Afbeelding

Spontane natuur

Algemeen

Trots houdt het ventje een boeketje bloemen voor zich uit. Zijn ogen stralen. Kleine knuistjes omklemmen de tere steeltjes. Een puur veldboeket van kikkerbloem (fluitenkruid), koekoeksbloem, boterbloem en halmen bont bloeiend gras. Zelf geplukt langs de weg, voor papa, want mama heeft al bloemen.

De wegbermen zijn er vol van, blozende bloemen in knallende kleuren. Een gedekte tafel voor de insectenwereld. Hemelsblauw stralen vandaag vergeet-mij-nietje en ereprijs. Hondsdraf kruipt vastberaden tussen de grassprieten door. Wild geel wuift het laatste raapzaad, paardenbloem, stinkende gouwe. Uiterst bescheiden bloeit het herderstasje met kleine witte bloempjes. Overal staan madeliefjes in bloei, klaver, reigersbek, pinksterbloem. Onopvallend floreren dovenetel, look-zonder-look, zuring, muur. In een diep paarse gloed bloeien smeerwortel en wikke. Voor wie het wil zien is er de schoonheid van weegbree, witte helmknopjes in een kransje rond de aar. Uit vervlogen oorlogen was het plantje bekend als bloedstollend en helend en heet daarom ‘soldatenkruid’. Gekneusde blaadjes werken tegelijkertijd verfrissend na het aanraken van brandnetels en bij insectenbeten. Een vaak vertrapt kruid.

Bevolkingsgroei laat steeds minder ruimte voor spontane natuur. De planten- en insectensamenleving moet voortdurend wijken voor ondernemingslust, nieuwe wegen en nieuwbouwwijken. Zo verdringt onze verstedelijking de biodiversiteit. Maar waar menselijke activiteit alles overhoop haalt, springt klaproos knalrood te hulp. Als de bliksem leggen de tere planten losse grond vast, beschaduwen de uitdrogende bodem, verontschuldigen de chaos, in schaamrood.

En dan, ineens, is het natuurschoon verdwenen. De kleuren, de geuren, de bijen, versneden door scherpe messen van de maaimachine. Het lieve jochie zal nog een tijdje moeten wachten voordat zijn veldboeket is teruggekeerd.

(Karien Scholten)

In haiku:

Spontane natuur

Onopvallende schoonheid

Trekt mee langs de weg