerste Wereldoorlog niet te begrijpen.' Voor het eerst werd toen kennisgemaakt met de vernietigende kracht van machinegeweren en Krupp-kanonnen. De luchtoorlog kreeg een begin door de inzet van ballonnen. De Frans-Duitse Oorlog leidde wel tot verbetering van de Nederlandse defensie. De grote forten, Rhijnauwen, Vechten, Voordorp en Ruigenhoek zijn gebouwd als gevolg van deze oorlog. 'Nederland was beducht voor de Duitsers en toen de oorlog met Frankrijk uitbrak is men het fortenstelsel opnieuw gaan bekijken. Onze gebrekkige defensie maakte duidelijk dat ons neutrale land geen schijn van kans had gemaakt als het betrokken was geraakt bij de oorlog.'

Mobilisatie
De forten moesten het hart van Nederland beschermen tegen een onverhoopt binnenrukkende vijand uit het zuiden en vooral uit het oosten. Vanaf 1870 werd in Nederland de mogelijke Duitse vijand zeer serieus genomen en de bouw en uitbreiding van de Waterlinie had daar veel mee te maken. De mobilisatie in 1870 is een ramp geweest. Er lagen een kleine vijfduizend man in Zeist, op de Houtense Vlakte en in de forten in De Bilt, Vossegat, Ruigenhoek, De Gagel, Tienhoven, Nieuwersluis, Blauwkapel, Voordorp en Lunetten. Aanvankelijk was in de nieuw gebouwde forten bij Vechten en op de Voordorpse- en Ruigenhoeksedijk geen materieel aanwezig. Het profiel van de aardewerken versterkingen was op veel plaatsen niet in orde en het kostte veel tijd en inspanning om die tekortkomingen te herstellen. Het Fort bij Rhijnauwen werd tussen 1867 en 1869 gebouwd en was met 32 hectare het grootste fort van de linie.

Waterliniemuseum
In 1998 is al geprobeerd om de forten op de Werelderfgoedlijst te krijgen. Op 8 oktober wordt in Fort Vechten het Waterliniemuseum geopend. Dat heeft tot hoofdopdracht genomen alle forten rond Utrecht. op de Werelderfgoedlijst te krijgen. Onderdeel van het museum is een Kenniscentrum dat de hele waterlinie in Nederland gaat coördineren. Anne Doedens werkt daaraan mee als lid van de begeleidingscommissie. In het boek zijn fietsroutes opgenomen, onder andere in Noord Frankrijk langs plaatsen waar gevochten is en waar oorlogsmonumenten staan.

Het boek wordt op 1 oktober aangeboden aan de burgemeesters Arjen Gerritsen van De Bilt, Hans Martijn Ostendorp van Bunnik, militair historicus Kees Schulten, directeur Bas Kreuger van het Waterliniemuseum, Wim van Schaik en de mensen van Vestingmuseum Naarden. Het boek De Frans-Duitse Oorlog 1870-1871. De moeder van De Grote Oorlog is verkrijgbaar bij de boekhandel.

Parijse opstandelingen strijden tegen de eigen regering terwijl de Duitsers de stad omsingelen. Foto: Auguste Braquehais (1823-1875).