Grootse tederheid in de stal. (foto Karien Scholten)
Grootse tederheid in de stal. (foto Karien Scholten)

Franse koeien op de Hollandse hei

Algemeen

Glanzend groene Nordmannen staan naast de boerderij opgesteld, klaar voor de verkoop. Ieder jaar weer kunnen mensen bij de Zwaluwhoeve in Hollandsche Rading terecht voor de mooiste kerstbomen om hun huis rond de feestdagen mee te versieren. Het loopt storm.

Terwijl buiten de voorbereidingen voor kerstfeest in volle gang zijn wordt er in de stal een kalf geboren. De meeste koeien van Wout en Jopie Stormbroek lopen op de hei, maar voor het kalven komen ze naar binnen in de stal. Al enkele uren drentelt moeder koe heen en weer. Ze verwacht haar eerste kalf. Ook Wout drentelt heen en weer, want de geboorte is een cruciaal moment voor moeder en kind. En dan komen de pootjes en wordt de jongeling vlot geboren. Gelukkig. Moeder voor de eerste keer, maar onmiddellijk zorgzaam likt de grote, witte Charolais haar zoon droog, met een grootse tederheid.

Buitenlanders
Nederlandse natuurgebieden worden veelvuldig in stand gehouden door ‘buitenlanders’. Schotse hooglanders, Poolse konikpaarden, Duitse heckrunderen en Schotse galloways kleuren het landschap. De landerijen rond Lage Vuursche werden vroeger beheerd door boeren in dienst van de familie Bosch van Drakestein. Inmiddels zijn de meeste boeren verdwenen en de landerijen veranderd in natuurgebied. De natuurwaarde van het gebied wordt nu in stand gehouden door de Franse charolais-koeien van Wout en Jopie Stormbroek. Hun koeien eten gras en struiken uit de hei, zodat het open natuurterrein niet verandert in bos. Op deze manier zetten zij het werk van hun ouders voort. Zij bewonen de Zwaluwhoeve aan de Vuurse Dreef in Hollandsche Rading.

Verhalen
Aan de keukentafel komen de verhalen los. Wout vertelt hoe het begon: ‘Het was 1970. Mijn vader stopte als koeienboer, maar wilde graag het land houden om te hooien. Toen zijn wij koeien gaan houden. Wij hadden toen een loonbedrijf en werkten met Ford-tractoren. Het onderhoud hiervan werd gedaan door de Ford garage aan de Leidsekade in Utrecht (Stichtse Automobiel Maatschappij). De eigenaar, Willem van Wijk, had een aparte hobby. In 1968 had hij, samen met Dijkhuizen uit Loenen, de eerste Charolais-runderen ingevoerd vanuit Frankrijk. Van hem kochten wij onze eerste koeien, Francoise en Francisca. Stoere koeien voor de hobby, want je hoefde ze niet te melken’.

Heide
In 1980 zocht Staatsbosbeheer grazers voor de Stulpse heide en toonde interesse in onze Charolais. We kochten wat nieuwe koeien aan en zijn gaan fokken. Ook bij het Goois Natuurreservaat ontstond belangstelling voor onze dieren. We kregen de vraag of we nog meer koeien hadden en zo groeide onze kudde. We hadden nu ook een eigen stier nodig en moesten daarvoor naar Parijs, naar de ´Salon´, de landbouwtentoonstelling. Jopie sprak Engels en bij de balie vroegen we naar meneer Charolais. Hij werd opgespoord en de volgende dag nam hij ons mee naar zijn boerderij, 60 kilometer verderop. We sliepen die nacht in de auto, onder een brug, want de hotels waren vol. Ik heb me toen ´s morgens vroeg geschoren met de dauw van de voorruit’.

Jopie vervolgt: ‘Pierre Chautard nam ons mee naar zijn huis, want zijn moeder sprak ook Engels. Zij was gouvernante geweest in Engeland. We aten met de familie mee: ‘Voilà, pommes de terres’, werd er gezegd. ‘Nee’, zei Wout, ‘aardappelen’. Ik ben toen maar op Franse les gegaan. Wout had dat niet nodig tussen de boeren. Die mannen hadden allemaal dezelfde hobby, die konden elkaar zó wel verstaan’.

Stier
Wout vertelt hoe zij hun eerste stier kochten, Narquois (lachertje in het Nederlands): ‘Pierre zei: ‘Je moet naar Vichy komen, naar de nationale keuring van Charolais.’ We gingen er elk jaar heen en af en toe kochten we een nieuwe stier. We hebben er zeker 10 gekocht. De dag van aanvoer was ´t mooiste. Als ze de veewagen uitkwamen werden ze getoiletteerd op de wasplaats. ´Cosmetique´ heette dat, ingevet en opgekamd. Je zag de hele landkaart van Frankrijk in hun vacht. De volgende dag weer wassen en poetsen. In Vichy waren ze d´r 4 dagen goed druk mee.”

Later kwam er een tweede stier: ‘Rex, we kochten ‘m van Maurice en Raymon Léchenault. Met deze mensen hebben we contact gehouden. Als we kwamen, zorgden zij dat er een bed klaar stond. En wij dachten nog wel: die Fransen zijn eigenheimers, daar kom je niet binnen. Maar door hen hebben we Frankrijk leren kennen. Een afstand van 60 kilometer is daar niets. Tijdens een picknick langs de weg met een klaptafeltje, stoeltjes en verse koffie ontmoetten we een boer. Hij had ook Charolais en nodigde ons uit op zijn chateau waar een enorme oprijlaan naar toe leidde. In september zagen we hem weer op de tentoonstelling, alsof we dikke vrienden waren. Machtig, wat een kerel. Die Fransen, die hebben wel wat’.

Gevaarlijk
De koeien van Wout mogen oud worden. Maar stieren worden groot en gevaarlijk, daar nemen ze eerder afscheid van. Wout weet nog goed: ‘Caesar was onze beste fokstier. Hij woog 1680 kilo!!! Toen ´ie werd geslacht, stonden ze op het abattoir klaar met een karabijn, zo wild was ´ie. Ze moesten het slachthuis ombouwen om de stier op de slachtlijn te krijgen’.

Jopie herinnert zich hun toptijd: ‘We hadden 250 dieren. We begraasden 1200ha. hei: de Zuiderheide, de Westerheide, het grote Wasmeer en de Tafelbergheide bij Laren. Hier vonden we eens 6 koeien dood door de bliksem. Voor Staatsbosbeheer begrazen we nu nog 100 ha. Stulpse heide met het vennenstuk. Dat is mooi voor de koeien, want daar staat altijd water in en dat bevriest niet. Charolais hebben een goed karakter, ze zijn reuze mak. Wout begrijpt z’n dieren.’

Nog altijd rijdt Wout dagelijks naar zijn koeien met hooi of wat brood, om te zien of ze gezond zijn en om contact te houden. Vanuit de verte herkennen de dieren het motorgeluid van zijn auto. Als hij zijn wagen met hooi heeft neergezet, komen ze luid loeiend naar hem toe. Man en dier, ze hebben een goede band. Die Franse koeien, die hebben wel wat. (Karien Scholten)

Wout Stormbroek met zijn koeien in de warmte van de stal. (foto Karien Scholten)
Charolais op de Hollandse hei. Wout Stormbroek heeft een uitzonderlijke band met zijn dieren. (foto Karien Scholten, 2014)