Afgelopen zondag klonk Bachs Matthäus-Passion weer in de OLV-kerk in Bilthoven.
Afgelopen zondag klonk Bachs Matthäus-Passion weer in de OLV-kerk in Bilthoven. Foto: foto Frans Poot

Matthäus-Passion terug in Bilthoven

Algemeen

Afgelopen zondag was de laatste zondag van de Veertigdagentijd, en de eerste dag van de Goede Week: Palmzondag, waarop de feestelijke intocht van Jezus Christus in Jeruzalem wordt gevierd. In de aanloop naar het Paasfeest wordt herdacht dat Jezus, zittend op een jonge ezel, door een jubelende menigte werd onthaald. Dezelfde menigte die nog geen week later, op Goede Vrijdag, om Zijn dood zou krijsen. 

Na twee jaar van afwezigheid vanwege corona was het Dudok Ensemble afgelopen zondag weer terug in een uitverkochte OLV-kerk in Bilthoven voor de traditionele uitvoering van de Matthäus-Passion, Bachs eeuwige meesterwerk over het lijden en sterven van Christus, waarin twee koren en orkesten in enkele adembenemende uren een magische partituur van geloof, hoop, liefde en verraad ten gehore brengen, bijgestaan door het kinderkoor van de Kathedrale Koorschool Utrecht, dat als een baken van hoop licht deed stralen over het menselijk tekort, het verdriet en de dood.

Nog dezelfde palmzondag bezocht Christus de tempel, waar Hij de geldwisselaars en handelaren verjoeg, en hun tafels omgooide: de zachtaardige Zoon van God die ook een wildeman kon zijn, alles in het belang van Zijn volk, dat hij wilde redden van de ondergang in de dood.

Dirigent Anthony Scheffer wilde ook een revolutionair zijn, en slaagde daar vlak voor de pauze in door prachtige dramatische accenten in de orkestbegeleiding te leggen die niet vaak gehoord worden. De koortsachtige tempi die hij echter direct vanaf het openingskoor de zangers oplegde leidden evenwel tot een nogal gehaaste vertolking van Bachs magistrale werk, waardoor niet alleen het orkest maar vaak ook koor en solisten de expressie van het grote wonder van Christus’ kruisoffer soms lastig konden vertolken en de uitvoering een wat afstandelijk, haast zakelijk karakter kreeg dat niet goed past bij het eeuwige liefdesoffer waar Bachs muziek van verhaalt.

In de talrijke koralen werd echter veel goedgemaakt: een volle, warme klank golfde dan door de zaal waarbij de liefde van tekst en muziek als een warme waterval tot in de zielen van de aandachtige luisteraars doordrong. En prachtige traditie die hopelijk nog lang blijft bestaan. (Peter Schlamilch)