De brandweerkazerne voor de restauratie.
De brandweerkazerne voor de restauratie. Foto: (uit de digitale verzameling van Rienk Miedema

Vooralsnog geen kroon op het werk

Algemeen

door Henk van de Bunt

Eindjaren dertig bouwde de voormalige gemeente Maartensdijk op een beeldbepalende plaats bij de ingang van het dorp Maartensdijk - in traditionalistische stijl - een karakteristieke brandweerkazerne en politiebureau met dienstwoning. De kazerne werd jaren later een rijksmonument. 

Dat blijkt uit de ‘Beschrijving van het rijksmonument’: ‘In 1940 door architect Ch.L. Quéré in traditionalistische stijl ontworpen brandweerkazerne. Het gebouw is deels vrijstaand, deels vast-gebouwd aan een dienstwoning die buiten de bescherming valt. De kazerne is uitgevoerd met een toren ten behoeve van het drogen van de slangen. Door de landelijke ligging is de toren één van de herkenningspunten binnen de gemeente’.

Slangen
Net als alle kazernes tot in de jaren zestig werd de Maartensdijkse kazerne uitgerust met een slangentoren. Deze diende er voor om de toen nog canvasbrandweerslangen hangend te drogen. In Westbroek gebeurde dat in een zijkapel van de toren van de Nederlands Hervormde kerk. Als kers op de taart werd de slangentoren bekroond met een koperen dak, waarin op karakteristieke wijze de sirene was geïntegreerd. Een aantal jaren geleden waaide het dak van de slangentoren los. Om ongelukken te voorkomen werd dit koperen dak verwijderd en opgeslagen.

Nieuwbouw
Voor het nieuwe bos-brandweer-blusvoertuig waren de bestaande deuropeningen te laag. Er werd in overleg tussen de VRU en de eigenaar - de gemeente De Bilt - een plan opgesteld voor een moderne nieuwbouw naast de kazerne en restauratie van de kazerne en slangentoren. Naast de karakteristieke brandweerkazerne verscheen er een moderne garage waarin de blusvoertuigen volgens de geldende richtlijnen gestald kunnen worden.

Restauratie 
Douwe Tijsma onderzocht de zaak. De voormalig gemeentelijk medewerker vertelt: ‘De kazerne met slangentoren werd gerestaureerd, waarbij er een steiger verscheen om de toren. De karakteristieke ventilatieopeningen werden in oude staat teruggebracht en de toren werd opnieuw gevoegd. Na verwijdering van de steigers was er nog steeds een monumentale toren nu bekroond door een tuttig bitumen tentdakje.

De toren is volgens de monumentenbeschrijving de blikvanger in de landelijke omgeving. Van deze blikvanger is echter die koperen kroon verdwenen. De vraag wanneer het monumentale koperen dak weer op de toren zou komen werd na lang doorvragen beantwoord met ‘het monumentale koperen dak is er niet meer’. De aansluitende vraag of er een nu een koperen replica op gaat komen kon niet door de gemeente beantwoord worden’.

Handhaving
Tijsma vervolgt: ‘Volgens de monumentenwet is het verboden zonder vergunning een monument aan te tasten. De vraag over handhaving wordt nu toch wel actueel. Gaat de gemeente De Bilt het goede voorbeeld naar andere monumenteigenaren geven en zich zelf handhaven? Hoe kan de gemeente De Bilt een complete torenbekroning kwijt raken? Komt er een nieuwe passende koperen bekroning van de toren? 

Beeldbepalend; ook na de restauratie.
De gerestaureerde toren zonder kroon.