Nog onwennig aan het licht knijpt Doris Leopold haar ogen dicht. Met haar ouders loopt zij vanuit het onderduikadres terug naar Westbroek. Mei 1945.
Nog onwennig aan het licht knijpt Doris Leopold haar ogen dicht. Met haar ouders loopt zij vanuit het onderduikadres terug naar Westbroek. Mei 1945. Foto: foto Jannie van der Vaart

Een brief uit Israël

Algemeen

Lang geleden was het heel gewoon om een brief te adresseren onder vermelding van de familienaam en het dorp. De toenmalige postbode kende er iedereen bij naam en was zelfs vaak op de hoogte van wat er speelde achter de voordeur. Maar vijf jaar geleden zat de postbode in zijn maag met een brief uit Israël voor familie de Graaf in Westbroek. 

De naam is wijd verspreid in het dorp, maar de meest logische brievenbus was toch die van Wim en Jeannet de Graaf. Zij waren lang de eigenaar van supermarkt De Vrije Vogel en kenden logischerwijs de meeste inwoners van Westbroek. Met belangstelling werd deze bijzondere brief geopend en begon de zoektocht naar de ware geadresseerde.

Periode
De brief betrof een donkere periode in de geschiedenis, nu 85 jaar geleden. De dertiger jaren van de vorige eeuw, toen er een vluchtelingenstroom op gang kwam vanuit Nazi-Duitsland van Joden die werden vervolg om hun ras en geloof. Mensen die vreesden voor hun leven, huis en haard verlieten en hoopten, onder andere in Nederland, veilig te zijn. Met een collecte onder de Nederlandse bevolking door het Joodse Vluchtelingencomité werd toen ruim twee miljoen gulden bijeen gebracht om de grote groep vluchtelingen te helpen.

In 1937 kwamen David en Bertha Leopold met hun zoon en schoondochter, Willy en Irma en hun kleindochter Doris naar Westbroek en Achttienhoven. De familie woonde al eeuwenlang in Bleichenbach waar zij een manufacturenzaak hadden, maar voelde zich daar niet langer welkom. Naast slagerij Van der Vaart (nu Dr. Welfferweg 15) startten Willy en Irma Leopold opnieuw een textielwinkel. Zij verkochten linnengoed, stoffen op de rol en naaigerei. De winkelruimte was klein, maar het huis was vrij nieuw (gebouwd in 1935) en zij werden warm ontvangen door de dorpsgemeenschap en de andere middenstanders. Doris, toen 2 jaar, raakte bevriend met haar buurmeisjes Jannie en Anneke. Ze speelden samen en logeerden bij elkaar. Jannie herinnert zich nu nog de heerlijke donzen dekbedden waar familie Leopold onder sliep. Dat was toen voor dorpse begrippen revolutionair.

Vluchtelingen
Er kwamen meer Joodse vluchtelingen wonen in Westbroek en Achttienhoven, totaal 28. Hoe zij speciaal hier terecht kwamen is niet bekend, maar allen vonden een plek in de samenleving. Veel mannen werkten op de boerderij of waren veehandelaar. Maar ook Nederland werd bezet door de Duitsers en op 18 augustus 1942 kregen alle Joden het bevel om zich te melden voor vertrek naar Westerbork. Met zijn vrienden keek Frits van ’t Veld, toen 8 jaar oud, toe: ‘Ik herinner mij nóg het afscheid. Hoe Irma Leopold in de bus afscheid nam van haar schoonouders. Zij troostte de oude heer Leopold, hij zat erg te huilen. Ik zie nog dat zij over zijn kale hoofd aaide. Mevrouw Leopold zat strak voor zich uit te kijken, zij schikte zich denk ik in hun beider lot. Toen de bus weg reed voelden wij de dreiging … die zien we nooit meer terug…’

De oude mensen kwamen inderdaad niet meer terug. Een vooraanstaande boer uit Westbroek, NSB-er met goede contacten bij de Duitsers, heeft toen gepleit om alle jongere Joodse dorpsgenoten weer terug te halen. Als reden gaf hij op dat zij belangrijk waren voor de voedselvoorziening en onmisbaar op de boerderij. Hij zei tegen hen: ‘Maar pas op! Een volgende keer lukt het me niet meer om jullie te redden’.

