In 1933 werd het sanatorium Berg en Bosch opgericht. Het hoofdgebouw en het klooster met kapel zijn in Delftse-schoolstijl uitgevoerd.
In 1933 werd het sanatorium Berg en Bosch opgericht. Het hoofdgebouw en het klooster met kapel zijn in Delftse-schoolstijl uitgevoerd.

Struikelsteen voor Judith Mendes da Costa

Algemeen

door Henk van de Bunt

Struikelstenen De Bilt plaatst op donderdag 25 augustus op het terrein van Berg en Bosch in Bilthoven een struikelsteen voor Judith Mendes da Costa. Voorafgaand vindt in De Kapel op datzelfde Berg en Bosch-terrein een minisymposium plaats.

Ten oosten van de Gezichtslaan werd in 1933 het sanatorium Berg en Bosch opgericht door de rooms-katholieke Vereniging tot Bestrijding der Tuberculose ‘Herwonnen Levenskracht’; het nu voormalige sanatorium Berg en Bosch in Bilthoven omvatte diverse gebouwen. Het hoofdgebouw en het klooster met kapel zijn in Delftse-schoolstijl uitgevoerd. 

De tuberculosepatiënten werden verzorgd door de zusters dominicanessen. In de tijd dat tuberculose nog als een volksziekte werd beschouwd waren er zo’n tachtig zusters werkzaam in het sanatorium. Behalve bezig zijn met de verpleging van de patiënten, gaven zij onderwijs aan kinderen, verrichtten zij laboratoriumonderzoek, administratieve taken en diverse huishoudelijke werkzaamheden. 

Zij woonden uiteraard ook op het terrein, in een gebouw dat het Zusterhuis werd genoemd, maar in feite een kloostergebouw is, gebouwd in traditionele vorm, namelijk met een kapel of zusterkoor, een refter (eetzaal) en een kloostertuin. De zusters hebben tot 1972 van het complex gebruik gemaakt en zijn toen verhuisd naar het klooster Blijdorp te Voorschoten. Ook de stoffelijke resten van de overleden zusters zijn daarheen overgebracht.

Orde
Judith Mendes da Costa was kloosterlinge van de Orde Dominicanessen en woonde in het klooster ten noorden van de Kapel op het Sanatorium Berg en Bosch. In 1942 deed aartsbisschop de Jong een herderlijk schrijven uitgaan waarin hij stelling nam tegen de Jodenvervolging. Als represaille werden 200 katholieke joden opgepakt en naar Kamp Westerbork gebracht onder wie Judith Mendes da Costa. Omdat zij van Joods-Portugese afkomst was werd zij als een van de weinigen weer vrijgelaten en keerde zij terug naar het klooster in Bilthoven. In opdracht van de priorin heeft zij daarna haar levensverhaal opgeschreven. Dit document is bewaard gebleven en biedt een interessante inkijk in de keuzes die zij heeft gemaakt en is daarnaast ook een ooggetuigenverslag van haar deportatie. In 1944 werd zij voor de tweede keer opgepakt en vond zij uiteindelijk de dood in Auschwitz.

Judith
Marga Pepping van het Joods Historisch Museum vertelt over haar: ‘Judith Henriette Mendes da Costa was de jongste van een gezin van zeven kinderen. Voor haar overgang naar het rooms-katholieke geloof verbrak zij haar verloving met een katholieke jongen. Deze gebeurtenissen hadden tot gevolg dat ze problemen kreeg met haar familie, ze verloor in 1927 haar werk als procuratiehouder bij een neef en leidde een zwervend bestaan. Op 1 september 1928 maakte Judith kennis met de zusters Dominicanessen in Voorschoten en legde op 30 april 1930 haar geloften af. Ze kreeg de kloosternaam Zuster Judith uit eerbied voor haar ouders. Ze deed administratief werk in Voorschoten en in het sanatorium Berg en Bosch te Bilthoven.

