Een foto van Jagtlust uit 1933 net na de verbouwing tot gemeentehuis in 1932. Hier werden ze op gepakt, opgesloten en van daaruit afgevoerd naar kamp Amersfoort.
Een foto van Jagtlust uit 1933 net na de verbouwing tot gemeentehuis in 1932. Hier werden ze op gepakt, opgesloten en van daaruit afgevoerd naar kamp Amersfoort. Foto: uit de digitale verzameling van Rienk Miedema

Klein Putten in Tuindorp De Bilt

Algemeen

'Biltse doden rusten in Ladelund, West-Duitsland. Plan voor oprichting van een gedenkteken’. Een kop die ik lees in de Biltse en Bilthovense Courant van 20 november 1962, bijna 57 jaar geleden opgeschreven. Wie zijn deze Biltse doden? Zijn zij ook ‘vergeten’ slachtoffers van WOII? Is er een gedenkteken voor deze doden gekomen? In een artikel van Bernard Schut (week 2020/7) onder de titel ‘Het drama van Jagtlust’ gaat Schut hier op in. Nu wordt ook de verbinding gelegd met het Puttense Drama. 

In het Jodendom (in Bilthoven) worden huiszoekingen gedaan naar niet ingeleverde radio’s. Als een lopend vuurtje komt dit bericht in Tuindorp De Bilt terecht. Ondergedoken mannen besluiten te vluchten naar het bosje tussen Jagtlust en de begraafplaats Brandenburg. De vlucht wordt vanuit Jagtlust, het gemeentehuis van De Bilt, gezien door SS’ers. Er wordt een klopjacht gehouden en totaal 14 mannen worden opgepakt en rond 10 uur vastgezet achter Jagtlust. Drie van de mannen zijn ambtenaren van de gemeente De Bilt, toevallige passanten. De gevangenen werden beschouwd als politieke gevangenen. 

Neuengamme
’s Avonds worden ze afgevoerd naar Kamp Amersfoort. Daar worden ze samengevoegd met de Puttense mannen; ruim 600 Puttense mannen zijn na een aanslag op Duitse militairen opgepakt en op 2 oktober afgevoerd naar Kamp Amersfoort. Onder hen Jacob Kramer, een van de zgn. Zandmannetjes , van de Eikensteeg in Maartensdijk. 11 oktober 1944 worden 601 Puttense mannen en de 14 Biltse mannen per trein afgevoerd naar concentratiekamp Neuengamme in het noorden van Duitsland. Daar worden ze o.a. aan het ‘tankvallen’-graven in de omgeving van Ladelund gezet. Door zwaar en ongezond werk in combinatie met slecht eten, slechte huisvesting, ziektes en gewetenloze beulen worden in korte tijd veel Puttense mannen en dertien van onze medeburgers op een verschrikkelijke manier de dood ingedreven. Zij rusten in vreemde bodem.

Nieuwsblad
Direct na de oorlog, in een Puttens nieuwsblad, een oproep om informatie naar een van de ‘verdwenen’ Biltse mannen. Misschien dat ook Biltse mensen samen met mensen uit Putten direct na de oorlog in Duitsland gezocht hebben naar hun verdwenen familieleden. Wie weet heeft ook de gemeente De Bilt meegezocht. Al direct na de oorlog neemt de geestelijkheid in Ladelund contact op met het dorp Putten. De Lutherse pastor heeft 111 Puttenaren op de begraafplaats van Ladelund begraven. Van ‘onze’ dertien medeburgers zijn er tien door deze pastor In Ladelund begraven. Vanaf 1950 brengt elk jaar een delegatie uit Putten - waaronder ook Maartensdijkers - een bezoek aan Ladelund om de Puttense, maar ook de Duitse doden te herdenken. Vergeven maar niet vergeten.

In 1962 brengt als eerste mevrouw Groenemeijer- Verkuil een bezoek aan Ladelund. Zij is de zus van de omgekomen Hendrik Verkuil. Dat zelfde jaar is ook de enige overlevende, J. van Leeuwen, uit De Bilt bij de herdenking aanwezig. De geestelijkheid van Ladelund heeft hem uitgenodigd. Hij houdt een toespraak. Bij terugkomst wordt er een oproep gedaan aan de lezers van de Biltse en Bilthovense Courant om te doneren voor de herdenkingsmonument. 

Tuindorp
Het waren veertien medeburgers: elf mannen kwamen uit de wijk Tuindorp De Bilt. Een echte arbeiderswijk. Een eigen monument voor onze dertien op verschrikkelijke wijze omgekomen medeburgers is er niet nog niet gekomen. Na het krantenartikel in 1962, en een rapport van de politie De Bilt uit 1964 lijken wij ze vergeten. ‘Vergeten’ slachtoffers WO II in de vier voormalige gemeentes, hoe zorgen we er voor dat zij niet, niet meer, worden vergeten! 

(Douwe Tijsma)