Ook Willy, Irma en Doris Leopold kwamen terug. Zij pakten de draad weer op, maar met angst voor de toekomst. Toen zij zich op 22 april 1943 weer moesten melden, verdwenen ze. In een brief van de burgemeester aan de autoriteiten staat: ‘… dat op 22 april jl. één jodengezin naar Vught moest vertrekken. Het betreft hier het gezin van Willy Leopold, Kerkdijk 29a. Bij aankomst der politie des morgens (voor het vertrek der eerste autobus) waren de bewoners met onbekende bestemming vertrokken. De sleutels waren achtergelaten en zijn in het bezit van de politie…’

Waar de familie Leopold was gebleven, was ruim 2 jaar een groot geheim. De vriendinnetjes van Doris begrepen het niet, maar hun leven ging door. Op de vliering van een klein huisje in het veen werden Doris en haar ouders verborgen gehouden. Verscholen in een ruimte waar je niet kon staan, met twee raampjes die uitkeken over het riet. Leven in de wetenschap dat je er niet mag zijn, dat ook je beschermers worden vermoord als het wordt ontdekt. Een levensgevaarlijk geheim, dat niet mocht uitlekken. In de ruimte onder hen ging het leven door. Muisstil waren ze als er beneden visite was, voor een jong kind bijna onmogelijk. Op 5 mei 1945 kwam er dan toch een einde aan die donkere tijd. Een foto, gemaakt tijdens de wandeling terug naar Westbroek, getuigt van de opluchting.

Bezoek
De schrijfster van die brief, zoveel jaren later, zoekt de mensen die het voortleven van de familie Leopold mogelijk maakten. Afgelopen week bracht de dochter van Doris met haar familie een bezoek aan een gastvrij Westbroek. Zij bezochten het huis waar de familie tot enkele jaren na de bevrijding nog woonde. De textielwinkel is na hun vertrek naar de Verenigde Staten nog jarenlang voortgezet. Ze beklommen de kerktoren om een indruk te krijgen van het gebied dat de grootouders nooit vergaten. Een warm onthaal met een gezamenlijke maaltijd gaf een inkijkje in de dorpsgemeenschap van nu. De volgende dag wachtte hen in het Streekmuseum in Tienhoven een grote verrassing. Vriendinnen van Doris, de meisjes met wie zij had gespeeld en op school was geweest, brachten foto’s en verhalen. Doris met haar prachtige, donkere ogen, Theo Schouten is haar nooit vergeten. Hij liet oude tijden herleven in een rondleiding door het museum met verhalen over het leven van toen.

Voor de familie was een bezoek aan het huisje in het veen een lang gekoesterde wens. De grootouders en moeder van Sheryl hebben de oorlog overleefd dankzij Ries en Mien de Graaf. Zij woonden met hun kinderen Joop en Wijntje in een bocht aan de Krom (Nedereindse Vaart). Hun kleinzoon Marinus en diens vrouw Fernanda wonen daar nog. Voor hen had de familie een schilderij mee gebracht met de tekst ‘Wie één ziel redt, redt de hele wereld’. Een mooi geschenk uit het hart. Deze speciale ontmoeting werd afgesloten met een tochtje per roeiboot langs huisjes in de Molenpolder waarvan Ries indertijd de sleutels had en waar hij zijn delicate gasten bij gevaar kon verbergen. De lucht was blauw, de bomen fris groen en het water weerspiegelde de mooie belevenis. Als in een droom.

Doris en haar ouders lieten tegenover hun kinderen weinig los over de oorlog. Veel vragen van Sheryl werden deze dagen beantwoord. Toch blijven er nog vragen over, zoals: Wie waren de vrienden van haar grootouders, de familie Gerzon uit Utrecht?

In september wil de Stichting Struikelstenen De Bilt de Joodse vluchtelingen uit Westbroek en Achttienhoven die de Tweede Wereldoorlog niet overleefden gedenken. Voor ieder van hen zal een struikelsteen worden gelegd voor het huis waar zij hebben gewoond.

(Karien Scholten)

Ontmoeting met de hartsvriendinnen van haar moeder, Jannie en Anneke van der Vaart.
Een lang gekoesterde wens, een bezoek aan familie de Graaf, dankzij wie haar familie overleefde tijdens de Tweede Wereldoorlog. V.l.n.r. Fernanda en Marinus de Graaf, Sheryl, Alan, Alex, Ma’ayan, en Esra Abbey. April 2022