Angst voor schade huizen tijdens uittrillen onderdoorgang Leijenseweg

door Walter Eijndhoven

Het einde van de werkzaamheden aan de ondertunneling Leijenseweg in Bilthoven nadert met rasse schreden. Als alles volgens plan verloopt vindt de gedeeltelijke openstelling van de onderdoorgang eind juli 2017 plaats. Voor het echter zover is, moet nog heel wat gebeuren, waaronder het verwijderen van de damwanden, door middel van uittrilling.

'En dat is nu precies waar wij zo bang voor zijn', vertelt Jaap van der Zee, als direct omwonende. Hij vervolgt: 'In april 2016 zijn de damwanden ingetrild, met veel schade aan omliggende huizen als gevolg'. Niet alleen was er veel geluidsoverlast voor de omwonenden, maar hadden de werkzaamheden ook grote gevolgen voor de huizen. Bij diverse woningen ontstonden scheuren in de muren.

Omgevingsvergunning
Om dit soort problemen te voorkomen zou de gemeente de 'omgevingsvergunning' moeten handhaven. Van der Zee: 'Dat klopt. De omgevingsvergunning omvat onder andere een bijlage BLVC (Bereikbaarheid/ Leefbaarheid/ Veiligheid/ Communicatie) en daarin een onderdeel over trillingen, waarvoor gerefereerd wordt aan de SBR richtlijn A (schade monitoren) en SBR richtlijn B (hinder monitoren)'. Tijdens de werkzaamheden aan de ondertunneling in april vorig jaar kreeg een viertal omwonenden een apparaatje aan hun huis dat trillingen registreert. Tijdens het aanleggen van de bouwkuipen in onder andere het weekend van 9, 10 en 11 april, ontstond serieuze schade aan omliggende huizen. Van der Zee: 'Voor deze schade is de aannemer weliswaar aansprakelijk, maar heeft de gemeente volgens mij niet gehandhaafd op SBR-richtlijn B, het monitoren van hinder, waardoor de signalen eerder op rood hadden kunnen springen'.

BLVC-plan
Op donderdag 30 maart 2017 vond een gesprek plaats met Prorail en een aantal bewoners en werd de registratie van trillingsgegevens doorgenomen. In het BLVC-plan wordt aangegeven dat de trillingen binnen bepaalde grenzen moeten blijven, zoals omschreven in de SBR-richtlijnen A en B. 'Omdat de relatie tussen de gepresenteerde grafieken van de aannemer en de in het BLVC-plan genoemde grenswaarden onduidelijk bleven, heb ik contact opgenomen met SBR en de opsteller van de richtlijnen', vertelt Van der Zee. Uit het gesprek dat volgde, bleek dat de aannemer zich richtte op SBR richtlijn A (schade) (geplaatste apparatuur buiten, op ongeveer 20 centimeter boven de grond). Hierdoor zijn de in het BLVC-plan genoemde waarden voor A1, A2 en A3 niet van toepassing, want die gelden voor SBR-richtlijn B.

Binnenkort gaat het uittrillen van de damwanden van start. Van der Zee: 'Wij zullen tijdens het uittrillen weer worden geconfronteerd met veel overlast en schade. De vergunninghouder, gemeente De Bilt, verzoek ik bij deze om het proces te handhaven, op basis van de verleende omgevingsvergunning'.