Vrijwilligers schoffelen en harken dat het een lieve lust is.
Vrijwilligers schoffelen en harken dat het een lieve lust is.

Vrijwilligers onderhouden begraafplaats Groenekan

Algemeen Algemeen

door Walter Eijndhoven

Sinds de begraafplaats van de Hervormde Kerk in Groenekan in april is overgegaan in een stichting zijn veel bestuursleden samen met een groep vrijwilligers in de weer op de begraafplaats aan de Groenekanseweg. De groep harkt en schoffelt langs en tussen de graven en de paden liggen er weer netjes bij.

Sinds twee jaar onderhoudt een groep van ongeveer veertig vrijwilligers de begraafplaats aan de Groenekanseweg. Iedere maandagavond in voorjaar, zomer en najaar en in de winter op zaterdagochtend houden zij de paden bladvrij en zorgt de groep dat de begraafplaats er op en top bijligt.

Monument
De begraafplaats in Groenekan is een gemeentelijk monument waar onder andere de grafkelder van de familie Calkoen (vroegere eigenaars van landgoed Voordaan) opvalt. Tot en met de 17e eeuw werden rijke inwoners begraven in de kerk, de minder vermogenden lagen rondom de kerk. Sinds 1810 werden de overledenen, uit hygiënisch oogpunt, begraven buiten het dorp, vlakbij de spoorwegovergang aan de Groenekanseweg. 'Afgelopen winter is door het bestuur veel werk verricht', vertelt vrijwilliger Chris van Asselt. 'Niet alleen houdt zij zich, samen met de vele vrijwilligers, bezig met het onderhoud van de begraafplaats, maar is deze ook uitgebreid met 2.500 vierkante meter grond. Voorlopig weer genoeg voor zo'n vierhonderd nieuwe graven'. Het stuk grond is aangekocht voor in ieder geval de komende vijftig jaar, maar Van Asselt sluit niet uit dat dit ook zomaar voor honderd jaar kan zijn. Voor de vele vrijwilligers heeft hij niets dan lof. 'Zij komen niet alleen uit Groenekan, maar ook uit de andere kernen van de gemeente en samen zorgen zij ervoor dat de begraafplaats er netjes uitziet'.

Ree
Eén van die vrijwilligers is Cox Kroeze uit Groenekan. 'Iedere keer ligt er weer een berg werk op ons te wachten, maar als dan alles weer netjes is, krijg je daar veel voor terug', vertelt zij. 'Moet je zien hoe mooi alles erbij ligt. Mijn vader ligt hier ook, iets verderop, in het groen. Hij hield veel van dieren, vooral van reeën. Vaak kon hij deze dieren tot korte afstand naderen, iets dat mij nooit lukte. Eén gebeurtenis zal ik echter nooit vergeten. Vlak na zijn overlijden reed ik naar huis vanaf de Biltse Hof in Bilthoven. Op de weg lag een ree, dood, dacht ik. Dichterbij gekomen zag ik dat het dier nog leefde. Gelukkig stond hij weer snel op zijn poten en liep voorzichtig naar de rand van het bos. Dat was de eerste keer dat ik een ree van zo dichtbij kon bekijken. Hij keek mij iedere keer aan, alsof hij wilde zeggen "het gaat goed met mij". Dat zet je toch aan het denken, hè?'