Afbeelding

Musea sluiten maar het Online Museum De Bilt blijft open

Algemeen

Het zakje Reckitt’s blauw was voor generaties huisvrouwen een begrip: je kon daarmee je witte was nog witter maken. Tientallen jaren werd het in De Bilt gemaakt door het Engelse bedrijf Reckitt en Colman. De fabriek stond aan de Utrechtseweg en maakte ook Brasso koperpoets, Silvo zilverpoets, Steradent voor kunstgebitten en Lysol. Nu is het industriële verleden in de gemeente in kaart gebracht.

De musea in Nederland zijn opnieuw gesloten, maar het Online Museum De Bilt is nog open. Speciaal voor al die dagen in een zojuist aangevangen jaar is er een rondleiding gemaakt langs het industriële erfgoed in de dorpen die nu De Bilt vormen.

Agrarisch
De oudste dorpen in de gemeente hadden vooral een agrarisch karakter. In de melkveehouderij maakten de boeren zelf boter en kaas: een vorm van huisnijverheid. Later leidde dat ook tot industrieën. Men ziet een gebouw van ‘De Utrecht, de voormalige boterfabriek aan de Dr. Welfferweg in Achttienhoven. Er waren in de dorpen wel ambachtslieden. Uit de bedrijven van bijvoorbeeld smeden groeiden soms kleine nijverheidsondernemingen, die later konden uitgroeien tot een metaalfabriekje. Een voorbeeld is de firma Blass en Groenewegen, die onder meer hekwerk maakte.

Vingerhoed
Al in de zeventiende eeuw was er in De Bilt een fabriek van vingerhoeden, waar later andere metaalwaren werden gefabriceerd. De productie maakte gebruik van een watermolen in de Biltse Grift. In Westbroek waren er in de negentiende eeuw kleine scheepswerven.

Voor de ontwikkeling van bedrijven was de aanwezigheid van een weg van groot belang. Vanaf de dertiende eeuw bestond de Steenweg, een belangrijke bestrate weg die van Utrecht langs De Bilt naar Keulen liep. Doordat de Wittevrouwenpoort ’s avonds gesloten was, stopten postkoetsen buiten Utrecht. De reizigers konden overnachten in De Bilt, waar een herberg en later meerdere hotels stonden. Deze stroom van reizigers en koetsen leidde ook tot de vestiging van rijtuigmakerijen. Later legden rijtuigbouwers zich toe op de bouw van carrosserieën voor automobielen. 

Groninger koek
De komst van spoorwegen en stations trok ook industrieën aan. Maartensdijk kreeg vanaf 1874 een station en diverse haltes. De Groninger Klaas Evenhuis kwam naar Maartensdijk en richtte daar aan de Industrieweg in 1954 de Evenhuis Groninger Koekfabriek op. Het beeldmerk op de gevel vertoonde vier rozijnen of krenten. In Groenekan was vanaf 1918 de Eerste Stichtsche Kopergieterij en Metaalwarenfabriek ESKEM een belangrijke werkgever. Het bedrijf had een eigen perron aan de spoorlijn.

Graan
Bilthoven kwam pas laat tot ontwikkeling. Toen in 1863 het spoorwegstation was geopend, trok dat veel industrie aan. De Coöperatieve Landbouwvereniging en Graanmaalderij De Bilt en Omstreken voorzag in de behoefte van de boeren. Het bedrijf had een terrein aan de Rembrandtlaan in Bilthoven met een eigen aansluiting op het spoor. In het sanatorium Berg en Bosch maakten patiënten als arbeidstherapie houten speelgoed dat onder de naam ADO werd verkocht en nog steeds een populair verzamelobject is. 

Hooggeschoold
Zowel het KNMI als de Rijksuniversiteit in Utrecht waren belangrijke werkgevers, waardoor hooggeschoolde werknemers in De Bilt kwamen wonen. Een vergelijkbare rol speelde het RIVM, dat in 1953 naar Bilthoven verhuisde. Onder invloed van deze wetenschappelijke instituten ontstonden er diverse bedrijven die meetinstrumenten maakten zoals Instrumentenfabriek Smitt.   

Familie
Veel kleine industrieën, die in de stad Utrecht te weinig ruimte hadden, verhuisden naar De Bilt. Bedrijven waren vaak drie of vier generaties in handen van dezelfde familie. Helaas moesten diverse ondernemingen door de grote concurrentie sluiten. Sommige bedrijven werden overgenomen door grotere ondernemingen en naar elders verplaatst. Andere succesvolle industrieën hadden hier te weinig mogelijkheid om uit te breiden en verhuisden ook naar andere locaties. Wel werden telkens nieuwe kleine ondernemingen gestart, die gebruik maakten van nieuwe    technologieën en markten.

Op het Online Museum De Bilt kan je een digitale rondleiding langs vijftig bedrijven volgen. Kijk op www.onlinemuseumdebilt.nl.          (Dick Berents)