Afbeelding

Op ’t bankje

Algemeen

Druk pratend en gebarend zie ik twee vrouwen aankomen die besluiten op het bankje te gaan zitten. Ze lijken sprekend op elkaar daarom denk ik het wel zussen zullen zijn. Ik schat ze rond de vijftig jaar. Ze groeten me vriendelijk, maar eenmaal zittend, kletsen ze er weer lustig op los want ze hebben elkaar heel veel te vertellen. Ik hoor verhalen over Willy die na haar scheiding weer een nieuwe vriend heeft, over Gijs en Ans die een huis gekocht hebben en ik hoor nog heel veel andere namen en nieuwtjes. Als het even stil valt grijp ik mijn kans, want nu ik ze op mijn bankje heb denk ik dat ze ook wel iets zullen zeggen waar ik een verhaal van kan maken. ‘Jullie zijn vast zussen van elkaar’, open ik voorzichtig het gesprek. Ze schieten allebei in de lach. ‘Dat zou ik wel denken, we zijn zelfs tweelingzussen’, zegt de vrouw die ik iets ouder geschat had dan haar zus, maar dat komt waarschijnlijk omdat die wat meer opgemaakt is. ‘Ik merk dat jullie elkaar heel wat te vertellen hebben, zeker lang niet meer gesproken.’ Weer beginnen ze te lachen. ‘Nee hoor, er is geen dag dat we elkaar niet appen, hè Francien.’ Francien beaamt het zonder wat te zeggen. Het maakt me wel wat nieuwsgierig. ‘Jullie levens zullen ook wel wat op elkaar lijken’, veronderstel ik. Francien schudt haar hoofd. ‘Eigenlijk helemaal niet, maar dat maakt het misschien wel zo boeiend. Gerda is kunstenares. Ze schildert en maakt mooie schilderijen. Ze geeft ook les aan huis en op een school. Ik ben verpleegkundige en niet zo creatief.’ Gerda is het daar duidelijk niet mee eens. ‘Ze heeft niet zo de behoefte om het te proberen, maar ze heeft wel talent en heeft een bijzonder gevoel voor kleuren. Ik vraag altijd om haar mening als ik een schilderij maak en dan is haar invloed altijd te zien. Ik heb haar kritische oog echt nodig bij mijn werk.’ Francien lijkt me een wat meer bescheiden type. Ze wuift de woorden van haar zus achteloos weg. ‘Ze schildert zo mooi dat ik me niet kan voorstellen dat ze mij erbij nodig heeft. Ik hou wel van kunst en we gaan samen vaak naar tentoonstellingen.’ Dan is het weer de beurt aan Gerda om de kwaliteiten van haar zus te roemen. ‘Dat zorgzame van Francien heb ik niet. Onze moeder is vorig jaar overleden en als ik dan zag hoe Francien haar de laatste maanden van haar leven verzorgde, dan zeg ik petje af. Ook de manier waarop ze met haar gezin omgaat vind ik geweldig. Ze heeft een man, drie kinderen, een baan in de verpleging en ook nog een hond. Het draait allemaal geweldig. Zelf heb ik geen kinderen en dat is misschien maar goed ook want ik heb helemaal niets van dat zorgzame.’ Daar is Francien het helemaal niet mee eens. ‘Dat zegt ze wel, maar dat klopt helemaal niet. Ze heeft altijd van alles gedaan met mijn kinderen. Toen ze klein waren ging ze vaak met ze naar de dierentuin of het strand en nog steeds zijn ze kind aan huis bij Gerda. Omdat ze haar atelier aan huis heeft was ze toen ze klein waren ook oppasmoeder voor ze. Het leuke is dat mijn dochter Michelle het kunstenaarstalent van haar tante heeft en naar de kunstacademie gaat.’ Gerda is het daar volledig mee eens en denkt dat we nog wel meer van Michelle gaan horen. Fijn om te horen dat de zussen een goede band hebben en elkaar ook nog eens goed aanvullen.

Maerten