Ten prooi
Ten prooi

Ten prooi

Algemeen

Het is lammerentijd, een drukke periode voor de schapenhouder. Geregeld word ik gebeld om een schaap of een geit te verlossen. Teveel pootjes in de geboorteweg, een teruggeslagen kop of een stuitligging belemmeren de lammetjes om vlot geboren te worden. Meestal loopt het goed af en likt de moeder haar kinderen vervolgens tevreden knorrend droog. De eerste dagen blijven ze in de beschutting van de stal, maar na een weekje gaan ze naar buiten.

Menigeen ervaart een weiland vol met dartelende lammetjes als de vrolijke variant van voorjaar. Samen met hun moeders veilig achter draad, zo nu en dan verrast met voederbrokjes, eten zij zich rond. Alles geheel in overeenstemming met de modernste veeteelt adviezen.

Wilde dieren daarentegen kiezen hun eigen pad. Zij eten her en der een hapje, zijn constant alert op vreemde trillingen of geluiden en ruiken wanneer kruiden worden vertrapt. Zo zijn ze paraat om bij onraad direct te kunnen vluchten.

Twee totaal verschillende werelden, maar het kan niet anders of ergens raken zij elkaar. In het buitengebied zijn velen bekend met het soms raadselachtig verdwijnen van kippen uit het kippenhok. Roofdieren als vossen en marters voelen zich thuis in de bebouwing. Zij kennen ons gedrag en weten wanneer ze toe moeten slaan, vaak op het moment dat wij nog op bed liggen.

Een schaapskudde loopt wat verder van huis, dichter bij de wilde natuur. Luidruchtig houden de lammetjes contact met hun moeders. Vanuit de beschutting observeren roofdieren hun gedrag en kiezen zo hun prooi. Hierin vrezen we vooral de vos, hoewel ook de wolf steeds vaker van zich laat horen. Een wilde rand aan ons georganiseerde platteland.

Onverwacht kan ook een hond veel dierenleed veroorzaken.

(Karien Scholten)

In haiku:

Spoor van de rover

Waar natuur de kudde raakt

Valt het lam ten prooi