Afbeelding

Op ‘t bankje

Algemeen

Eerst is het erg rustig in de straat waar ik op het bankje zit te genieten van fraai lenteweer, maar als een vuilniswagen de straat inkomt om de vuilcontainers te legen wordt het druk. Ik zie hoe de mannen in snel tempo hun werk doen. Het lijkt me een zwaar beroep en ik heb veel bewondering voor ze. De straat is erdoor geblokkeerd en al gauw staan er drie auto’s achter de vuilniswagen die er tot de volgende zijstraat achter moeten blijven, want passeren is niet mogelijk. Dan zie ik een auto met een behoorlijke snelheid aankomen. ‘Dat gaat niet goed’, denk ik. De chauffeur heeft pas op het laatste moment in de gaten dat de auto’s stilstaan en met gierende remmen brengt hij zijn wagen tot stilstand. Hij kan daarbij niet voorkomen dat hij tegen zijn voorganger op botst. Erg hard gaat het niet meer, maar er zal toch wel wat schade zijn. Met een wild gebaar zwaait de deur van de aangereden auto open en een blonde struise dame stapt uit en gaat naar de aanrijder. Die chauffeur is inmiddels ook uitgestapt. Het is een kleine man die wat onthutst de schade opneemt. ‘Had u niet uit kunnen kijken. U stuurt mijn hele planning in de war. Ik ben op weg naar Hilversum en over een uur begint mijn radioprogramma.’ Ze spreekt met de bekende Gooise R en is duidelijk boos. De man biedt zijn excuses aan, maar ze lijkt nauwelijks te luisteren. ‘Ik zocht een huisnummer en zag pas op het laatst dat u stilstond’, stamelt hij. Ik ben er ook bij komen staan en bekijk de schade. Die lijkt mij nogal mee te vallen. Alleen de bumpers zijn een beetje ingedeukt. Als ze constateert dat ze er wel verder mee kan rijden ontdooit ze wat en kan er zowaar een glimlach af. Ze bekent zelfs dat het haar ook al eens een keer is overkomen. ‘Mag ik u als getuige noteren’, vraagt ze mij. Ik kan moeilijk ontkennen dat ik het niet heb zien gebeuren dus geef ik haar mijn naam en adres. De schuldvraag is natuurlijk duidelijk. Wie iemand van achteren aanrijdt is schuldig heb ik altijd geleerd. Ze geeft mij en de man die haar heeft aangereden haar kaartje en vraagt de man ook om zijn kaartje. ‘Dan bel ik u vanavond wel op voor de verdere afhandeling. Ik moet er nu als een haas vandoor anders ben ik te laat voor mijn programma. Ze belt nog even en ik hoor haar in het kort het verhaal van de aanrijding vertellen. Ze zegt dat ze er zeker op tijd zal zijn en gaat er dan snel vandoor. De man voelt zich zo te zien nog steeds erg ongemakkelijk. ‘Het is een auto van de zaak en ze zullen niet blij zijn. Gelukkig is mijn baas realistisch en hij zal wel zeggen dat het iedereen kan overkomen en dat het maar blik is. Dan zegt hij vast dat hij blij is dat mijzelf niets is overkomen. Hij kijkt nog even naar de schade en vervolgt dan zijn weg. De vuilniswagen is al niet meer te bekennen, want ze doen hun werk in snel tempo. Als ik weer rustig zit bestudeer ik het kaartje van de vrouw. ‘Freelance programmamaker’ staat erop. Haar naam zegt me niets en ook haar stem kwam me niet bekend voor, maar ja, er zijn natuurlijk een heleboel radiostations. Ik begin te fantaseren hoe zij straks het programma presenteert. Misschien vertelt ze wel wat over de aanrijding. Ik ga thuis kijken of ik haar op de radio kan vinden.

Maerten