Afbeelding

Op ’t bankje

Algemeen

De man die met een boos gezicht zwijgend bij me op het bankje komt zitten heeft het duidelijk niet naar zijn zin. Hij zegt nog niets en ik houd me ook maar gedeisd, want je weet maar nooit waar hij boos om is en als hij over iets opgefokt is weet je maar niet waar hij toe in staat is. Voor je het weet heb je een klap te pakken. Maar al gauw komt hij met zijn verhaal. Hij blijkt net een bekeuring voor wildplassen gekregen te hebben. En niet alleen dat, hij had bij het bosje waar hij zijn plas deed ook nog zijn auto op een plek neergezet waar een stopverbod geldt. ‘Dat is toch niet te filmen’, foetert hij. ‘Laat ze boeven gaan vangen. Ik moest ontzettend nodig en moet ik het dan in mijn broek doen. We hebben allemaal wel eens hoge nood en dan zoek je al gauw een plek waar je de plas kwijt kunt.’ Hij vertelt dat hij in Hilversum was en dat hij twee bonnen aan zijn broek kreeg. Eén voor het stoppen op een plaats waar het niet mag en één voor het wildplassen. Of ik dat niet ontzettend kinderachtig vond. Ik knik maar een beetje want ja, ik vind eigenlijk ook wel dat als je regels maakt die ook wel moet handhaven. Het is voor mannen een stuk eenvoudiger dan voor vrouwen. Een kennis van mij vertelde eens dat hij met zijn moeder ergens naar toe ging en dat zij onderweg heel nodig moest. Hij zette de auto op een parkeerplaats en zijn moeder deed een plas tussen twee auto’s in. Om haar te plagen reed hij tot haar grote schrik weg waardoor anderen haar konden zien. Ze was nog niet helemaal klaar maar stond gauw op, broek nog op de knieën en werd helemaal nat. Hij vond het altijd een leuk verhaal om te vertellen, maar ik vond het toch wel een rotstreek. Zijn moeder kon er later ook nog steeds kwaad om worden. Een soortgelijk verhaal hoorde ik een keer van een landmeter. Landmeters gingen vroeger met twee assistenten op stap en waren dan de hele dag buiten. Als je dan in het open veld bent is het geen probleem om ergens een plas te doen, maar in de bebouwde kom ligt dat anders. Die landmeter vertelde dat hij eens bij een huis heel nodig moest en tegen een heg plaste. Eén van zijn assistenten zag het aan en besloot hem tuk te nemen. ‘Goedemiddag mevrouw’, zei hij terwijl er in velden of wegen iemand te bekennen was. De landmeter vertelde dat hij zo schrok dat hij gauw zijn gulp dicht ritste. Ook in dit geval leverde het een natte broek op. Mooie verhalen, maar een bekeuring had het nooit tot gevolg. Dat het plasverbod ingevoerd is heeft natuurlijk wel een oorzaak. Als je leest dat de muren van eeuwenoude gebouwen in binnensteden worden aangetast omdat ze als urinoir gebruikt worden, valt er veel voor te zeggen om dat aan te pakken. De man naast mij is inmiddels wat gekalmeerd en hij kan er ondanks de bonnen zelfs alweer een beetje om lachen. Hij bedenkt al oplossingen voor het geval het hem weer eens overkomt. ‘Ik zorg dat ik voortaan een plastic bakje in de auto heb. Dan doe ik het gewoon in de auto en gooi het bakje leeg op de plek waar ik anders geplast zou hebben en waar geen stopverbod geldt. En nu ga ik er weer vandoor, want ik moet alweer plassen en dat doe ik nu toch maar liever thuis.’

Maerten