Dat je niet perse jong hoeft te zijn om De Vierklank te bezorgen bewijst Evert Bouws al 13 jaar wekelijks.
Dat je niet perse jong hoeft te zijn om De Vierklank te bezorgen bewijst Evert Bouws al 13 jaar wekelijks.

Toevallig met het rondbrengen van De Vierklank begonnen

Algemeen

door Rob Klaassen

Evert Bouws (82) brengt min of meer bij toeval De Vierklank rond: ‘In 2010 betrok De Vierklank ook het stuk Bilthoven waar ik woon ook bij haar werkgebied. Ooit was De Vierklank een blad uitsluitend voor de 4 kernen van de gemeente Maartensdijk. Na het samengaan met De Bilt werd de Vierklank ook in Bilthoven-Noord verspreid. In 2010 werd dit gebied uitgebreid met de rest van Bilthoven en De Bilt en kwam ik in contact met De Vierklank’. 

‘Helaas werd er bij onze woongroep geen Vierklank bezorgd. Ik heb toen contact met de redactie opgenomen en gevraagd of onze woongroep ook een Vierklank kon ontvangen. Ik bood daarbij aan dat de kranten bij de hoofdingang van ons appartement kon worden bezorgd en dat ik dan vervolgens zou zorgen voor de verdere verspreiding. Men vond het echter beter, dat er een normale wijk zou komen waar De Vierklank zou worden verspreid en er werden nog enkele straatjes toegevoegd. Ging het in eerste instantie om zo’n 40 kranten, een paar jaar later werd dat uitgebreid tot zo’n 90 stuks’. 

Orde
Het betreft dus uitsluitend mijn directe woonomgeving: Orionlaan, Olberslaan en een stuk Melkweg bij de Poolsterlaan. Ik heb wel eerst wat orde in het adressenbestand moeten aanbrengen alvorens ik op pad kon gaan. Enkele straten bestonden niet meer en op sommige adressen kon of wilde men geen huis-aan-huisblad ontvangen. Het kost me al met al zo’n uur per week. Enkele bewoners kenden De Vierklank al vanuit Maartensdijk. Ik doe die bezorging dus nu al zo’n 13 jaar. Het is leuk om te doen en ik heb er ook de tijd voor. Met Nieuwjaar zie ik ervan af om ‘m’n klanten’ Nieuwjaar te wensen. Soms krijg ik wel eens een flesje wijn van iemand als dank voor de trouwe bezorging. Als ik een enkele keer niet kan dan neemt soms iemand in mijn woongroep het van me over. Gelukkig - en dan moet ik wel afkloppen - ben ik vrijwel nooit ziek. Wel neem ik het soms over van een collega. Ik merk dan wel eens, dat ik dan eerst wat aan de slag moet om ook daar wat orde in het adressenbestand te scheppen. Maar dat vind ik ook leuk om te doen’.

Woongroep
‘Ik maak hier deel uit van de woongroep Lugtensteyn. We hebben een gezamenlijke hoofdingang maar verder heeft iedereen z’n eigen voordeur van z’n appartement. We hebben een gezamenlijke koffieruimte waar we elkaar kunnen ontmoeten, wat nieuws uitwisselen e.d. We letten op elkaar en als er iemand ziek is of hulp nodig heeft zijn we er voor elkaar. We hebben als het ware een soort van hofje. We wonen zelfstandig, maar aan de andere kant staan we klaar voor elkaar. Je voelt je op deze manier nooit eenzaam. Ik ervaar het als een zeer plezierige manier van wonen en oud worden. Het lijkt wat landelijk een ‘Knarrenhof’ wordt genoemd. Maar het grote verschil met ons is, dat bij een ‘Knarrenhof’ er sprake is van een landelijke organisatie, die de hofjes opzet. Wij hebben alleen te maken met een landelijke koepelorganisatie die zo nodig ondersteuning biedt. De rest moeten wij als woongroep het zelf regelen”.

KNMI
‘Ik heb tot mijn 65e bij het KNMI gewerkt. Ik werkte daar als oceanograaf. Ik heb me daar vooral beziggehouden met golven. Ik heb daarbij veel contacten gehad met vooral Rijkswaterstaat, TU Delft en het toenmalige Waterloopkundig laboratorium in Delft, dat toen ook nog een filiaal had in de NO-polder en met collega’s in het buitenland. Het KNMI raakte vanaf midden jaren ’60 betrokken bij het baggeren van een geul in het ondiepe zeegebied bij Hoek van Holland om daarmee de Rotterdamse haven bereikbaar te maken voor enorm grote supertankers. De inzet van die supertankers was weer het gevolg van de sluiting van het Suezkanaal waardoor er toen rond de Kaap gevaren moest worden. Alleen door de inzet van die supertankers was het rendabel om die omweg te maken. Het navigeren van de tankers door die geul naar de Rotterdamse haven bleek een gecompliceerde zaak. Als gevolg van deining uit het Noorden konden deze tankers gaan slingeren waardoor ze mogelijk aan de grond konden lopen. Daarvoor moesten oplossingen worden bedacht. Het leidde ertoe, dat het KNMI betrokken raakte bij een uiterst interessant internationaal onderzoeksproject naar het gedetailleerd berekenen van golven en deining als gevolg van wind. Ik raakte daarbij betrokken kort na mijn komst bij het KNMI’. 

Vrijwilliger
‘Na mijn pensionering heb ik deel uitgemaakt van een groepje dat tentoonstellingen organiseerde in Jagtlust, het gemeentehuis van De Bilt. Het waren vaak prachtige tentoonstellingen, die veel mensen aantrokken. Met Corona is deze activiteit een stille dood gestorven. Daarnaast heb ik jarenlang meegewerkt aan het deel-autoproject MyWheels dat hier een aantal auto’s heeft geplaatst. Ik heb na mijn pensionering mijn eigen auto weggedaan. Sindsdien gebruik ik af en toe een deelauto. Goed voor m’n gezondheid, goed voor het milieu. Meestal gebruik ik voor langere afstanden de trein en fiets dan naar station Bilthoven. Dat laatste heeft mij rond 2000 - er ging toen veel mis met het openbaar vervoer - in contact gebracht met Reizigersvereniging Rover, waarvoor ik nog steeds actief ben, o.a. bij de provincie als vertegenwoordiger van de klanten van het OV. M’n verdere hobby’s zijn vooral museum- en concertbezoek’.

Tot slot
‘Zoals het er nu naar uitziet zie ik vooralsnog geen aanleiding om met m’n werkzaamheden voor De Vierklank te stoppen. En waarom zou ik? Ik kan dit allemaal heel goed inpassen in mijn huidige leven. Duidelijk mag zijn; een leven dat mij goed bevalt’

Ook interesse om De Vierklank te bezorgen? Laat het ons weten via info@vierklank.nl en wij informeren u graag verder over de mogelijkheden.