Afbeelding

Moord op Dudok

Algemeen

Dit feuilleton speelt zich af in de denkbeeldige plaats Heuvellust. Alle personen hebben fictieve namen. Daar is bewust voor gekozen opdat niemand gekwetst wordt en de goedmoedigheid van de ingebouwde grappen bewaard blijft. Een goed verstaander heeft slechts een half woord nodig en zal het lokale karakter in dit spannende en grappige verhaal ongetwijfeld ontdekken. Deel gemist? Kijk op www.vierklank.nl.

door Julia van de Laan

Deel 11 De tip van Simon Spinhoven

Wat vooraf ging: Na een lezing over het belang van Dudok voor de architectuur in Heuvellust, is boekhandelaar Wieke van Beek verdwenen. Kees-Jan van der Meer, hoofdredacteur van de Heuvelkoerier, gaat samen met boekverkoopster Maaike op onderzoek uit. Maaike ontdekt de tas van Wieke op het dak en de politie wordt ingeschakeld. Wieke blijft spoorloos. Tipgever Simon Spinhoven denkt te weten waar Wieke is. 

‘Wieke maakt het prima,’ zei Simon Spinhoven. ‘Ze zit in een goed hotel, maar de ontvoerders hebben haar telefoon afgepakt, zodat ze geen contact kan opnemen met de buitenwereld. En als ze even buiten haar kamer wil, gaat er onopvallend een mannetje mee. Tot in de sauna toe.’ 

‘Dat zal ze leuk vinden! En is er in dat hotel werkelijk niemand die haar herkent?’ 

‘In Friesland? Dat lijkt me niet. Blijkbaar nemen de ontvoerders dat risico.’ 

Wieke zat dus in Friesland, dat was in ieder geval een aanknopingspunt, dacht Kees-Jan. Maar hij moest meer weten. 

‘Maar waarde hoofdredacteur, voor ik verder ga wil ik eerst even afrekenen.’ Kees-Jan had op dit moment kunnen wachten. Spinhoven zat altijd op zwart zaad en wilde geld zien. Tot nu toe had de Heuvelkoerier hem nooit betaald voor een tip, maar in dit speciale geval lag het misschien anders. 

‘Hoeveel had je gedacht? Honderd euro? Tweehonderd euro? Meer? Heb je enig idee waar ik het geld vandaan moet halen bij een armlastige krant als de Heuvelkoerier?’

‘Je boekt het maar af onder diversen algemeen en als je niet betaalt, ga ik nu echt.’ Spinhoven voegde de daad bij het woord en vertrok. 

Kees-Jan zat ermee in zijn maag. Het verhaal over de ontvoering naar een hotel in Friesland klonk onwaarschijnlijk, maar het kon evengoed waar zijn. Als hij dit publiceerde had hij een dijk van een primeur, die landelijk aandacht zou trekken. Misschien was er dan wel een grote krant die het jammer vond dat zo’n goede journalist in Heuvellust verstopt zat...

Hij legde zijn dilemma voor aan Inge en haar mening was duidelijk. ‘Nooit betalen voor informatie en Spinhoven is een onbetrouwbare bron, dus niet publiceren. Maar misschien kan hij contact leggen met een architectuurblad voor een verhaal over Dudok en Heuvellust.’ 

‘Nou moe,’ zei Kees-Jan, ‘zie jij de dingen nog wel in de juiste verhoudingen? Het gaat hier anders wel over een ontvoering.’ 

Kees-Jan dacht nog na over de wonderlijke reactie van zijn collega Inge, toen zijn telefoon ging. Politieman Prinsen tipte hem met veel omhaal van woorden dat er een lichaam was gezien in de rivier bij Vikingstad. ‘Wij weten natuurlijk nog niets zeker en je hebt het niet van mij, maar er drijft daar iets in het water. En het zou een vrouwenlichaam kunnen zijn.’ 

(Wordt vervolgd)