Hopelijk keert de bij terug

door Henk van de Bunt

Honderden jonge bomen en struiken zijn afgelopen week op Landgoed Beukenburg in Groenekan aan de aarde toevertrouwd. Boswilgen, hulst, meidoorn, zoete kers, wilde mispel, sleedoorn, hazelaar, Gelderse roos, egelantier en sleedoorn: ze zijn allemaal terug. En met de bomen hopelijk ook de bijen en 450 andere insectensoorten.

Sonne Copijn, die zich met haar Bee Foundation inzet voor het behoud van bijensoorten en biodiversiteit, kreeg bij het planten hulp van ongeveer honderd vmbo-leerlingen van het Aeres Maartensdijk. Zij ziet dat na een aantal dagen het grootste gedeelte van de in totaal 2500 struiken en bomen in de grond staan. 

Hard nodig
Met de hulp van de leerlingen en de steun van de Rotary De Bilt/Groenekan verrijst langs het spoor op landgoed Beukenburg een oase voor wilde bijen en andere insectensoorten zoals vlinders en hommels. ‘En dat is nodig’, aldus Sonne. ‘Van de inheemse planten, die vanaf de ijstijd in ons land voorkwamen, is nog maar drie procent over. Daardoor sterven unieke insectensoorten uit. Door hier inheemse struiken te planten zorgen we dat ze behouden blijven en terugkeren’.

Rapport
Vorige week verscheen er een alarmerend rapport van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur; ‘De staat van de Nederlandse natuur is ronduit slecht’, zeggen de onderzoekers. ‘De overheid richt zich te veel op beschermde natuurgebieden zonder te beseffen, dat ze deel uitmaken van grote ecosystemen. Veel dieren gebruiken omliggende gebieden om voedsel te vinden of doorkruisen die gebieden op een trektocht naar plekken waar ze overwinteren’. De raad adviseert daarom een veel ‘inclusiever’ natuurbeleid. ‘Voor een grootschalig herstel van de biodiversiteit is het essentieel dat het natuurbeleid wordt verbreed. Het beleid zal zich moeten richten op ál het groen in ons land, dus zowel op de natuur in beschermde gebieden als daarbuiten’, stellen de onderzoekers.

Specifiek moet de directe woonomgeving veel groener worden. Niet alleen omdat dat goed is voor de biodiversiteit, maar ook ‘vanwege het belang van een groene leefomgeving voor de gezondheid en het welbevinden van mensen’. Voor alle burgers moeten er op fiets- of loopafstand natuurgebieden zijn.

‘De combinatie van inheemse struiken bij bossen en weilanden vormt een natuurlijke schakel’ zo besluit Sonne Copijn. ‘Er is veel meer nodig, maar dit is natuurlijk een prachtige aanzet’.