Pas in 1719 werd de definitieve grens vastgesteld tussen Holland en Utrecht en werden tussen Eemnes en Loosdrecht palen geplaatst. Grenspaal 17 geeft wel de oude grens aan, maar stamt niet meer uit de 18de eeuw. In 1925 is een aantal van die palen vervangen door nieuwe. Nummer 17 is daar een voorbeeld van. (foto uit de verzameling van Koos Kolenbrander).
Pas in 1719 werd de definitieve grens vastgesteld tussen Holland en Utrecht en werden tussen Eemnes en Loosdrecht palen geplaatst. Grenspaal 17 geeft wel de oude grens aan, maar stamt niet meer uit de 18de eeuw. In 1925 is een aantal van die palen vervangen door nieuwe. Nummer 17 is daar een voorbeeld van. (foto uit de verzameling van Koos Kolenbrander).

Leeuwenpalen op de grens

Algemeen

door Henk van de Bunt

De noordgrens van de noordelijkste kern van de gemeente De Bilt is niet alleen de grens tussen De Bilt en andere gemeenten - Wijdemeren (Loosdrecht), Hilversum, Baarn en Zeist -, maar ook de grens tussen twee provincies: Noord Holland en Utrecht. Daarnaast is het waarschijnlijk ook een grens waar - met name lokale geschiedkundigen - het meest over hebben verhaald. 

In het archief van De Vierklank treffen we in 2002 al een artikel van Koos Kolenbrander onder de fraaie naam: ‘Fraai gebeeldhouwde stenen palen marke­ren provin­cie­grens’. Koos vertelt: ‘Onze voorouders hadden zich nooit zo erg druk gemaakt, waar pre­cies de grens tussen de huidige provincies Noord Holland en Utrecht lag (toen nog Holland en Het Sticht genoemd). Het totale veengebied strekte zich uit over de beide provincies: in oude oorkonden werd het ook wel de Wilde Veenen of het Wilde Bosch genoemd. De Wilde Veenen hadden toch weinig waar­de, maar nadat eenmaal de waarde van de turf was ontdekt, leefden de Graaf van Holland en de Bisschop van Utrecht in onmin met elkaar. Beiden deden een beroep op 'het zwarte goud', zoals de turf ook wel werd ge­noemd’. Er ontston­den eeuwenlan­ge twisten over de grenslijn’.

Verleden
Historicus Anne Doedens worstelt in 2001 in een artikel in de Biltse Grift onder de alleszeggende titel ‘Dorpen met geschiedenis in een gemeente zonder verleden’ met de ontstaansgeschiedenis van Hollandsche Rading. Een citaat daaruit luidt: ‘Zo was het huidige Hollandsche Rading betwist gebied in een van de grote ruzies van de Nederlandse middeleeuwen. De bewoners van de grensstreek kregen ruzie met elkaar, een twist die door graaf en bisschop werd overgenomen’. Op het Online Museum De Bilt vervolgt ook Doedens dit verhaal. ‘Toen in de veertiende eeuw hout schaarser was geworden en turf een belangrijke brandstof werd, kreeg ook het moerassige gebied ten noorden van Utrecht een grote economische betekenis. Het was echter een probleem, dat een deel van deze grond bestond uit grensgebied tussen Utrecht en Holland. De conflicten hierover werden in 1352 voorlopig bijgelegd. In 1356 lieten graaf Willem V van Holland en bisschop Jan van Arkel bij de Zuiderzee de eerste leo-paal of leeuwenpaal slaan. Die werd zo genoemd omdat aan de Hollandse kant het wapen van Holland met de klimmende leeuw stond en aan de andere kant het wapen van het bisdom Utrecht met twee kruisen en twee leeuwen. Vanaf die eerste paal werd de grens verder aangegeven met andere leeuwenpalen. In 1730 werden opnieuw 22 palen met wapens geplaatst, nu in steen. Daarvan waren er in 1923 acht verdwenen. Daarom werden twee jaar later nieuwe palen geplaatst. De grenspalen werden meestal op de punten waar de grens van richting veranderde gezet. Het was wenselijk dat je vanuit een grenspaal de volgende paal kon zien’. 

