Bovenop een treurbeuk aan de Kerkdijk in Westbroek waakt de ooievaar over haar jongen.
Bovenop een treurbeuk aan de Kerkdijk in Westbroek waakt de ooievaar over haar jongen.

Het gezinsleven van de ooievaar

Algemeen

Drukke dagen zijn het voor de vogels. Het merendeel heeft jongen en de ouders vliegen af en aan om de hongerige magen te vullen. De meeste vogels hebben een verscholen nest tussen de takken van een boom of struik. De ooievaar daarentegen nestelt bij voorkeur opvallend bovenin de boom met uitzicht over de wijde omgeving. Ook vanwege hun contrasterende kleuren, rood-zwart-wit, en hun afmetingen zijn het opvallende vogels. Hun gedrag is daarom goed te observeren.

Vier maanden per jaar maakt de ooievaar gebruik van een nest. Het is de plaats waar gepaard wordt, de eieren worden bebroed en de jongen worden verzorgd. Ooievaars zijn van nature boombroeders en kiezen graag een boom met een platte kruin. Een bezienswaardigheid is het ooievaarsnest bovenop een treurbeuk in de voortuin, aan de Kerkdijk in Westbroek. Op deze unieke plek werd de afgelopen paar jaar succesvol gebroed. Menigeen stopt hier om even stil toe te kijken of om te fotograferen. 

Nestleven
Na de winter wordt het nest opgefrist en vliegen de ooievaars af en aan met grote takken in hun snavel. Met veel geduld manoeuvreren ze samen zorgvuldig de losse eindjes in de nestrand. In het midden creëren ze met hooi en gras een zacht bed om de eieren in te leggen. Het paren van ooievaars is je ware acrobatiek. Hoog op het nest balanceert het mannetje op de rug van zijn partner om haar te bevruchten, meestal bezegeld door enthousiast geklepper. De kop in de nek, de vleugels en de staart licht gespreid, klepperen ze luidruchtig met hun snavels. Klepperen doen ze ook om hun nest te verdedigen tegenover indringers. Daarna volgt een periode van relatieve rust. Ongeveer 32 dagen houden de ooievaars om beurten de eieren warm met hun grote lijven. Als het eerste ei uitkomt kijken beide ouders toe en verwelkomen hun donzige eerstgeborene met geklepper. Met hun lange snavels gooien ze de resten van de eierschaal over de nestrand, want opgeruimd staat netjes. Om het nest niet te bevuilen poepen ooievaars altijd over de rand van het nest, ook de kleintjes. Onder een ooievaarsnest ligt daarom een witte koek van mest. Net als hun ouders klepperen de jongen, al direct na de geboorte, ter begroeting. Ook zij leggen de kop in de nek, maar nog niet zo luidruchtig vanwege de nog korte snaveltjes. Oefening baart kunst. 

Opvoeden
Hoewel het dit voorjaar lang nat en koud was, biedt het natuurgebied rond Westbroek voldoende voeding voor het jonge spul. Om de beurt vliegen de ouders uit en verzamelen de eerste weken vooral regenwormen en insecten uit de nieuwe natuur. Ze braken het voedsel uit in de nestkom en daar scharrelen de kleintjes zelf hun kostje bij elkaar. Zodra de oudere vogels op de nestrand landen, beginnen de jongen zacht te janken om hun ouders over te halen het voedsel te delen. Als de jongen wat ouder zijn nemen de ouders grotere prooien mee naar het nest, zoals muizen, mollen, kleine vogels, kikkers, vissen en rivierkreeften. Ooievaars lopen graag achter de trekker aan om slachtoffers van de maaimachine op te pikken. Maar ook uit net gemaaid gras en net geploegde akkers halen ooievaars vooral regenwormen, soms meer dan 50% van de voeding (www.ooievaars.eu). Bij heel warm weer nemen de ouders water mee voor de jongen en spuiten dat in de dorstige kelen. De oudervogels vormen, met hun rug naar de zon en de vleugels iets gespreid, een zonnescherm voor hun kwetsbare kroost.

Vliegen
Om meer te weten te komen over het gedrag van ooievaars worden veel jongen geringd voordat ze kunnen vliegen. Ze krijgen een aluminium ring met een nummer om hun poot, dat soms ver over onze landsgrens wordt afgelezen. Zo zijn ooievaars uit Westbroek in de winter wel waargenomen in Spanje. Rond de 43ste dag beginnen de eerste vliegoefeningen. Eerst wat wankel, totdat ze met sprongen zelfs even in de lucht blijven hangen. En ineens wagen ze de grote sprong, genieten van de draagkracht van hun vleugels, de vrijheid en volgen hun ouders naar de foerageer gebieden. In augustus verlaten ze definitief het nest waar ze zijn geboren om met andere ooievaars in grote groepen naar hun winterverblijfplaats te vliegen. Ze sluiten aan bij de ooievaars uit noordelijker landen die dezelfde kant op trekken. De ouders volgen een paar weken later. Daarom kom je in augustus en september soms grote groepen ooievaars tegen in weilanden of hoog in de lucht. Opgetild door de thermiek.

Maar met ons veranderend klimaat blijven steeds meer trekvogels de wintermaanden in Nederland, ook de ooievaar.

Gemaaid grasland biedt een gevarieerde maaltijd voor de ooievaar.
Wekenlang doen de jonge ooievaars vliegoefeningen op het nest voordat ze uitvliegen.