De Bilthovense journalist en biograaf Emile Schra gaat op 9 juni met Herman van Veen in gesprek over zijn warme nest in de Utrechtse Kievitdwarsstraat , zijn Harlekijnperiode in Westbroek en zijn 50-jarige theatercarrière.
De Bilthovense journalist en biograaf Emile Schra gaat op 9 juni met Herman van Veen in gesprek over zijn warme nest in de Utrechtse Kievitdwarsstraat , zijn Harlekijnperiode in Westbroek en zijn 50-jarige theatercarrière.

Herman van Veen in Bilthoven

Algemeen

'Een oorspronkelijke geest met een ontembare werklust.' Zo omschrijft Emile Schra de veelzijdige kunstenaar in zijn biografie 'Herman van Veen'. Op 9 juni komt Herman van Veen naar Bilthoven. Emile interviewt hem over zijn warme nest in de Utrechtse Kievitdwarsstraat, zijn leven en zijn 50-jarige theatercarrière.

door Rascha Ravestein

De dorpelingen in Westbroek staan gek te kijken wanneer Herman van Veen met zijn trawanten in 1970 hun intrek nemen in het oude gemeentehuis. Jonge muzikale honden, met lange haren en flinke bakkebaarden. Emile: 'Het was een bloeiende periode voor Harlekijn Holland. Herman trad op met pianist Laurens van Rooyen, organist Erik van der Wurff en gitarist Harry Sacksioni.' Ze zingen 'Suzanne neemt je mee naar een bank langs het water'. Over de vergeten held Jacob Olle. En over Liefde van Later. Onvergetelijke teksten van Rob Chrispijn. Volgens Emile was het één grote familie in die tijd. 'Herman overwoog zelfs om een woon- en werkgemeenschap in Westbroek te beginnen met al zijn medewerkers.' Pas in 1993 verlieten ze het pand.

Een spring-in-het-veld
In zijn jeugd bezoekt Emile Schra met zijn familie het oude gemeentehuis. Bedeesd schudt hij de hand van Herman. 'Mijn ouders waren helemaal idolaat van Herman en ze sleepten ons mee naar al zijn shows. Zijn stem vond ik prachtig en zijn teksten heel gevoelig. En een spring-in-het-veld op het podium.' Emile, zelf dramaturg van beroep, is nieuwsgierig naar het vervolg van de loopbaan van Herman van Veen. Hij besluit in 2012 een biografie te schrijven. In twee jaar tijd interviewt hij (oud-)medewerkers, collega's, Hermans' dochters Babette en Anne en zijn (ex-)vrouwen. Hij voert tien gesprekken met Herman zelf. Emile: 'Ik heb hem leren kennen als een zachtaardige dichter, een man die zich kwetsbaar opstelt. Maar hij heeft ook een groot ego. Laurens van Rooyen schoof een keer zijn piano een stukje naar voren op het podium, richting publiek. Toen duwde Herman de piano weer terug.'

Zijden sok of held
Herman heeft altijd voor- en tegenstanders gekend. Sommigen vinden hem een zijden sok. Maar in het nog communistische Oost-Duitsland was Herman een regelrechte held. Hij zong over staten, die muren rond mensen bouwen en over opgesloten zitten. Emile: 'Bepaalde liedjes mocht hij niet zingen en dat deed hij toch. Zijn tourmanager werd dan op het matje geroepen bij de Stasi. Bij het inladen van de kisten met licht, geluid en rekwisieten controleerde de politie op mensensmokkel. En bij de grens gingen er spiegels onder de vrachtwagen.'

Van schreeuw naar fluister
Emile roemt Herman's ontembare creativiteit en werklust. Hij schreef 70 boeken en bracht 178 cd's uit. Hij trad op in Duitsland, in Zuid-Afrika, in Parijs en stond op Broadway. Inmiddels is hij 70. En ook al hink-stap-springt hij niet meer over stoelleuningen en laat hij zich niet meer omhoog takelen aan een brandscherm, hij is nog volop actief. Erik van der Wurff, 50 jaar zijn metgezel en overleden in 2014, zei over zijn ontwikkeling: 'Veertig jaar terug zou hij geschreeuwd hebben. Nu fluistert-ie. Hij is meer ingetogen.' Tot eind 2015 toert Herman nog langs Nederlandse theaters. Van 3 tot en met 6 juni is hij te zien in de Stadsschouwburg in Utrecht.

Broedplaats voor jong talent
In 2012 stort hij zich in een nieuw project. Samen met gitarist Edith Leerkes koopt hij het landgoed De Paltz in Soestduinen, een natuurgebied van acht hectare. In de villa huist het kantoor, het (knipsel-)archief en een museum van Alfred Jodokus Kwak. In de kapschuur komen kindervoorstellingen en wil hij jonge kunstenaars laten optreden, 'zoals ook wij in onze jeugdjaren zijn geholpen.' Zo is de cirkel weer rond.