Afbeelding

Moord op Dudok

Algemeen

Dit feuilleton speelt zich af in de denkbeeldige plaats Heuvellust. Alle personen hebben fictieve namen. Daar is bewust voor gekozen opdat niemand gekwetst wordt en de goedmoedigheid van de ingebouwde grappen bewaard blijft. Een goed verstaander heeft slechts een half woord nodig en zal het lokale karakter in dit spannende en grappige verhaal ongetwijfeld ontdekken. Deel gemist? Kijk op www.vierklank.nl.

door Julia van de Laan

Deel 7 De tas van Wieke 

Wat vooraf ging: Na een lezing over het belang van de architect Dudok voor het dorp Heuvellust lijkt boekhandelaar Wieke van Beek plotseling verdwenen... Dan klinkt er vanaf het dak een ijselijke gil. Kees-Jan van der Meer, hoofdredacteur van de Heuvelkoerier, gaat samen met boekverkoopster Maaike op onderzoek uit. 

‘Nu ik toch bijna boven ben, wil ik wel eens op het dak kijken,’ zei Maaike, duidelijk opgelucht dat Kees-Jan haar werkgeefster niet op het dak had aangetroffen. De laatste minuten hadden ze trouwens ook geen gil meer gehoord. Daar stonden ze dan, op veilige afstand van de rand. Ze keken uit over Heuvellust en de contouren van de bossen. In de verte zagen ze de omtrekken van de kathedraal in de stad en de hoge gebouwen van het nieuwe kantorencentrum. Toen ze zich omdraaiden, lichtte het water van een recreatieplas op. Maaike en Kees-Jan herkenden steeds meer gebouwen en plekken en ze wezen elkaar aan wat ze zagen. Het werd nog bijna gezellig, vooral omdat ze bij hun ontdekkingstocht muzikaal begeleid werden door de opstijgende klanken van Ronnie en de Rolkoffers. De band was blijkbaar weer begonnen met spelen. Vaag meende Kees-Jan ‘The sound of silence’ te herkennen. Blijkbaar waren de bandleden grote liefhebbers van Simon en Garfunkel. 

De bijna vredige sfeer werd opeens wreed doorbroken door een keiharde gil van Maaike.

‘Geen grappen,’ sprak Kees-Jan haar streng toe. ‘We hebben al genoeg paniekzaaierij gehad.’ 

‘Dat is, dat is...’ stotterde Maaike en wees naar een donker voorwerp achter de liftkoker. 

‘Dat is een tas,’ zei hij. ‘Die heeft iemand hier vergeten. Misschien een dakwerker of zo.’ 

‘Dat is de tas van Wieke!’ riep Maaike. ‘Haar tas! Zij is dus hierboven geweest en nu verdwenen. Ze zal toch niet...’ 

Onwillekeurig liepen beiden iets meer naar de rand. Zou Wieke hier overheen..?

Er werd een deur opengegooid. Ringbaard en Partij van de Vooruitgang stormden gebroederlijk het platte dak op. ‘We hoorden weer een harde gil!’ 

‘Ja, dat klopt,’ zei Kees-Jan. ‘Dat was Maaike hier. Die schrok zich lam toen ze de tas van Wieke zag.’ 

Waar is Wieke dan?’ vroeg Ringbaard niet al te snugger. 

‘Dat is nu juist waarover we ons zo druk maken!’ snauwde Kees-Jan. 

‘We moeten de politie bellen,’ vond de Partij van de Vooruitgang.

Maar bellen bleek al niet meer nodig. ‘Niets aanraken!’ zei iemand streng. Ringbaard, die op het punt stond de tas op te pakken, deinsde achteruit. 

Kees-Jan herkende de stem van rechercheur Steef Prinsen, onder wiens verantwoordelijkheid Heuvellust viel. ‘Jij bent er ook snel bij,’ zei hij. 

‘Jij ook,’ zei Prinsen gevat. ‘Ja, iemand belde ons dat er bij de boekhandel iets aan de hand was. ‘Iemand?’ Prinsen haalde afwerend zijn schouders op. ‘Ja, iemand.’

‘Een man of een vrouw,’ probeerde hij nog de journalist uit te hangen, maar Prinsen had hem door. ‘Zeg, dit is geen persconferentie. Ik moet aan het werk.’ 

(Wordt vervolgd