Burgemeester Sjoerd Potters krijgt een aantal boekjes overhandigd.
Burgemeester Sjoerd Potters krijgt een aantal boekjes overhandigd.

Symposium over het Rampjaar

Algemeen

In de monumentale Nederlands-Hervormde Kerk in Westbroek organiseerde het Online Museum De Bilt zaterdag 9 april een symposium over het Rampjaar 1672; 350 jaar nadat De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden door Engeland, Frankrijk en de bisdommen van Münster en Keulen werd aangevallen. Voorzitter Arie Jan Ditewig stond bij zijn openingswoorden ook stil bij de situatie in Oekraïne nu: 

‘Dit symposium wil inzoemen op de situatie in onze gemeente(n) en de regio. Daarom is gekozen voor de titel ‘Moord en Brand op het Platteland’. Hij herinnerde zijn gehoor aan de uitdrukking van die tijd ‘het volk was redeloos, de regering radeloos en het land reddeloos’. Hij vroeg om een moment van stilte uit respect voor het volk dat 350 jaar geleden dit alles moest meemaken’.

Daarna opende burgermeester Sjoerd Potters de expositie ; ook hij sprak over de onmenselijke situatie van nu in Oekraïne. Potters noemde het belang van kennis over onze geschiedenis: ‘Vrijheid is niet iets vanzelfsprekends. Laten we daar bij stilstaan’. Hij memoreerde ook aan de gebeurtenissen uit die tijd in onze eigen gemeente: ‘En dan vooral in Westbroek, Maartensdijk en De Bilt’. Hij prees de inzet het Online Museum om ons verleden een gezicht te geven’. Potters kreeg van een nazaat van Michiel de Ruyter het boek ‘Agenten van de Koning’ en het boekje ‘Moord en brand op het platteland ‘(auteur Anne Doedens) overhandigd. 

Westbroek
Karien Scholten vertelde - in het koor van de kerk - vervolgens over de verwoestingen en het stelen van voedsel in Westbroek: ‘Een ooggetuigenverslag in de zomer van 1673 vertelt: ‘Binnen Westbroek hadden de Fransen wat militairen te voet en te paard gelegerd. Ze begonnen, afgezien van het bier, brood en vlees dat de boeren hen al hadden moeten geven, toen met plunderen. Ze beroofden zelfs de kerk, vernielden het orgel, staken de stoelen en banken in brand, namen de Bijbel en psalmboeken weg, braken de diaconiekamer open en de armenkist, en namen alles wat hen aanstond mee. Ook sloopten ze verscheidene huizen en behandelden ze de inwoners heel slecht. Alles wat op het veld stond, maaiden ze af of lieten ze door hun paarden vertrappen. Daarna begonnen ze met het opwerpen van verscheidene verdedigingswerken en batterijen, waaraan de boeren zelf moesten meewerken, want anders, dreigden de Fransen, zouden ze het hele dorp in brand steken… Geweld, helaas van alle tijden…

Anne Doedens vroeg leerlingen van basisschool ’t Kompas (Westbroek) beelden van de expositie toe te lichten. Jesse was het opgevallen, dat de stad Utrecht zich over had gegeven aan de vijand, maar Westbroek niet. Marit vertelde dat in Oekraïne de afgelopen weken net zoveel doden zijn gevallen als in het Rampjaar hier.

Symposium
Daarna werd het symposium vervolgd in de grote kerkzaal. Drs. Luc Panhuysen, historicus en schrijver over het Rampjaar, vertelde over het belang van de Hollandse Waterlinie. Deze werd in die tijd in slechts 1 maand aangelegd. Hij liet ook beelden zien van methodes om de vijand tegen te houden; bijvoorbeeld met wegversperringen en het uitstrooien van voetangels. Daarna hield Dr. Anne Doedens, historicus en auteur van meerdere publicaties over het Rampjaar, een verhaal over de rol die Westbroek en de regio in de strijd speelde. Hij noemde daarbij ook de toenmalige Steenstraat in De Bilt waar meerdere woningen verwoest werden. Ook in Maartensdijk werd gevochten en dat de inwoners daar extra belasting moest betalen om de strijd te financieren. Hij sprak ook over (de eigenaren van) het landgoed Eyckenstein in die tijd, vanwege de vermeende collaboratie met de vijand.

Brieven
Na een pauze, waarin organist Herman Sietsma bijdragen vertolkte op het monumentale kerkorgel, werd het symposium vervolgd met een lezing door Dr. Judith Brouwer, historica en gepromoveerd op de geschiedenis van het Rampjaar. Zij vertelde over nooit aangekomen brieven van vooral zeelieden en hun vrouwen in het thuisland. Die brieven liggen nu in een Engels archief. Zij memoreerde ook aan de kaping van schepen door de Hollandse zeelieden. Drs. Lodewijk Gerretsen, historicus en conservator van Kasteel Amerongen, vertelde over de toenmalige bewoners van het Kasteel en de rol die zij speelden. Daar zijn meerdere brieven van bewaard. Hun zoon heeft nog gevochten in de veldslag bij Vreeswijk, waarna het Franse leger zich terugtrok. Als laatste spreker vertelde Wouter van Dijk, archivaris van het Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen in Breukelen, over de gevechten in het gebied van Muiden tot Breukelen. Er werd een lijst gemaakt van ‘weerbare mannen uit Westbroek’, die konden worden opgeroepen voor het aanleggen van zware verdedigingswerken. Heel bijzonder was zijn verhaal over een katholieke priester uit Abcoude, die met een hostie zichtbaar in zijn hand op de Franse troepen afliep en hen in de naam van God opriep rechtsomkeert te maken. En aldus geschiedde.

Arie-Jan Ditewig bedankte de sprekers voor hun inbreng en sloot daarna het symposium af. Het publiek werd uitgenodigd voor een drankje en hapje in het koor van de kerk . Er werd nog lang nagesproken over dit leerzame en indrukwekkende symposium.        (Frans Poot)

Anne Doedens praat de basisschoolleerlingen een dagje eerder alvast wat bij.