Rovers in de rimboe

Regelmatig kom ik ze tegen op hun dagelijkse route door de natuur. In soepele tred over het pad, de zachte witte voetjes ontspannen, maar slagvaardig. De gedomesticeerde kat of huiskat weet zich hapklaar verzekerd van een excellent ontwikkeld dieet, maar de jacht zit ‘m in de genen...

Aaibaar en aanhankelijk weet ‘ie zich geliefd, draait zich wellustig in allerlei bochten op z’n rug om gestreeld te worden. Spinnend, staart omhoog, laat ‘ie zich liefkozende aanrakingen welgevallen. Maar plotseling kan zo’n poezelig dier pijnlijk veranderen in een meedogenloze moordenaar. Geruisloos sluipend, de ogen samengeknepen in venijn, scherp gesteld op z’n slachtoffer, alle spieren gespannen voor de grote sprong, kan ‘ie genadeloos toeslaan. De buit varieert van een vlieg in de vensterbank, een muis of een rat in de voorraadkast tot een roodborstje dat zich veilig waant op de voedertafel. Maar vooral het voorjaar biedt buitenkansen voor de seriemoordenaar. Dan zie je katten onder het nestkastje wachten op het moment dat de jonge pimpelmeesjes uitvliegen. Er zijn er die de rimboe in wandelen en met de restanten van een poezelig jong haasje terug keren.

Wanneer ze zelf jongen verzorgen zijn katten nóg gulziger. Buiten, bij hun verschijnen slaken vogelouders een noodkreet, duikt het jonge haasje diep weg in het gras, houdt de natuur z’n adem in. Poeslief of staatsgevaarlijk, ter bescherming van de natuur lijkt het beter om hun hormonen in toom te houden en ze te steriliseren. Huislijker achteraf, nog meer bereid het eigen terrein te verdedigen tegen indringers, zodat ook de natuur z’n kinderen groot kan brengen.

(Karien Scholten)

In haiku:

Poeslief en aaibaar
Struinen zij de rimboe af
Katten op rooftocht