Afbeelding

Op ‘t bankje

Algemeen

Eindelijk hebben we het weer en de temperatuur die bij de tijd van het jaar past. Als daarbij de zon schijnt is het meteen een andere wereld. De kleurenpracht van de lentebloemen en het frisse groen dat bomen weer krijgen maken het lentegevoel compleet. Het lijkt wel of de bloemen met hun geopende bekjes de lente toezingen. De vrouw die bij me komt zitten groet me vriendelijk. Ze trekt haar vest uit en legt het naast zich op de bank. Ze gaat onderuit zitten en maakt zich met haar nog witte armen breed zodat geen enkele zonnestraal verloren gaat. Ik begluur haar heel even met een glimlach. Volgens mij geniet ze met volle teugen, maar ik geniet zelf ook van de zon waar we zo lang op hebben moeten wachten. Met Pasen was het nat en kil maar nu dan toch wat warmte gekomen is zal iedereen de winterkou zo weer vergeten zijn. De ooievaar heeft de afgelopen winter ook goed zijn best gedaan, want er komen veel moeders met kinderwagens voorbij. Ook zij hebben zich alweer wat luchtiger gekleed. Ik ben inmiddels ook al wat onderuitgezakt, sluit mijn ogen en doe mijn best om niet in slaap te vallen. Ik hoor alleen het vrolijke geluid van vogels en fantaseer dat ze me toezingen. Ik schrik op als de vrouw plotseling rechtop gaat zitten. Ik kijk haar vragend aan, misschien was ze wel in slaap gevallen en had ze een vervelende droom. ‘Ik was door de warme zonnestralen echt in slaap gevallen’, zegt ze. ‘Ik droomde van afgelopen Pasen toen ik in het huis van mijn dochter op mijn kleinkinderen gepast heb. Ze wonen op de Veluwe en mijn dochter en schoonzoon waren de Paasdagen bij vrienden in Engeland. Dat kon omdat ik alleen woon en had aangeboden op de kinderen te passen. Ik droomde dat ik eieren in de tuin aan het verstoppen was en er opeens een van de kinderen achter mij stond. Ik schrok ervan was meteen wakker en ben nu weer helemaal in de gewone wereld’, zegt ze lachend. ‘Het komt natuurlijk omdat de kinderen me gevraagd hadden wanneer de paashaas kwam om eieren te verstoppen.’ Ze vertelt dat ze drie kleinkinderen heeft, een jongen van vijf en twee meisjes, een tweeling van zeven. ‘Ik heb met Pasen inderdaad eieren in hun grote tuin verstopt en daar hebben ze niets van gemerkt. Toen ze op bed lagen heb de plekjes uitgezocht en een mooi eiermandje gemaakt. De eieren heb ik geverfd en één ervan goudkleurig. Wie die vond mocht zeggen wat we Tweede Paasdag zouden gaan eten. Ik wist al bijna zeker dat het pannenkoeken zouden worden, maar de winnaar mocht het zeggen. Eerste Paasdag om negen uur mochten ze gaan zoeken en toen de eieren allemaal in het mandje lagen gingen we ontbijten. Mijn kleinzoon had het gouden ei gevonden en koos inderdaad voor pannenkoeken die we de volgende dag hebben gegeten. Ik heb ze toen het verhaal verteld waar de traditie van eieren met Pasen vandaan komt. Ik had namelijk gelezen dat het een oude traditie is die komt van de Germanen die hier vroeger woonden. Zij begroeven eieren als offer onder een laagje grond op hun akkers zodat de goden die vruchtbaar zouden maken. Het gebruik heeft dus helemaal niets met hazen te maken. Eieren zijn een teken van nieuw leven en de Germanen wilden met eieren als offer de goden mild stemmen voor een goede oogst. Ze vertelt dat de Germaanse godin van vruchtbaarheid Ostera heet wat in het Duitse en Engelse woord voor Pasen te herkennen is.

Maerten