Grens
Er staan nog steeds zgn. leeuwenpalen o.a. langs de noordgrens van zowel Graaf Floris V-weg als de Vuursche Dreef; als zwijgende getuigen van een eeuwenlang meningsverschil over de vraag welke grond toebehoorde aan de graven van Holland en welke aan de bisschop van Utrecht. En verderop, naar het noorden en naar het zuiden, staan nog meer van die dooie dienders - aan de ene kant de leeuw van Holland uitgehakt, aan de andere kant de kruisen van de Stichtse bisschop. Ze vormen een kaarsrechte lijn, vanaf de oude Zuiderzeekust naar Utrecht.

Geselingen
Op ‘Oneindig Noord Holland’ lezen we ook een verhaal: ‘Palen verdwenen nogal eens spoorloos, zodat in 1719 opnieuw overleg op topniveau nodig was om te besluiten de grens vanaf de (vernieuwde) Leeuwenpaal bij Blaricum voor eens en altijd te markeren met nog eens 22 hardstenen palen, met een hoogte van zo’n 2 meter. Aan de Utrechtse kant van de grens zag je het wapen van die provincie, aan de Gooise kant de leeuw van Holland. Alle palen kregen een eigen nummer. Wie zo’n grenspaal (ze werden allemaal Leeuwenpalen genoemd) vernielde of verplaatste, kon rekenen op geselingen, het aanbrengen van een brandmerk en jarenlang verblijf in de kerker. Bij herhaling wachtte de galg. Dreigen met strenge straffen voorkwam niet dat in de loop van de eeuwen toch palen verdwenen. De Delftse hoogleraar Prof. A.W.M. Odé ontwierp in 1924 palen om de zoekgeraakte te vervangen. De Hollandse leeuw verving hij daarop door het wapen van Noord-Holland (met de drie leeuwen). De palen werden vervaardigd door steenhouwer H.J. Etienne. (model 1925). De grenspalen uit 1925 bevatten de provinciewapens. Oude hardstenen palen, die dreigden te scheuren, kregen een knelband om verdere aftakeling tegen te gaan. Kostte een nieuwe hardstenen grenspaal in 1924 nog 170 gulden, in 1980 was dat bedrag per paal opgelopen tot 10.610 gulden’.

Laatste paal
Paal nummer 1 is te vinden op de grens van de gemeenten Blaricum en Laren. Sommige van deze hardstenen monumenten staan fier langs een weg of aan de gracht, andere lijken zoekgeraakt in de bosjes of zijn terechtgekomen in een particuliere tuin. Waar de grens een bocht maakt, zie je twee grenspalen staan zodat er geen misverstand kan zijn over de juiste afbakening van de provincies. De Leeuwenpaal en de palen 1 t/m 16 staan op de oostelijke grens, 16 t/m 22 op de zuidgrens. Ter hoogte van Hollandsche Rading buigt de provinciegrens westwaarts en koersen we niet meer aan op de Domtoren. In het zuiden van het Gooi loopt de afgepaalde grens langs de Vuursche Dreef en Graaf Floris V weg. Daar vind je bij een boerderij paal nummer 22; de laatste in een rij hardstenen herinneringen aan hoogoplopende grensconflicten. De Leeuwenpalen zijn inmiddels provinciale monumenten.

Grenspaal nr. 22 (Model ‘1925’) staat op de hoek van de Weg op de Egelshoek (Hilversum) en Kanaaldijk (Hollandsche Rading) voor boerderij ‘Vredebest’. In WO II door de Duitsers kapot gereden en in 1953 vervangen door nieuw exemplaar.
Grenspaal nr. 20 (Model: ‘1925’ staat langs noordzijde van de Graaf Floris V weg (Hollandsche Rading) en zuidzijde ‘Einde Gooi’ (gemeente Hilversum).
Grenspaal nr. 18 (Model: ‘1925’) staat langs noordzijde van de Graaf Floris V weg (Hollandsche Rading) en zuidzijde ‘Einde Gooi’ (gemeente Hilversum) in Hollandsche Rading bij de kruising met de Utrechtseweg.
In november 2013 vertelden de plaatselijke historici Doedens en Kolenbrander bij grenspaal 16 aan de Vuursche Dreef verhalen over de grenspalenkwestie, die jarenlang de ‘gesprekken’ tussen ’t Gooi en Sticht bepaalden, aan geïnteresseerde wandelaars.