Afbeelding

Fred en Netty Massing zestig jaar getrouwd

Algemeen

- ingezonden mededeling -

Ouderen, de hulpmotor in de Biltse woningmarkt

Met een glimlach kijkt Gert-Jan ter Beek naar de titel van zijn presentatie (zie boven). Het is wellicht wat overdreven, maar wij ouderen willen en gaan een belangrijke rol spelen, zo vervolgt hij.

Van alle eengezinswoningen in Nederland zijn er circa 60 % bewoond door ouderen boven de 60. Jazeker, vitaal en met nog veel plannen. Maar soms is het huis is iets te groot geworden nu de kinderen het huis uit zijn. En ja, de tuin zal met de jaren iets minder aandacht krijgen. Ook de verduurzaming van de oude woning zal een ding worden.

60 %, dat zijn iets van 5 miljoen woningen in de huur- en de koopsector in de dure en minder dure buurten. Oud wordt je of je rijk of arm bent. In mijn jeugd was het normaal dat als iemand 65 werd en hij/zij had geluk, het verzorgingstehuis de deur wijd open zette. Die tijden zijn voorbij. Sterker: het overheidsbeleid ondersteunt ouderen om langer in hun woning te blijven wonen. We zijn vitaler dan vroeger.

Maar dat heeft ook een andere kant. Het huis dat vroeger vrij kwam voor de jongere generatie, zal nog jaren bewoond worden door ons ouderen. En daar waar we vroeger gebruik maakte van de gedeelde voorzieningen in het tehuis, wordt nu veel geld uitgegeven om elke woning apart aan te passen aan de ongemakken van het ouder worden (zorg en huishouden). En dan is vereenzaming ook een punt.

Gert-Jan vervolgt. Het langer thuis wonen van ouderen is natuurlijk super. Maar die keerzijde speelt ook. Hij ziet het vaak genoeg om zich heen; ouderen die het ook wel hebben gehad in het tochtige en stille huis of ouderen die dit zelf voorzien dat dit gaat gebeuren en het een stapje voor willen zijn. We zouden wel iets kleiner of overzienbaars willen. Dan worden zij ook geconfronteerd met de huidige crises op de woningmarkt; er is niks. Soms in grote appartementencomplexen, vaak buiten de buurt waar je oud bent geworden.

Doorstroming in de woningmarkt is een groot probleem, zoals de gemeente De Bilt in haar woonvisie terecht stelt. Maar hoe vreemd is het. Voor jongeren die geen woning hebben, moet worden gebouwd en terecht. Maar voor ouderen die zelfs een woning achterlaten (!), wordt niet of nauwelijks gebouwd.

Gert-Jan is inmiddels iets vuriger geworden. Ik heb Oldeburen opgericht om iets te doen aan die gebrekkige doorstroming voor ouderen. Oldeburen richt zich op het ontwikkelen van kleinschalige (6 tot 12 appartementen) duurzame woonalternatieven voor ouderen. Waarom kleinschalig? Ik wil zelf niet in zo’n groot wooncomplex wonen waar iedereen een nummer is. Ik wil zoveel mogelijk in mijn buurtje blijven wonen en daar is vaak niet zoveel plek voor grote projecten.

We hebben onze wijken en kernen ingericht met de uitdagingen uit het verleden. We hebben nu andere en heel urgente uitdagingen (woningnood, klimaat, kosten van de zorg). Is het zo gek om eens te kijken naar de opzet van onze bestaande buurt met die nieuwe uitdagingen in ons achterhoofd? Creatief nadenken over een open veldje, iets veranderen aan een bestaand park, een hoekhuis iets uitbreiden, een woonblok anders opzetten, etc. En wie zou niet accepteren in de buurt dat mevrouw Jansen van 2 straten verderop, die al 40 jaar woont in deze buurt, een mooie plekje krijgt? Daarbij hebben kleinschalige projecten een minder lange realisatietijd en is de impact op het verkeer en milieu een stuk minder.

Indien 1 op de 20 ouderen zouden besluiten naar een appartement/ouderenwoning over te stappen, zou dit de hulpmotor worden naar 250.000 woningen in de koop- en huursector in Nederland. Voor De Bilt zou deze redenatie, met veel omslagen, circa 390 woningen in die sectoren kunnen opleveren. Als we 200 woningen met kleinschalige projecten in de buurten kunnen realiseren, vind ik het ook goed. Oldeburen gunt die woningen aan inwoners van die buurten. Dat betekent dat er nog eens 200 woningen in de doorstroming bij komen! De discussie over Manhattan aan het spoor en bouwen buiten de “rode contouren” zal dan een andere dimensie krijgen.

De gemeente ziet het belang van doorstroming en de rol die ouderen hier kunnen spelen, maar in De Biltse praktijk wordt daar nog te weinig mee gedaan. Mijn buurvrouw zoekt al meer dan 4 jaar een appartement in haar buurt, er is een wachtlijst voor de appartementen van Huize Concordia. In Maartensdijk wordt uitgekeken naar initiatieven voor ouderenwoningen en dat zal in de andere kernen echt niet anders zijn.

Oldeburen wil een specifiek behoefte-onderzoek bij ouderen doen en vervolgens een inventarisatie uitvoeren waar er mogelijkheden zijn. Oldeburen wil in overleg met de gemeente een programma van projecten uitvoeren. Dit programma zal goed verdeeld zijn over de verschillende segmenten (laag, midden en hoog) zodat ook in segmenten waar niet of nauwelijks iets voor ouderen wordt ontwikkeld, dit toch mogelijk is. En nogmaals: de woonalternatieven worden gegund aan de ouderen uit die buurt.

Gert-Jan is overtuigd dat een programma-gestuurde aanpak van Oldeburen tot meer woningen voor ouderen zal leiden, tot een versnelling van de verduurzaming van het woningbestand en tot besparingen kan leiden in de zorg. Door ons te richten op ontwikkeling van ouderenwoningen in de diverse buurten verdelen we de effecten van meer woningen over de buurten in plaats van grote projecten op 1 locatie met enorme effecten op mobiliteit, milieu en het karakter van kernen.