Afbeelding

Op ‘t bankje

Algemeen

Helemaal ineengestrengeld komt het jonge stel aanlopen. Ze hebben alleen oog voor elkaar en lijken zich niets van de wereld om hen heen aan te trekken. Af en toe houden ze stil, kussen elkaar en lopen dan weer langzaam door, mijn richting op. Ik hoop dat ze doorlopen want dat gelebber naast me op het bankje zie ik niet zo zitten. Ik heb helaas pech. Ze vlijen zich neer op de bank en het tafereel gaat zittend verder. Van mij trekken ze zich niets aan, misschien hebben ze niet eens in de gaten dat ik er zit. Ik voel me erg ongemakkelijk maar wil ook niet direct opstappen. Aan de andere kant voel ik me nu net een voyeur. Ik zou er best wat van willen zeggen, maar daar heb ik het lef niet voor. Toch stoort het me en ik heb het gevoel dat het enige dat ik kan doen opstappen is. Na een poosje laten ze elkaar even los en schijnen dan pas in de gaten te hebben dat ik er zit. Een beetje beschaamd zegt het meisje: ‘Sorry meneer, maar hij is vanmorgen teruggekomen uit Amerika waar hij een paar maanden voor zijn werk een opleiding gedaan heeft.’ Ik knik en doe alsof ik nu begrip voor de situatie heb, maar ik blijf vinden dat ze beter een andere plek hadden kunnen uitzoeken. De jongen zit er inmiddels wat onderuitgezakt bij maar lijkt nog steeds niet van deze wereld te zijn. Het gelebber is in ieder geval afgelopen waardoor ik me toch wat vrijer voel. Het meisje vertelt dat dat ze elkaar vier jaar geleden hebben leren kennen en toen was de eerste zoen op dit bankje. ‘Alfons wilde graag hier weer even naar toe en toen kwamen de gevoelens van toen weer boven. Normaal zijn we niet zo kleverig hoor.’ Ik begin nu echt een beetje begrip voor de situatie te krijgen. Alfons lijkt er nog steeds niet helemaal bij te zijn. Hij staart een tijdje een beetje voor zich uit, maar plotseling gaat hij rechtop zitten. Hij haalt een doosje uit zijn zak en voor ik in de gaten heb wat er gebeurt zit hij geknield voor het meisje en hoor ik hem zeggen: ‘Roos, wil je met me trouwen?’ Verbaasd sla ik het tafereel gade. Zoiets heb ik alleen nog maar op de televisie gezien, maar nu zo maar in het echt bij het bankje. Onbeschaamd kijk ik naar wat er gebeurt. ‘Ja lieverd’, hoor ik haar fluisteren. Hij komt dan weer overeind en het gevrij begint opnieuw. Ik kan er nu wat meer begrip voor opbrengen en het duurt dit keer ook niet zo lang. Ik bedenk wat ik kan zeggen en als ze weer gewoon op de bank zitten zeg ik een beetje plechtig: ‘Mag ik jullie als eerste van harte gelukwensen’, en schud ze de hand. Ze danken me hartelijk voor de felicitatie en zien er heel gelukkig uit. De aanstaande bruid kijkt vertederd naar de ring die ze net heeft gekregen. ‘Ik voel me net een getuige bij een huwelijk’, zeg ik met een glimlach. ‘Het zou mooi zijn als u ook echt onze getuige zou zijn, u was er tenslotte bij toen ik gevraagd werd’, zegt het meisje. Ik heb het idee dat ze het nog meent ook. ‘Ik vind het zo echt wel genoeg hoor’, zeg ik lachend en dat vinden zij nu kennelijk ook, want er wordt verder niet op ingegaan. Even later stappen ze op en ik wens ze veel geluk. Op dezelfde manier als ze gekomen zijn gaan ze weer verder.

Maerten