Rob en Marga Timmer tellen en verwijderen de teken en larven na de sleep.
Rob en Marga Timmer tellen en verwijderen de teken en larven na de sleep.

Ervaringen met teken

Algemeen Natuur & Milieu

door Rob Klaassen

In juni a.s. komt er een einde aan het 'tekenslepen' van Rob en Marga Timmer uit Hollandsche Rading. Als 'tekenslepers' zijn zij als vrijwilligers maandelijks bezig met het vangen van teken. Zij doen dit voor een onderzoek van de universiteit Wageningen. Er is dan 10 jaar onderzoek naar teken gedaan. Daarna zullen de onderzoeksresultaten bekend worden gemaakt.

Rob en Marga Timmer zijn al ruim 6 jaar bij het Wageningse tekenonderzoek betrokken. Zij doen dit als vrijwilliger vanuit het IVN. Rob: 'Er was iemand in De Bilt die dit deed, maar die moest vanwege z'n gezondheid stoppen. Wij hebben toen zijn taak overgenomen. Het onderzoek van de universiteit Wageningen is uniek in de wereld. Tien jaar lang worden op 15 vaste plekken in ons land ieder eerste weekend van de maand teken voor dit onderzoek gevangen. Dit wordt gedaan door een grof linnen laken dat verzwaard is met een ketting over de bodem te slepen. De teken blijven daar dan in hangen. We doen dit op een vaste plek van 200 m2 . We slepen dan steeds stukken van 25 m2 . Na zo'n sleep worden de teken en larven geteld en in buisjes met alcohol gedaan. Vervolgens wordt de volgende 25 m2 gedaan. Zo doen we dat dus 8 keer: slepen, tellen en bewaren. Dit is een heel nauwkeurig werkje, want de teken en vooral de larven zijn heel erg klein. Daarna sturen we de buisjes en het telformulieren op naar Wageningen. Daar worden de teken gecontroleerd, o.a. op het wel of niet aanwezig zijn van de Borrelia-bacterie. Dus of ze wel of niet besmet zijn. De Borreliabacterie, is de bacterie die verantwoordelijk is voor de besmetting van de ziekte van Lyme'. Marga: 'Het is elke maand steeds weer een behoorlijke klus om te doen. Vorig jaar vingen we in een weekend meer dan 1000 teken en larven. Daar ben je echt uren en uren mee bezig. Dit is geen werk om in je eentje te doen'.

Einde onderzoek
Rob: 'Het onderzoek van de universiteit Wageningen was gepland voor 10 jaar. In juni a.s. is die 10 jaar bereikt. We zijn dan dus uitgesleept. Alle tekenvangers uit het hele land komen dan in Wageningen bij elkaar. We hopen dan de eerste resultaten van deze lange en in wereld unieke studie te vernemen. Bijvoorbeeld: Is het aantal teken toegenomen? Waar, wanneer en waarom? Is het aantal besmette teken toegenomen? Zo ja, wat is daarvan de reden? Etc. etc.. Allemaal bijzonder interessant'. Op de vraag of ze zich dan niet gaan vervelen moeten Marga en Rob hard lachen. Marga: 'Ach die teken-vangerij is maar een kleinigheidje. Rob is altijd bezig in de natuur. Mieren, vogels en vooral ook nachtvlinders. Wist je dat er alleen al in onze tuin meer dan 150 verschillende nachtvlinders zitten? Echt ongelooflijk. We wonen hier op zo'n uniek mooie plek'. Rob: 'De natuur is echt mijn grote hobby. Ik had graag biologie gestudeerd. Maar ja, dat zat er toentertijd helaas niet in. Ik ben 42 jaar bij de politie geweest. En nu kan ik me gelukkig de hele dag met de natuur bezighouden. Ik geef veel voorlichting aan onder andere scholieren, trek met ze de natuur in. Ik doe niets liever dan dat. Het is mijn lust en mijn leven".

Ziekte van Lyme
De ziekte van Lyme wordt volgens het RIVM veroorzaakt door beten van teken, die besmet zijn met de Borrelia-bacterie. De teek leeft van het bloed van de mens en probeert de bloedbaan binnen te dringen. Als de teek niet wordt verwijderd, terwijl deze probeert het lichaam binnen te dringen, ontstaat er vaak rond van de beet een rode ronde plek. Helaas is zo'n rode plek er soms niet of blijft deze onopgemerkt. Als een teek is besmet met de Borrelia-bacterie en in de bloedbaan belandt ontstaat de ziekte van Lyme. Deze ziekte blijft soms volledig onopgemerkt en heeft de drager geen last. Indien er wel last wordt ondervonden kan een kuur met antibiotica uitkomst bieden. Wordt de besmetting van de ziekte echter onopgemerkt dan is er een kans, dat er na ongeveer een jaar neurologische klachten gaan ontstaan. Vaak gewrichtspijnen, trager bewegen, trager spreken, e.d.

