Een foto van een NSB-trouwpartij (datum en personen onbekend) op Jagtlust Bilthoven.
Een foto van een NSB-trouwpartij (datum en personen onbekend) op Jagtlust Bilthoven. Foto: eigen archief Bernard Schut

Alexander Rowerth uit Soldaat van Oranje, een foute vriend

Algemeen

Wat de Tweede Wereldoorlog betreft is de tegenstelling goed-fout in ons geheugen gegrift. Je kunt je afvragen of ons beeld van de Tweede Wereldoorlog niet in belangrijke mate bepaald is door Soldaat van Oranje, het boek van Erik Hazelhoff Roelfzema uit 1971, de daarop gebaseerde speelfilm uit 1977 en de daar weer op gebaseerde musical. Beelden bepalen nu eenmaal in belangrijke mate wat we ons uiteindelijk herinneren.

In Soldaat van Oranje wordt De ‘foute’ kant van Nederland belichaamd door Alexander Rowerth, van wie we inmiddels al geruime tijd weten dat zijn eigenlijke naam Aad Robertson luidt. Ik veronderstel, dat Hazelhoff Roelfzema Alexander Rowerth niet alleen opvoert om een verhaaltechnische redenen (dramatische spanning opgewekt door de tegenstelling protagonist versus antagonist). Meer dan 10 keer vermeldt hij zijn naam, voor het laatst op p. 261, kort voor het einde van het boek. Tussen de regels door lees je de spijt dat een vroegere goede vriend voor de verkeerde partij gekozen heeft. Ook omgekeerd is dat het geval, getuige de briefkaart, die Alexander hem stuurt kort voordat hij aan het oostfront sneuvelt. (In de film wordt dit nog versterkt weergegeven met de scene waarin Alexander zijn zojuist door de Engelsen in Scheveningen aan land gezette vriend onverwachts tegen het lijf loopt en ongehinderd laat passeren). Op de briefkaart, ondertekend ‘Hartelijke groeten, Alexander’, stond een SS-soldaat met een hakenkruisvlag afgebeeld.

In zijn boek geeft Hazelhoff Roelfzema al enige informatie over Aad Robertson alias Alexander Rohwolt, zijn vriend en studiegenoot van het zelfde jaar in Leiden. Ik vat deze kort samen: Aad Robertson had een Duitse moeder; hij ging met vakantie bij een oom in Oostenrijk en bezocht daar een jeugdkamp waar men zich met schedelkunde bezig hield; bij de mobilisatie in 1939 werd hij als reserveofficier opgeroepen; zijn ouders kozen voor de NSB en waren pro-Duits, reden waarom ze in mei 1940 opgepakt werden en korte tijd vastzaten. Na de capitulatie koos Aad Robertson. voor de Nederlandse SS, Standarte Westland; hij vocht aan het Oostfront (in Rusland?) en sneuvelde op 5 januari 1944 in Kirowograd (Ukraïne). Maar er valt meer over hem en met name zijn achtergrond te melden. Aad Robertson (1917-1944) was de oudste zoon uit een gezin met vijf kinderen. Zijn Duitse moeder heette Eva Leybold. Op de vader, Jan Robertson sr., die zich in 1933 aanmeldde bij de NSB, kom ik later nog terug. 

Het Oostfront
Het gehele gezin was zeer pro-Duits. Van de kinderen sneuvelden er twee aan het Oostfront, Aad en Paul. De andere drie waren Jan, David en Alexander, die ‘Sydney’ werd genoemd. Sydney was een mongooltje. Hij overleed in 1945, 21 jaar oud, in een kliniek voor gehandicapten en zwakzinnigen in Ermelo. Over Paul, de tweede zoon, is weinig bekend. Er bestaat een kort overlijdensbericht, gepubliceerd in Storm, het weekblad van de Nederlandse SS. Daarin lezen we dat hij geboren werd in 1918, en in 1941 in de rang van Sturmmann (soldaat 1e klasse) overleed bij Kiev. Voor hij dienst nam, was hij student. De derde zoon, Jan Robertson jr., tweede luitenant, ‘een ervaren SS’er die vanwege een longschot niet langer aan het front verbleef’, hield zich aan het einde van de oorlog bezig met het overvallen van Nederlandse banken. Hij werd na de oorlog veroordeeld maar wist te ontsnappen, vermoedelijk richting Zuid-Duitsland waar zijn verloofde verbleef. Over David is eveneens informatie te vinden. Hij werd geboren op 26-11-1923. Ook David werd pro-Duits opgevoed. Aan het einde van de oorlog heeft hij nog deelgenomen aan oorlogshandelingen tegen de Engelsen. Na de oorlog werd hij veroordeeld tot een jaar gevangenschap ergens in Limburg, waar hij vermoedelijk in de steenkoolmijnen te werk werd gesteld. Een van de mooiste perioden uit zijn leven, zou hij later zijn kinderen vertellen. Hij tekende er graag en goed zijn medegevangenen.

