Afbeelding

Op ’t bankje

Algemeen

Als ik na 7000 stappen op de stappenteller bij het bankje kom besluit ik ondanks de lage temperatuur toch maar even te gaan zitten. Ik heb het idee dat je al behoorlijk kunt merken dat de dagen iets langer worden. Om iemand anders ook nog de gelegenheid te bieden om te komen zitten neem ik, zoals steeds afgelopen tijd, een plek in op de uiterste rechterkant van het bankje. Groot is de kans niet dat er iemand komt zitten, maar ik wil in ieder geval de mogelijkheid bieden. Ik heb geluk want als er een wat oudere man die opvalt door de wandelstok waarmee hij loopt bij het bankje aankomt houdt hij zijn pas in en lijkt duidelijk van plan om erbij te komen zitten. Hij groet me eerst en neemt dan de wandelstok in beide handen. Met een simpel gebaar schuift hij de stok uit tot een lange stang. ‘Dat is precies anderhalve meter’, legt hij uit. Hij legt vervolgens de stok vanaf mij op de bank en gaat zichtbaar voldaan op de overgebleven ruimte zitten. ‘Ik heb deze wandelstok zelf ontworpen’, zegt hij met een trotse blik. ‘Het handvat heb ik van een kapotte paraplu gehaald en het past allemaal precies.’ Ik zeg dat ik het een mooie constructie vind en ook nog eens multifunctioneel. ‘Met een genoegzame blik vertelt hij hoe hij ertoe gekomen is. ‘Mijn zwager heeft corona gehad en was er erg aan toe. Gelukkig is het goed gekomen, maar het was wel een spannende tijd. Hij is nog steeds zijn reuk kwijt. Als je gezien hebt hoe dat allemaal ging dan denk je dat wil ik niet meemaken. Ik houd me daarom heel goed aan de coronaregels en deze stok helpt me bij twijfel over de anderhalve meter afstand. Mijn vrouw gebruikt de stok ook af en toe. Zeker toen haar broer corona had was ze heel fel op de coronamaatregelen. We hebben Kerst en Oud en Nieuw dit keer samen gevierd terwijl we anders een huis vol hebben. De vaccinaties hebben we allemaal gehad, ook nog een griepprik en vanmorgen heb ik nog een zelftest gedaan. Die was gelukkig weer negatief.’ De man vertelt dat vooral zijn vrouw de kleinkinderen erg mist, maar dat ze regelmatig met whatsapp videobellen. ‘Wat communicatie betreft zijn er heel wat mogelijkheden tegenwoordig. Een oom en tante van mij hebben vroeger in Indië gewoond. Die vertelden dat er toen alleen briefcontact was en het lang duurde voor een brief aankwam. Ouderen zeggen vaak dat er in de wereld dingen gebeuren die je vroeger nooit hoorde. Maar die kwamen waarschijnlijk vroeger net zo vaak voor, alleen kwamen die niet zo snel als nu door.’ Ik herken dit van een overleden tante die in een verzorgingshuis woonde. Als ik bij haar op bezoek kwam hoorde ik altijd verhalen over de verschrikkingen van deze tijd die ze op de radio gehoord had. De radio stond altijd aan en dezelfde verschrikkelijke gebeurtenissen hoorde ze elk uur bij het nieuws. Dan lijkt het al gauw alsof het vaker voorkomt. Ik vertel dit aan de man en ook dat die tante een enorm goed geheugen had. ‘Als ik bij haar kwam vroeg ik soms of ze nog liedjes van vroeger kende en dan wist ze nog heel veel teksten van smartlappen van vroeger, zoals van een schooiertje. Met stukken tekst kon ik op de smartphone die liedjes vinden. Het was verbazingwekkend hoe de teksten overeenkwamen met de oorspronkelijke teksten.’ De man vindt het erg interessant, maar als hij het zichtbaar koud begint te krijgen wil hij verder. Na een vriendelijke groet vervolgt hij zijn weg.

Maerten