?Karel Beesemer leest De Vierklank op zijn bankje. [foto Henk van de Bunt]
?Karel Beesemer leest De Vierklank op zijn bankje. [foto Henk van de Bunt]

Op een ánder bankje

Algemeen Algemeen

Boodschappen doen is niet bepaald een liefhebberij van mij. Uit solidariteit ga ik een enkele keer wel mee met mijn vrouw naar een van haar favoriete supermarkten. Dat wil zeggen dat zij gaat winkelen en dat ik voor de tijdsduur, dat zij boodschappen doet, elders mijn heil zoek. Meestal in een plaatselijk restaurant waar ze goede koffie schenken en ik een krantje kan lezen.

Het inkoopbeleid van leeftocht laat ik dus graag aan haar over en dat gaat al tientallen jaren voortreffelijk. Dat wil ik graag zo houden. Een zeldzame keer dat ik het met een bekende over mijn passieve houding heb ten aanzien van mijn winkelgedrag, krijg ik te horen dat het niet bijster getuigt van een geëmancipeerde instelling van mijn persoon. Ik verdedig me maar niet tegen zo 'n 'aantijging' en geef de kennis maar gelijk en zeg dan zoiets stompzinnigs als: 't Gaat al jaren zo en het nu nog op mijn gevorderde leeftijd veranderen, is bijna niet te doen'. Toegegeven, erg overtuigend klinkt dat niet.

Die dag
Soms duurt het boodschappen doen kort, meestal lang. Het komt voor, op momenten dat mijn vrouw maar een paar boodschappen hoeft te doen, ik in de supermarkt een plekje zoek. Die dag was het zo'n moment. Ik nestelde mij met De Vierklank op het bankje. Geloof het of niet, maar het eerste wat ik altijd opsla in De Vierklank is de vaste rubriek met de toepasselijke naam Op 't bankje van een auteur, die zichzelf Maerten noemt. Steeds weer ziet Maerten van deze vaste column kans om schijnbare kleinigheden te verheffen tot zaken die voor iedereen herkenbaar zijn en er wel degelijk toe doen. Daarbij hanteert hij een onnavolgbare en heldere schrijfwijze.

Op het ándere bankje
Een poosje zat ik alleen op het bankje totdat een wat oudere man vroeg of hij erbij mocht komen zitten. 'Neemt u dus rustig plaats' antwoordde ik. Van rustig verder lezen was geen sprake meer. De oude heer was kennelijk verlegen om een praatje en ik legde dus De Vierklank maar opzij. 'Wat een gedoe is het om de supermarkt te bereiken door die ellendige werkzaamheden voor ondertunneling van het spoor. Ik woon zuidelijk van het spoor in Brandenburg en moet kilometers omfietsen om hier te komen. Dat fietsen gaat nog best ondanks mijn leeftijd van 82 jaar, maar dan nog is en blijft het een ellende. Gelukkig lijkt het hier een bétere tunnel te worden dan bij de Soestdijkseweg. Hoe kan die wethouder - hoe heet die man ook alweer - zoiets stoms nou bedenken. Twee tunnels maar liefst: één voor fietsers en voetgangers en één voor auto's. Kun je nagaan wat dat kost en dat moeten wij met elkaar allemaal betalen. Nee, ze hadden de hele mik- mak gewoon rechtdoor moeten laten lopen en vooral die gekke rare kronkel voor auto's nooit moeten doen. Die wethouder heeft zijn eigen kronkel denk ik willen doorzetten in de weg'. Zo ratelde hij nog even door. Zijn woordenstroom onderbreken met wat nuancerende tegenargumenten bleek volslagen onmogelijk. Ik had hem willen zeggen dat het nooit alleen de wethouder is die de dingen bepaalt. Dat alles al vele jaren liep voordat men tot deze keuze is gekomen en dat verschillende colleges van B & W sámen met 'hogere overheden' uiteindelijk tot deze oplossing waren gekomen. Dat de financiering voor het grootste deel van het Rijk kwam, dat vooraf vele varianten onder de loep zijn genomen waar het betreft technische mogelijkheden of onmogelijkheden en dat al die mogelijkheden zorgvuldig zijn doorberekend op kosten en nog zo wat.

Het mocht niet baten, hij had zijn eigen onwrikbare mening en hij was kennelijk van mening dat ik een willig oor had. Ik keek opzichtig op mijn horloge en zei: 'Ik heb bij de auto met mijn vouw afgesproken, ik moet weg. Een goede dag verder en vergeet uw boodschappen niet'.

Koffie
'Boodschappen?' zei hij. 'Ik hoef helemaal geen boodschappen. Ik kom alleen voor de gratis koffie en een gezellig praatje. Ik dank u wel voor dit gezellige gesprek!'. Weer in de auto met mijn vrouw vertelde ik, in de korte versie, van de ontmoeting met de oude man en zijn visie op het stompzinnige beleid van de wethouder. Sindsdien zegt ze bij het boodschappen doen met een kleine oponthoud steevast: 'Ga maar lekker met je krantje naar jouw oude mannenbankje, misschien tref je er wel weer een gezellige leeftijdgenoot'.