De bloei van de laatste rozen
De bloei van de laatste rozen

De wellust van de goden

Algemeen

‘Gelukkig als de goden lijkt mij de man die vlak tegenover jou zit, en luistert naar je mooie stem en lieve lach, zodat plots mijn hart in mijn borst bonst… zodra ik naar je kijk stokt mijn stem, mijn tong is gebroken, een licht vuur loopt door mijn huid, ik zie niets meer, mijn oren suizen…’

Zo begint een van de schitterende gedichten van de Griekse dichteres Sappho (5e eeuw v. Chr.). Ze noemde de roos ‘de koningin der bloemen’, en zelfs de Indiase goden Vishnu en Brahma maakten al ruzie over de vraag welke bloem de mooiste is: de roos of de lotus? Toen Vishnu Brahma een prachtige roos toonde was hij overtuigd: de roos is de mooiste van alle bloemen! 

 Rood is de kleur van het leven, liefde en vriendschap, van het vuur en van de zonnegloed. Zo waren de deurposten van de Israëlieten rood gesmeerd als teken dat de wraakengel deze deuren voorbij ging en rode dieren als leeuwen, vossen en eekhoorntjes golden eeuwenlang als vuur- en zonnesymbolen; rode bloemen als rozen en anjers teken van brandende liefde. Lijden, liefde, offeren: omdat bloed rood is, is rood is de ook kleur van de hartstocht.

De Griekse erotische en hedonistische dichter Anacreon, tijdgenoot van de eerder genoemde Sappho, noemde de roos ‘de wellust van de goden’, en in de tijd van de grote Perikles, die de Acropolis liet bouwen, was de roos een beeld van zinnelijke schoonheid en geestelijke bevalligheid, maar tevens van het volle genot, waarvan het leven vervuld was.

 De roos was ook het symbool van geheimen. Zo gaf de godin van de vrouwelijk schoonheid, liefde, seksualiteit en vruchtbaarheid, Aphrodite (volgens Botticelli’s beroemde schilderij zelf geboren in een waterval van rozen), een roos aan haar zoon Eros, de god van de liefde, die deze vervolgens gaf aan Harpocrates, de ernstige god der stilzwijgendheid of stilte, om hem te bewegen de liefdesavonturen van zijn moeder niet te verklappen. De term ‘Sub rosa’ (Latijn voor ‘Onder de roos’) wordt al sinds de 16e eeuw gebruikt om aan te geven dat bepaalde informatie geheim is. Paus Hadrianus VI liet boven de deuren van zijn biechtstoel een roos in het lofwerk snijden. De roos werd daarom ook aangebracht als symbool voor vertrouwelijkheid in conferentiezalen, kloosters en biechtstoelen.

 Nu de rozen ook in onze omgeving hun laatste bloei vertonen, realiseren we ons ook hun Christelijke symboliek: Maria wordt wel ‘de roos zonder doornen’ genoemd, omdat zij vrij is van de erfzonde. De vijf rozeblaadjes hebben gelijkenis met de vijf kruiswonden van Christus en staan voor Zijn martelaarschap. De witte roos is het symbool der maagden; de rode roos die van de Christelijke martelaren. De heilige Bernadette van Lourdes zag Maria aan haar verschijnen met gele rozen op de voeten. In de moderne tijd staat de roos niet alleen voor de liefde maar ook voor vergankelijkheid. De geknakte roos verwijst naar het door de dood afgebroken leven; de verdorde roos naar het verwelkte lichaam.

(Peter Schlamilch)