Volgens het RIVM worden ieder jaar zo'n 23.500 mensen besmet met Borrelia en krijgen de ziekte van Lyme. Een paar procent van alle tekenbeten geschiedt door besmette teken. Van die 23.500 mensen die door een besmette teek zijn gebeten krijgt zo'n 10% hiervan zogenoemde late klachten.

Controleren
Rob: 'Bij iedere lezing of voorlichting die ik geef, zeg ik steeds dat je na een bezoek aan bos, hei, park, duin, of je eigen tuin je altijd moet controleren of je geen teek bij je draagt. Overal waar enige begroeiing is, zijn teken. Dieren die op de bodem lopen zoals bv. muizen , maar ook schapen, fungeren als gastheer voor de teken. Zij vervoeren de teken van plek naar plek. Teken komen altijd via het onderste deel van je onderbeen bij je. Ze springen op je omdat ze worden aangetrokken door het temperatuurverschil. Ze zitten als het ware op je te wachten op de top van een grasstengel of op de bodem op de grond en springen dan over. Dat ze van bovenaf op je hoofd vallen is een sprookje. Zo kunnen ze bv. via je been naar boven zijn geklommen, maar waarschijnlijker is dat er in de hei of bos is gelegen en dat ze op die manier op het hoofd zijn beland. Ze zoeken bij voorkeur zachte vochtige plekjes op de huid bv. in de lies. Via die zachte huid kunnen ze gemakkelijk naar binnen dringen om zo in de bloedbaan te komen. Wil je geen enkel risico lopen dan moeten benen worden bedekt en de broek in de sokken worden gestopt. Als het in de zomer heet is, is dat geen lolletje. Vandaar mijn oproep om jezelf altijd goed te controleren. Maar wordt er toch vooral niet nerveus van. Geniet vooral van de prachtige natuur om ons heen en laat je vooral dit genoegen niet ontnemen door al die tekenverhalen".

Ervaringen
We spraken met een 70-jarige inwoner in Hollandsche Rading, die lijdt aan de ziekte van Lyme. Uit begrijpelijke privacy overwegingen wilde hij niet met naam, toenaam of foto in de krant, maar wilde wel graag iets zeggen over zijn ervaringen met de ziekte van Lyme:

'Ik was altijd enorm sportief. Ik liep regelmatig 10 km hard in de bossen, wandelde en fietste heel veel en roeide driemaal in de week; ik was iemand in topconditie. Een jaar geleden merkte iemand in m'n roeiploeg op dat m'n 'haal' plotseling veel zwakker was geworden. Zelf merkte ik dat m'n conditie terugliep. Ik was vaak heel erg moe, voelde me niet fit en was lusteloos. Plotseling begon ik ook moeilijker te lopen en trager te spreken. Mensen in m'n omgeving vroegen in toenemende mate of het wel goed met me ging. Het vermoeden was, dat ik de ziekte van Parkinson had. Via de huisarts ben ik toen terecht gekomen bij een neuroloog. Die vond geen aanwijzingen voor de ziekte van Parkinson. Inmiddels ging het steeds slechter met me. Ik voelde me bij de dag zwakker worden. Suggesties als zou ik ziekte van Lyme hebben werden in eerste weggewuifd. Men zei, dat het zo sporadisch voorkwam dat dit vrijwel was uitgesloten. Op sterk aandringen van vooral mijn vrouw is er uiteindelijk toch een test op gedaan. Ik bleek de ziekte van Lyme te hebben. Het bleek om een al oude besmetting te gaan. Men kon dat vaststellen aan de hand van de antistoffen die in mijn lichaam werden aangetroffen. Ik zat in de zogenoemde 2e of 3e fase van de ziekte. Dit noemt men een 'late Lyme' besmetting. Analyse heeft aangetoond dat ik waarschijnlijk voorjaar 2014 besmet ben geraakt. Ik heb nooit iets van een beet of een rode kring waargenomen. Volgens mijn arts valt er in minstens 50% van de besmettingen geen rode kring waar te nemen. Ik weet dus niet waar de teek me heeft gebeten'.

Bestrijding
'De grote moeilijkheid was om iemand te vinden, die bekend en deskundig is om zo'n late Lyme besmetting te kunnen behandelen. Dit heeft me veel tijd en moeite gekost. Ik ben uiteindelijk beland bij het Medisch Centrum Maastricht. Hier werkt een arts, die zich speciaal bezighoudt met en ook onderzoek doet naar de bestrijding van zo'n late Lyme. Ik ben inmiddels aan mijn derde kuur bezig. Ik begin me heel langzaam wat beter te voelen. Ik kan weer wat langer lopen en fietsen. Het is erg fijn dit bij jezelf waar te nemen. Ik hoop dan ook volgend jaar om deze tijd weer de oude te zijn'.

Lange broek
Op de vraag of hij zich nu buiten anders gedraagt dan voorheen zegt hij: 'Ik loop nu uitsluitend in de tuin met een lange broek, die ik in mijn sokken stop. Na deze ervaring ben ik toch wel voorzichtig geworden'.

Afbeelding