Blozende bomen
Blozende bomen

Blozende bomen

Algemeen

Tussen de takken door speelt de zon die ochtend met de herfstkleuren van het bos. Tinten van diep scharlakenrood naar goudgeel tot kastanjebruin en van alles daartussenin. Fijntjes raakt zonneschijn de gouden bladeren aan, zet ze in vuur en vlam, maakt andere doorzichtig. Stofdeeltjes dansen door het licht, insecten lijken zich te warmen aan de stralen. 

Spinrag wordt verrassend zichtbaar, geraffineerd, meer kunstwerk dan gevaarlijk. Vroege dauwdruppels flonkeren, versterken de schittering van de omringende schoonheid.

Tijdens het groeiseizoen zetten planten, dankzij het chlorofyl in hun blad, zonne-energie om in voedingsstoffen en zuurstof (fotosynthese). Chlorofyl of bladgroen in de bladeren absorbeert hiervoor alle zichtbare kleuren uit het zonlicht, behalve groen. Het groene licht wordt teruggekaatst, waardoor wij de bladeren als groen zien. Als de dagen korten en de temperatuur daalt, trekken bomen en struiken het kostbare chlorofyl uit de bladeren terug en slaan dat op in de takken. Nu worden plotseling andere pigmentstoffen zichtbaar, de kleuren van de herfst.

“De herfst is twee weken later dan vijftig jaar geleden”, las ik in de krant. “De populieren werden pas laat geel en de linde had al kaal moeten zijn.” Maar nu is het toch plotseling zover. Bomen blozen in vurige kleuren, in de wetenschap dat de wind ze binnenkort uit zal kleden. Blad en vruchten van de zomer worden afgeschud. Naar hartenlust graven merels op de grond in de hopen blad naar springstaartjes, pissebedden en wormen. Gezamenlijk veranderen zij het blad in humus, een bonte deken als waardevolle voedselvoorraad. Voorwaarde voor een groen voorjaar.

(Karien Scholten)

In haiku:

Blozende bomen
Schudden het zomergroen af
Een vurig afscheid.