Een kathedraal van bomen in het Leyensebos
Een kathedraal van bomen in het Leyensebos

Een kathedraal van bomen

Algemeen

‘De mensen gebruiken hun ogen niet. Ze zien nooit een vogel, ze zien een mus. Ze zien nooit een boom, ze zien een beuk. Ze zien begrippen’, zei de Ierse romanschrijver Joyce Carey in de eerste helft van de vorige eeuw. 

Lange, grijze ‘bospilaren’ dragen het dak van ons Leyensebos, een plafond dat in deze herfstmaanden gevormd wordt door een ingewikkeld mozaïek bestaande uit fijne takjes, de laatste blaadjes en grijsblauwe doorkijkjes, als parels aan een ketting. Hoog in de lucht springt een eekhoorntje koorddansend over de takken, op zoek naar de laatste nootjes. De herfstblaadjes vormen hier een glanzend patroon op de vloer, als in een balzaal.

De reuzen langs het pad minachten de tijd en trekken zich weinig aan van wat die nietige mensen daar beneden allemaal doen: loyaal doorstaan ze samen de eeuwen. Er echoën vele gelukkige kinderlachjes tussen deze zuilen, het voelt veilig en liefdevol in deze kathedraal van bomen. 

Beukenbomen kunnen 200-400 jaar oud, en tot bijna 50 meter hoog worden. Ze worden vaak in lanen geplant, zoals ook hier in het Leyensebos in Bilthoven. De wetenschappelijke naam is mogelijk afkomstig van het Griekse ‘phagein’ (eten), naar de eetbare nootjes van de beuk. 

Een oud Duits gezegde luidt: ‘Vor Eichen sollst du weichen, Buchen sollst du suchen!’ (Vermijd eiken en schuil onder beuken), want beuken beschermen namelijk tegen de bliksem. Ze zijn sterk, maar wanneer één boom uit de rij sterft kan daarna door zonnebrand de een na de andere volgen. En dan kan dat nietige mensje hem weer ineens helpen, net zoals hij hem ooit plantte: hij kan de beuk in doeken wikkelen en beschermen tegen een voortijdige en onnodige dood. Zo blijft deze kathedraal bestaan. (Peter Schlamilch)