Denkend aan Bilthoven
Algemeen Kunst & Cultuurdoor Walter Eijndhoven
Jaren geleden werd het bekende gedicht van H. Marsman 'Denkend aan Holland' uitgeroepen tot hèt gedicht van de twintigste eeuw. Naar aanleiding hiervan schreef boekhandel Jongerius aan het Emmaplein in Bilthoven een wedstrijd uit voor alle bewoners van De Bilt/ Bilthoven, waarvan de eerste regel moest luiden: 'Denkend aan Bilthoven'.
'Iedereen kent het gedicht wel van deze bekende Nederlandse schrijver. Tijdens de lessen Nederlands op de middelbare school wordt het al behandeld door de leraren/ docenten', vertelt de heer Overdulve uit Bilthoven. Hij vervolgt: 'Natuurlijk hoorde ik ook veel over deze schrijver op school en ik moet zeggen dat ik overdonderd was door dit prachtige gedicht. Hoe die populieren aan de einder staan, dat zie ik echt voor mij en ook die laaghangende lucht in grijze veelkleurige dampen, daar is weinig verbeelding voor nodig'. Dat Marsman iets goed kan overbrengen, dat blijkt wel.
Spoorbomen
Velen denken bij Bilthoven aan het station en de spoorbomen, de scheiding tussen Bilthoven-Noord en Bilthoven-Zuid, en de vele ongelukken die hier gebeurden, zo ook Overdulve. Overdulve: 'Bij het opruimen van mijn bureau, vond ik mijn gedicht weer in één van de laden'. Nu de spoorbomen op het Emmaplein, waar zoveel gehaaste treinreizigers de dood vonden, zijn vervangen door een auto- en fietstunnel, als herinnering aan die hinderlijke spoorbomen en ter nagedachtenis aan die slachtoffers daarvan volgt hier nogmaals het gedicht van Marsman en die van Overdulve:
Denkend aan Holland
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan
rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan
en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land
boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een grootsch verband.
De lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige dampen
gesmoord,
en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en
gehoord.
En dan nu de Bilthovense tegenhanger:
Denkend aan BIlthoven
zie ik een brede Ferrari
ronkende voor de
spoorbomen staan.
Achter het stuur
een dame, geschminkt
als een Mata Hari,
de bontjas nog aan.
En in de bijrijdersstoel
weggezonken
de man die haar
die wagen geschonken
uit dankbaarheid, zeg maar,
cadeau had gedaan.
Voor de bomen staan groepen
fietsers te wachten.
Een vrouw duikt , hoewel
het licht staat op rood
(ze wacht tevergeefs nog
teruggeroepen)
onder de boom.
En het was te verwachten:
gehaastheid wordt snel
betaald met de dood.
Haar ijselijke gil
wordt nauwelijks gehoord,
want wordt voor de bomen
in wit-rode kleuren,
luidruchtig gesmoord
door een Ferrari-claxon
die de ramp zag gebeuren
en nog wou voorkómen
vóór zij begon.