Herdenking in Ladelund, met derde van links J. van Leeuwen. (foto Guus Groenemeijer; publicatie kamp Ladelund 1990).
Herdenking in Ladelund, met derde van links J. van Leeuwen. (foto Guus Groenemeijer; publicatie kamp Ladelund 1990).

Het drama van Jagtlust

Historie

Oorlogen laten sporen na, ook bij nabestaanden, ook na 75 jaar

In de geschiedschrijving van de oorlogsjaren in onze gemeente hebben met name de aanslag op de spoorlijn van 7 november 44, de terechtstelling van de fotograaf en verzetsman De Wolf en de tragische gebeurtenissen op 5 mei 45 in Westbroek aandacht gekregen. Minder bekend is het drama dat zich bij Jagtlust heeft afgespeeld.

Weliswaar noteerde al eerder Hans Brugman in Bezet en Verzet wat hier op 9 oktober 1944 gebeurde, maar in de plaatselijke pers bleef dit vrijwel onvermeld. Een gesprek met de heer Guus Groenemeijer Sr. uit De Bilt vormt de aanleiding er opnieuw aandacht aan te besteden. Hij bezocht samen met zijn vrouw en andere nabestaanden vanaf 1962 diverse malen Ladelund, het concentratiekamp waar de slachtoffers van de dramatische gebeurtenis bij Jagtlust uiteindelijk terechtkwamen en op één na het leven lieten.

December 1943

Eind december verplaatste de opperbevelhebber van het 88e legerkorps, generaal Reinhard, zijn staf naar Bilthoven. De belangrijkste onderdelen werden gelegerd in de driehoek Bilderdijklaan, Tollenslaan, Hasebroeklaan. Andere onderdelen in de Gerard Doulaan, de Van Dijcklaan en de Beethovenlaan. De logistiek kwam in Jagtlust. Het gemeentebestuur aldaar werd gedwongen te verhuizen naar het schoolgebouw in de Overboslaan.

Jagtlust

De morgen van 9 oktober vond er een razzia plaats, een klopjacht op arbeidskrachten voor de oorlogsindustrie. Het gerucht verspreidde zich snel. Ook naar de buurt waarin o.a. de Konijnenlaan en de Hazenlaan liggen. De onderduikers daar namen de benen naar het gebied achter Jagtlust, een toen nog braakliggend stuk grond met struikgewas, waar nu het RIVM gevestigd is. Maar ze hadden geen geluk. Want vanuit Jagtlust werden ze opgemerkt en zo werd ook hier de jacht op de onderduikers geopend. Elf man werd gepakt. En verder 3 gemeenteambtenaren, op weg naar hun werk in de Overboslaan, toevallige passanten. De jongste was 17. De oudste 39. Drie mannen kwamen uit één gezin. De groep werd een halve dag vastgehouden binnen een prikkeldraadversperring bij Jagtlust en toen zonder pardon afgevoerd naar Kamp Amersfoort.

Amersfoort

Kamp Amersfoort is berucht om het meedogenloze optreden van de kampbewakers. Het was bovendien een Durchgangslager; vandaar werden de gevangenen meestal na een proces naar andere concentratiekampen gedeporteerd. Waarschijnlijk hebben deze veertien gevangenen geen proces gekregen want al op 11 oktober werden zij afgevoerd naar Neuengamme een KZ in de buurt van Hamburg. De journalist W.L. Brugsma heeft in Neuengamme gevangen gezeten voordat hij naar Natzweiler werd overgebracht. Zoals andere kampen kende Neuengamme buitenkampen, een soort dependance-systeem. Vanuit Neuengamme was dat het Aussenlager Ladelund, gelegen aan de grens met Denemarken. Van de zeventien Bilthovenaren heeft slechts één gevangene het kamp de daarop volgende hongermarsen overleefd, Jaap van Leeuwen uit de Konijnenlaan, hij zag kans te ontsnappen en keerde uiteindelijk terug in Bilthoven.

Ladelund

Het buitenkamp Ladelund heeft maar 6 weken bestaan, van 1 november 1944 tot 16 december 1944. Het werd bestemd voor het aanleggen van de z.g. Friesenwall, een verdedigingslinie tegen aanvallen vanuit Denemarken. Naar Ladelund werden 2000 gevangenen ondergebracht, het had voorzieningen voor maximaal 250 personen. Medische voorzieningen ontbraken vrijwel volledig. Het werd een 'kamp des doods' met een zeer hoog sterftecijfer. Dertien van de veertien gevangenen uit De Bilt overleefden dit kamp niet, door uitputting bij de graafwerkzaamheden of omdat ze eenvoudig doodgeslagen werden.

Na de oorlog

De barakken van het kamp werden na de oorlog gesloopt, de grond werd weer bebouwd. Maar een klein stukje grond werd door de kerk gepacht en daar werd een Gedenkstätte opgericht. Omdat ook veel weggevoerde mannen uit Putten via Neuengamme in het kamp terecht gekomen waren, werden er al vroeg reizen georganiseerd voor familieleden. De eerste al in 1950.

Von Molier

Verantwoordelijk voor het bevel de 17 gevangenen naar Amersfoort te sturen, geen kamp voor onderduikers maar voor politieke gevangenen, was de SS-Obersturmführer (eerste luitenant) Von Molier. Na de oorlog is getracht hem op te sporen. Maar hij heeft kans gezien om spoorloos te verdwijnen.

Hans Griem

De kampcommandant van Ladelund, Untersturmführer (tweede luitenant) Hans Griem zag aanvankelijk na de oorlog kans om een veroordeling te ontlopen. In 1965 wordt hij opgespoord. In 1969 wordt een gerechtelijk vooronderzoek geopend. Het bewijsmateriaal is verpletterend. Maar Griem sterft op 25 juni 1971 en zijn zaak wordt gesloten.   (Bernard Schut)

Het dorpje Ladelund (ansicht).