Nadat hij was vrijgekomen, vond hij werk op het kantoor van H.C. Dijkman in Bilthoven, tijdens de oorlog een actieve NSB’er. Daar werd hij verliefd op de dochter van Dijkman. Het paar trouwde in 1951 en ging wonen in Rotterdam. Maar het huwelijk liep stuk en de dochter van Dijkman trok met haar twee kinderen weer in bij haar moeder in Bilthoven; in ‘Ben Trovato’ op de hoek van de Gezichtslaan. Dijkman zelf belandde mei 45 in de gevangenis, hij werd veroordeeld wegens collaboratie en kwam vrij snel weer op vrije voeten maar werd later vermoedelijk opnieuw opgesloten. Dat waren de kinderen, alle opgevoed met dezelfde nationaalsocialistische ideeën. Maar ook bereid om daar naar te handelen en klaarblijkelijk ook voor te sterven, der Führer hat gerufen, wir folgen Mann für Mann. Vier kinderen uit één gezin! Wellicht verklaart de opvoeding een en ander.

Opvoeding en gedrag
Daarom nu kort informatie over de ouders. Jan Robertson sr. en diens vrouw, de Duitse Eva Leybold, woonden sinds 1930 met hun gezin in Bussum. Ook de moeder was lid van de NSB, d.w.z. van de vrouwenbeweging van NSB, de NSVO, opgericht in 1938. Zij werd na de oorlog wel gearresteerd maar niet veroordeeld; wellicht omdat ze haar zwager, nota bene een ‘halfjood’, geholpen had aan het Hitlerregiem te ontsnappen. De auctor intellectualis van het gezin was ongetwijfeld Jan Robertson sr. zelf. (6) Jan Robertson zat al lang in de bankwereld. Maar zijn finest hour beleefde hij in 1941, toen hij als tweede man naast Rost van Tonningen benoemd werd als directeur-secretaris van de Nederlandse Bank; en dus bereid was bij te dragen aan de economische inlijving van Nederland door Duitsland. Ontevredenheid over het functioneren van de democratie in Nederland had hem er in 1933 toe doen besluiten om zich aan te sluiten bij de NSB. Maar ontevredenheid over Mussert deed hem later zijn lidmaatschap weer opzeggen en besluiten om ‘begunstigend lid’ van de SS te worden -sympathisanten waarvan er in Nederland zo’n 4000 bestaan hebben. Kortom hij radicaliseerde.

In de zomer van 1944 volgt Jan Robertson sr. dan gedurende 10 dagen een officiersopleiding voor de Landwacht in Deventer. Hij vormt uit het bankpersoneel een WA/Landwacht-ploeg, in feite een combinatie van een knokploeg en een overvalcommando. In de nacht van 15 augustus 1944 pleegt hij met deze groep een inval in een verdacht huis in Amsterdam. Er vallen schoten en een ondergedoken joodse communist wordt door Robertson, die de leiding heeft, gedood. Na Dolle Dinsdag (5 september 1944) vinden we hem terug in Deventer. Hij dient zijn ontslag in bij de Nederlandse Bank in en voegt zich bij het commando van F.L. Rambonnet (7) om in het oosten spoorbruggen te verdedigen tegen de geallieerden en zo de toegang tot Duitsland open te houden. Het ontslag wordt hem geweigerd en hij keert weer terug naar Amsterdam. Op 7 mei 1945 wordt hij gearresteerd. Hij komt uiteindelijk in kamp Crailoo in Laren terecht en wordt in 1950 veroordeeld tot 14 jaar cel met aftrek; echter niet, voor zover ik na kan gaan, voor zijn rol bij de Nederlandse Bank, wel o.a. voor het doodschieten van de joodse Frits van Israël in Amsterdam. Echter al in 1952 wordt zijn straf omgezet in voorwaardelijk en kan hij als vrij man de gevangenis in Scheveningen verlaten om zijn ernstig zieke vrouw te verzorgen. Jan Robertson sr. is dan 61 jaar oud en verdwijnt in de anonimiteit. Zijn vrouw overlijdt in 1952, hij zal later nog samen gaan wonen met een andere vrouw (door de kleinkinderen ‘tante Katrijn’ genoemd) in Amsterdam op de Weteringschans, dicht bij het Leidseplein. 

Tot zover de informatie over de ouders, overtuigde, zelfs fanatieke aanhangers van de nationaalsocialistische ideologie. Ideeën die ze vermoedelijk onverkort over hebben weten te dragen op hun vier oudste kinderen. Zeker ook op hun zoon Aad Robertson. die als het romanpersonage Alexander Rowerth in Soldaat van Oranje model stond voor dé foute Nederlander. (Bernard Schut)

(dit artikel werd eerder dit jaar opgenomen in ‘Historiek’, digitaal historisch tijdschrift)

De naam van het huis Ben Trovato - op de hoek van de Gezichtslaan – is op de pilaren bij de ingang vermeld.