Gemeenteraad moet verschil in opvatting wegen
Algemeendoor Henk van de Bunt
De vergadering van de raadscommissie Openbare Ruimte op donderdag 16 september om 20.00 uur vindt weer fysiek plaats in de Mathildezaal. Vanwege de 1,5 meter maatregel is er beperkt plaats voor publiek; bij de vergaderingen in de Mathildezaal kunnen 25 toehoorders c.q. insprekers aanwezig zijn naast raad/college/directie/ambtenaren (max. 27). De vergadering is thuis live te volgen via het raadsinformatiesysteem.
De agenda vermeldt onder punt 5 het collegevoorstel in te stemmen met de ‘Ruimtelijke randvoorwaarden voor herontwikkeling Leyenseweg 38’ als basis voor uitwerking in een gewijzigd bestemmingsplan. Aalberts Ontwikkeling en DID Vastgoedontwikkeling hebben in december 2019 het voormalige en leegstaande politiebureau aan de Leyenseweg in Bilthoven gekocht. Aalberts & Did BV, (verder ontwikkelcombinatie genoemd), willen op het terrein woningen realiseren. De gemeente De Bilt is in een vroeg stadium aangehaakt bij dit initiatief en wil het ernaast gelegen volkstuinencomplex bij de gebiedsontwikkeling betrekken. Dit vanuit de grote woningbehoefte die in de gemeente leeft. Het samenvoegen van beide locaties biedt kansen om een integraal plan te maken met meer woningen en meer plankwaliteit. De gemeente is zelf eigenaar en verhuurder van de volkstuinen.
Leyensetuin
Het college schrijft: ‘De locatie van het voormalig politiebureau aan de Leyenseweg 38 in Bilthoven is eind 2019 aangekocht door een ontwikkelende partij. De locatie ligt tussen het terrein van de brandweerkazerne aan de westzijde en een gemeentelijk volkstuinencomplex aan de oostzijde. De gemeenteraad besloot in 2020 een voorbereidingskrediet beschikbaar te stellen voor nader onderzoek naar de mogelijkheden van woningbouw op de locatie Leyenseweg 38 en van verplaatsing van het volkstuinencomplex. Met de beoogde ontwikkeling centraal in de kern Bilthoven geven wij de locatie van het leegstaande politiebureau een nieuwe invulling voor woningbouw. Voor de naastgelegen volkstuinen hebben wij een nieuwe plaats aan de Noorderkroon op het oog teneinde ook dat terrein en het aansluitende voormalige gemeentelijke opslagterrein te betrekken bij de woonfunctie’. De nieuw te bouwen woningen dragen volgens het college bij aan de beleidsdoelen in het kader van sociale woningbouw en de woonbehoefte (76 procent appartementen en 53 procent betaalbare huur) en een grondexploitatie die met een positief saldo sluit.
Participatie
Het college vervolgt: ‘Direct bij de aanvang van het traject in februari 2020 is het college een participatieproces met omwonenden gestart. Het participatieniveau rondom het opstellen van de ruimtelijke randvoorwaarden past in de categorie ‘meedenken’. Het participatieproces was uitgebreid en intensief. Tussen twee buurtbrede bijeenkomsten hebben zes bijeenkomsten met een delegatie van omwonenden in een samengesteld Adviesteam plaatsgevonden. Alle informatie over de bijeenkomsten is terug te vinden op de gemeentelijke website. Op basis van de inbreng van de buurt is het plan aangepast met een groenere inrichting en een ‘jaren ‘30 bouwstijl’, maar op onderdelen als de bouwhoogte en woningaantallen zijn verschillen van mening gebleven. Gelijktijdig met het participatieproces over de ruimtelijke randvoorwaarden, hebben wij in samenspraak met de gebruikers van het naastgelegen volkstuinencomplex gezocht naar een alternatieve locatie voor de volkstuinen. Een locatie aan de Noorderkroon nabij bestaande volkstuinen blijkt geschikt als alternatieve locatie. Wij werken het verplaatsingsplan voor de volkstuinen verder uit en streven naar een bruikbare alternatieve locatie in 2022.
Verschil
In het opgestelde Participatieverslag wordt vastgesteld: ‘Gedurende circa anderhalf jaar is intensief overleg gevoerd met een Adviesteam met vertegenwoordigers van omwonenden en een vertegenwoordiger van de wijkvereniging Vogelenzang. Concluderend kan worden gezegd dat vooral over het aantal woningen en de hoogte van een deel van de bebouwing verschil van mening bestaat. Waar de ontwikkelaar aangeeft dat de haalbaarheid van het plan afhangt van het aantal woningen en de verhouding appartementen en eengezinswoningen, geeft de gemeente aan dat er vanuit de woonvisie en de woningnood eigenlijk behoefte is aan meer woningen, in het bijzonder appartementen. Gedurende het proces is er een maximale invulling gepresenteerd van 88 appartementen als potentieel wenselijk model, maar dat is mede door het participatieproces aangepast naar de huidige 68 woningen, deels eengezinswoningen, deels appartementen op een (door verwerving van het perceel van de brandweer) iets vergroot plangebied. Vanuit het Adviesteam is aanvankelijk gepleit voor vooral eengezinswoningen. Gaandeweg het overleg is de combinatie van eengezinswoningen en appartementen acceptabel bevonden. Dat zou echter tot een maximum van 50 à 60 woningen moeten leiden. Het Adviesteam pleit voor een planopzet waarbij alle bebouwing in twee lagen met een kap wordt uitgevoerd, wat tot 57 wooneenheden zou moeten leiden. Het is aan de gemeenteraad om dit verschil in opvatting te wegen in haar besluitvorming’.