Op 2 augustus 1942 werd Judith in Bilthoven gearresteerd en overgebracht naar doorgangskamp Westerbork. Wegens twijfel aan haar afstamming van Portugese Joden, kreeg ze een ‘vrijstelling’ van deportatie, ze hoefde niet mee met het transport van 7 augustus 1942. Judith kon op 15 augustus terugkeren naar het Dominicusklooster op het terrein Berg en Bosch aan de Gezichtslaan in Bilthoven. Na haar terugkeer begon ze met het schrijven van haar levensverhaal, waarbij ze ook haar korte verblijf, van 3 tot 15 augustus 1942, in Westerbork beschreef’. Op maandag 17 augustus 1942 ontving Judith opnieuw een oproep om zich te melden, op station Utrecht op dinsdagavond 18 augustus. Door bemiddeling van een advocaat werd deze oproep vernietigd. Het schrijven van haar levensverhaal sloot ze af in Bilthoven in mei 1943. Toen de nederlaag voor nazi-Duitsland aanstaande leek, bleken de ‘vrijstellingen’ ook niets meer waard en werden veel Portugese Joden alsnog gearresteerd. Ook Judith kreeg weer een oproep voor Westerbork en kwam daar op 2 februari 1944 aan. Na twee weken, op 25 februari, moest ze op transport naar Theresienstadt. Vandaar werd ze op 16 mei 1944 gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau waar zij op 7 juli 1944 is vermoord.

Symposium
Het symposium begint om 15.00 uur in De Kapel op het Berg en Bosch-terrein. Na een welkomstwoord van de nieuwe voorzitter van Stichting Struikelstenen De Bilt Ella Prins zal Evert Theunissen als onderzoeker van de Stichting Struikelstenen De Bilt een korte historische schets van het Sanatorium Berg en Bosch geven, waarna Dr. Theo Salemink, emeritus universitair docent Katholieke Theologische Universiteit zal spreken over de relatie katholieken en Joden in Nederland rond de tweede wereldoorlog en Dr. P. Hamans, priester van het bisdom Roermond en biograaf van Judith Mendes da Costa in ‘Getuigen voor Christus, Rooms-Katholieke bloedgetuigen uit Nederland in de twintigste eeuw’ zal ook een bijdrage aan het symposium leveren. Rond 16.45 uur zal buiten voor de ingang van het voormalige klooster de steen gelegd worden.

De capaciteit van de kapel van Berg en Bosch is beperkt; belangstellenden wordt gevraagd zich per email aan te melden via: info@struikelstenendebilt.nl. Deelname aan het symposium is gratis; er is een mogelijkheid een vrijwillige bijdrage in de kosten te doen. Zie hiervoor www.struikelstenendebilt.nl


Aan de noordzijde van de kapel staat het zusterhuis, ook wel klooster genoemd; hier woonden immers dominicanessen. Links van en boven de ingang bevindt zich een hoekbeeld in zandsteen van de heilige Dominicus, de stichter van de orde der dominicanen.  


Tussen de kapel en het zusterhuis (Klooster) bevindt zich nog een afzonderlijke kapel voor de zusters dominicanessen. Deze is sinds de jaren vijftig niet meer in gebruik. 


Boven de deur van het klooster: Laudare, benedicere, praedicare (Lofprijzen, zegenen en prediken) is het motto van de Dominicanen; het is ook een lijfspreuk van de orde; woorden van genade en waarheid. 

Aan de noordzijde van de kapel staat het zusterhuis, ook wel klooster genoemd; hier woonden immers dominicanessen. Links van en boven de ingang bevindt zich een hoekbeeld in zandsteen van de heilige Dominicus, de stichter van de orde der dominicanen.
Tussen de kapel en het zusterhuis (Klooster) bevindt zich nog een afzonderlijke kapel voor de zusters dominicanessen. Deze is sinds de jaren vijftig niet meer in gebruik.
Boven de deur van het klooster: Laudare, benedicere, praedicare (Lofprijzen, zegenen en prediken) is het motto van de Dominicanen; het is ook een lijfspreuk van de orde; woorden van genade en waarheid.