Afbeelding

Moord op Dudok

Algemeen

Dit feuilleton speelt zich af in de denkbeeldige plaats Heuvellust. Alle personen hebben fictieve namen. Daar is bewust voor gekozen opdat niemand gekwetst wordt en de goedmoedigheid van de ingebouwde grappen bewaard blijft. Een goed verstaander heeft slechts een half woord nodig en zal het lokale karakter in dit spannende en grappige verhaal ongetwijfeld ontdekken. Deel 1 gemist? Kijk op www.vierklank.nl.

door Julia van de Laan

Deel 2 Het boek van Joke van Lunteren

Wat vooraf ging: Kees-Jan van der Meer, hoofdredacteur van de Heuvelkoerier, bekijkt op woensdagmiddag de redactieagenda voor de komende week. Die avond zal hij voor de krant een lezing over Dudok bezoeken in de plaatselijke boekhandel. 

Het onderwerp architectuur interesseerde hem maar matig, tot ergernis van Charlotte die hem op vakantie in Italië van de ene kerk naar het andere museum sleepte. Gelukkig had zijn vrouw vanavond haar vriendinnenavond, want Kees-Jan vond het weinig eervol als ze hem aan het werk zag. Natuurlijk zou hij niet de hele avond in de boekhandel blijven. Meestal volstond hij met het maken van een foto en daarbij plaatste hij een bijschrift over een sfeervolle en goed bezochte bijeenkomst. Gemakkelijk zat en iedereen tevreden, daarmee kon weinig mis gaan. Behalve dan die keer toen een nogal pedante schrijver met zelfs voor Heuvellust te rechtse sympathieën ruzie had gekregen met een deel van de bezoekers en de lezing bijna op een vechtpartij was uitgelopen. Het was aan een telefoontje van Wieke te danken dat hij op het laatste moment een ander verslag had geschreven dan over een ‘succesvolle avond’ en een ‘belangstellend publiek’. 

Kees-Jan zag dat het al bijna zes uur was. Hij kon thuis gaan eten, maar daar had hij niet zoveel zin in. Charlotte was altijd quasi-verbaasd als hij aankondigde dat hij ‘s avonds nog weg moest voor de krant. Dan koos hij liever voor een hapje bij bistro Bankgeheim, een voormalig bankgebouw tegenover de boekhandel. Daar kon hij een broodje hamburger naar binnen schuiven zonder het kritische commentaar van Charlotte, die na haar veertigste plotseling vegetariër was geworden en de laatste tijd weigerde om vlees te kopen. Kees-Jan appte Charlotte dat hij niet kwam eten, maar vanavond niet al te laat thuis zou zijn. Toen dertig seconden later zijn telefoon zoemde, kon hij de tekst wel raden, net als de chagrijnige smiley. 

Even voor half acht liep hij de boekhandel binnen waar de band die als muzikaal intermezzo zou optreden, aan het inspelen was. Ronnie en de Rolkoffers, een plaatselijk fenomeen. Zanger Ronnie woonde, niet geheel toevallig, in het door Dudok ontworpen flatgebouw naast de boekhandel. De Rolkoffers bestonden uit een drummer, een bassist en een gitarist, die hun uiterlijk sinds de jaren zestig niet hadden aangepast. Bejaarde hippies, stelde Kees-Jan weer eens vast, aan wie de tijd voorbij was gegaan. 

Wieke begroette hem even hartelijk als altijd. Ze stelde hem voor aan de spreekster, Joke van Lunteren, een goed geklede kunsthistorica van een jaar of vijftig, die na dertig jaar research eindelijk een boek over Dudok had geschreven. Haar levenswerk, vermoedde Kees-Jan. Hij maakte een beleefd praatje met de schrijfster, wenste haar veel succes en verheugde zich op het moment waarop hij ongezien kon vertrekken. Natuurlijk moest hij nog wel een fotomoment arrangeren. De kunsthistorica poseerde trots met het boek en claimde zijn aandacht met een lang verhaal over de invloed van Dudok in Heuvellust en omgeving. Het kostte hem moeite om aan haar betoog te ontsnappen, maar gelukkig was een seintje van Wieke zijn redding. ‘Ik moet beginnen!’ riep Joke van Lunteren zenuwachtig en liep halverwege haar verhaal weg. 

(Wordt vervolgd)