De Middelslingerlaan (1795) tweehonderdtweeentwintig jaar later.
De Middelslingerlaan (1795) tweehonderdtweeentwintig jaar later.

Over namen en Voordaan

Algemeen Historie

door Henk van de Bunt

Onlangs was er in Dorpshuis De Groene Daan een tentoonstelling over het ontstaan en de geschiedenis van Groenekan. Er was gekozen voor thema's, zoals o.a. over het ontstaan van Groenekan en Landschap en natuur en infrastructuur (waterbeheer, wegen en dorpsgezichten). Over de geschiedenis en oorspronkelijke benamingen is voorheen al veel aan het papier toevertrouwd.

'Globaal gesproken was Groenekan vóór 1900 een besloten boerengehucht met een

minimale groei. In een zodanige buurtschap kwamen veldnamen e.d. in het onderlinge verkeer tot stand. Vanwege het agrarisch karakter van dit woon- en werkgebied had die naamgeving betrekking op paden, landwegen, velden, akkers, waterlopen, boerderijen etc. Aldus Louis van den Brink in een artikel in St. Maerten (HVMaartensdijk) in 1994 over (vergeten) namen van hofsteden, wegen en landerijen in Groenekan.

Woordenschat
In het artikel vervolgt van den Brink: 'Bij het verwijzen werd evenals elders veelvuldig gebruik gemaakt van visuele bijzonderheden als hoogte (hoge akker), vorm (scheve brug), grootte (grote waterkuil) en begroeiing (groene dijk). De lokale topografische woordenschat werd dus van binnenuit gevormd, in de werkelijkheid van alledag en was in feite voor intern gebruik. Eerst later werd aan dit 'taai-eigen' van Groenekan iets van buitenaf toegevoegd'. Ook de onlangs overleden Groenekanner Wim van Schaik besteedt in diverse bijdragen ruim aandacht aan de Groenekanse namen en de ontstaansgeschiedenis ervan.

Verderop
Maartensdijks dorpshistoricus Koos Kolenbrander vertelt over de oorsprong van de steeds terugkerende naam Voordaan: 'Dr. Blok (destijds directeur van het Instituut voor Dialectologie, Volks- en Naamkunde te Amsterdam) beantwoordde op verzoek deze vraag in juni 1975; 'Voordaan is een oude spellingsvariant van voortaan, zoals enkele vermeldingen het later ook noemen. Belangrijk is dat de betekenis destijds veel ruimer was: het kon ook verder of verderop gelegen betekenen. Zo blijkt deze benaming ook verwant aan de namen Altena (al te dichtbij). Alteveer (nogal ver weg) en Nergena (nergens dichtbij). De naam Voordaan is hierdoor begrijpelijker geworden: vanuit de stad gezien of gerekend vanuit een andere, oudere woning lag de boerderij, resp. het Landhuis Voordaan verderop, verder weg'.

Middelslingerlaan
Van de Brink: 'Het zijpad, dat begint tegenover het pand Lindenlaan 61 en in Voordaan aansluit op het pad dat toegang geeft tot de achterzijde van de boerderij van Westeneng, werd in een contract van 1795 'Middelslingerlaan' genoemd. De aanleg en met name de stilering van dit indertijd door hakhout slingerende pad kan een speciale bedoeling hebben gehad. Mogelijk is geprobeerd in bos Voordaan met deze laan enige ongekunsteldheid aan te brengen in het zo dominerende patroon van rechte paden. Dat zou dan ook weer gebeurd kunnen zijn in de lijn van de eerder besproken romantische stijl die in de 18e eeuw opgang maakte voor landgoederen. Wim van Schaik bevestigde dit in zijn boek: 'Orkanen over Voordaan' (2006): 'Hij (eigenaar Parkbos Voordaan) legde nieuwe kaarsrechte lanen aan, die een aantal jaren later met elkaar verbonden werden door enkele gebogen lanen, toen slingerlanen genoemd'.

Sparredwars
Het volgende zijpad dat van de Lindenlaan naar de bosvijver loopt, heette in de periode 1795 tot 1808 en wellicht daarna ook nog 'Sparredwarslaan'. Waarschijnlijk zijn er volgens van den Brink in de tweede helft van de 18de eeuw sparren in de bermen van deze laan geplant. Nu was de spar in de 18e eeuw in Nederland niet inheems. Zo er destijds dan ook sparren langs deze dwarslaan stonden, dan was dat iets zeldzaams op het gebied van bosbouw: toen werden sparren alleen door de zeer rijken aangeplant. De Sparredwarslaan sloot aan op de 'Dwarslaan bij het Watergat'. Dat is het huidige fietspad dat ten noorden van de bosvijver ligt en aansluit op het 'Voordaansepad'. De bosvijver heette rond 1800 'Watergat' of 'Grote Waterkuil'. In die tijd bestond er ook een 'Waterkuil" zonder meer; die kuil lag in de nabijheid van de huidige ingang van bos Voordaan en maakt nu deel uit van het daar gelegen einde van de vijver langs de Vijverlaan. Deze vijver is waarschijnlijk om en nabij 1900 aangelegd door Jan Copijn. Diens ontwerpen kenmerkten zich door de toen inmiddels al weer gangbaar geworden landschapsstijl, dus met gebogen paden, grote gazons en bochtige waterpartijen te midden van hoog opgaand geboomte. De namen 'Grote Waterkuil' en 'Waterkuil' wekken misschien het vermoeden dat het door de natuur gevormde waterbekkens waren. Het zijn echter gegraven vijvers. Dat het een gegraven vijver is wordt bevestigd door de aanwezigheid van een zandheuveltje ten zuiden ervan.

De Sparredwarslaan sloot aan op de ‘Dwarslaan bij het Watergat’; dat is het huidige fietspad dat ten noorden van de bosvijver ligt en aansluit op het ‘Voordaansepad’.
Oorspronkelijk werd de huidige Lindenlaan als Babelsteeg aangeduid en werd het pad in het verlengde ervan ‘Westlaan’ genoemd. B. en W. van Maartensdijk besloten in 1926 de Westlaan te vernoemen in Kastanjelaan. Het huis (Kastanjelaan 3) op de foto werd in 1920 gebouwd en bood vanaf 1937 onderdak aan de huisarts dokter Buisman. In 1993 is het grondig gerestaureerd. In datzelfde jaar genoemd De Meuk. Betekenis naam: bewaarplaats voor appels en