Luchtfoto (van voor 2007) van het gehele terrein met klooster, kapel en begraafplaats.[uit de verzameling van Koos Kolenbrander]
Luchtfoto (van voor 2007) van het gehele terrein met klooster, kapel en begraafplaats.[uit de verzameling van Koos Kolenbrander]

Religieuze veren afgeschud in nieuw Elisabethpark

Algemeen

‘Omgeven door kapitale landhuizen verrijst op het doodlopende stuk Kloosterlaan in Lage Vuursche uitlopend in het bos, de nieuwbouw van verpleeghuis Elisabethpark. De verhuisoperatie voor de 49 bewoners was op 18 september 2018. Sint Elisabeth heet voortaan Elisabethpark’; aldus kopte de Gooi- en Eemlander in april 2018. 


door Henk van de Bunt

Het authentieke dorpje Lage Vuursche is zeer geliefd bij toeristen vanwege de bosrijke omgeving, de gezellige restaurants, winkeltjes en natuurlijk de wandelmogelijkheden. Prachtig gelegen in de bossen, net buiten het dorp bevinden zich nu de accommodaties van Elisabeth Park: één woonlocatie voor mensen met een lichamelijke beperking (Merelhof) en twee locaties voor ouderen met een vorm van dementie (Vinkenhof en Lijsterhof.) Oorspronkelijk was het een Rooms Katholiek Klooster, inmiddels ontmoeten verschillende geloofsovertuigingen elkaar op Elisabeth Park.

Veren
Met de nieuwe naam schudde het gebouw van zorginstelling Lyvore voorgoed de religieuze veren af. De zusters van de congregatie Onze Lieve Vrouw in Amersfoort waren al een tijdje weg. Het oude klooster met kapel, een monument, gebouwd in 1927 blijft behouden. ‘Vroeger waren er soms trouwerijen en diensten in de kapel. Maar dat is verleden tijd. De kapel is officieel ontheiligd’, aldus Margot van Impelen, van zorginstelling Lyvore. De religieuze orde zwaaide decennia lang de scepter in het toenmalige sanatorium voor patiënten met tuberculose en later het verpleeghuis. Klooster en kapel werden verkocht aan een gefortuneerde Vuurschenaar en later weer doorverkocht aan iemand uit Hollandsche Rading, zo blijkt uit gegevens van het Kadaster. Deze nieuwe ‘bezitter’ zou plannen hebben om zorgwoningen te realiseren aan de Kloosterlaan 29 weten ingewijden in het dorp. Het pand heeft de status van gemeentelijk monument. Er is door de gemeente een sloopstop er voor afgekondigd; bij de verkoop is bedongen dat alle cliënten van Sint Elisabeth de kapel nog minimaal tien jaar kunnen gebruiken

Kiek
In 2007 wijdde Koos Kolenbrander in één van zijn onmetelijk vele ‘Kiek nou toch ’s effe an…’ een bijdrage aan het toen 80 jarig bestaan van Sint Elisabeth in de Lage Vuursche. Koos Kolenbrander: ‘Het ontstaan in 1927 van het klooster en sanatorium Sint Elisabeth is een initiatief van de congregatie van de Zusters van Onze Lieve Vrouw van Amersfoort. Jonkvrouw Elisabeth F.M Bosch van Drakestein (1853-1931) bood samen met haar familie de zusters in 1925 voor 3000 gulden een perceel bosgrond in de Lage Vuursche aan, waarop ze een klooster annex sanatorium konden gaan bouwen. De familie Bosch van Drakestein stelde als enige voorwaarde dat de Kapel bij het klooster ook voor buitenstaanders toegankelijk moest zijn. In de Lage Vuursche was geen Rooms Katholieke kerk. Zij moesten altijd in Soest ter kerke gaan. De familie Bosch van Drakestein stelde tevens 128.000 gulden beschikbaar om de bouw van het klooster te kunnen realiseren. Het huis en de kapel zijn op 1 september 1927 gewijd. In de glas in loodvensters van de kapel zijn naast bekende heiligen zoals Theresia van Lisieux en Julia Billiart ook de naamgeefster van het klooster - de heilige Elisabeth van Thuringen - afgebeeld’.

Tweede Wereldoorlog
Koos vervolgt: ‘Spoedig na de oplevering van het klooster in 1927 kwamen de zusters, die aan tbc leden in tentjes in het bos of op een open terras te liggen om in de buitenlucht te kuren. Tijdens de bezetting gaven de zusters eten aan onderduikers die zich in het bos hadden verstopt. Ook kinderen uit Hollandsche Rading en Lage Vuursche mochten bij de zusters in de keuken komen eten. Na verraden te zijn verrichtten de Duitsers huiszoeking, verhoorden alle aanwezigen en plunderden het klooster, waarbij zelfs de miswijn door de soldaten werd opgedronken. Na de oorlog werd St. Elisabeth een verpleeghuis en was er onder het lekenpersoneel een aantal dames uit Hollandsche Rading en Maartensdijk’.

Prominenten
Over de contacten met het eigenlijke dorp Lage Vuursche schreef Kolenbrander: ‘Alhoewel het klooster afgelegen ligt in de bossen is er vanaf het begin altijd contact tussen de zusters en de bewoners van de Lage Vuursche. De zusters begonnen ooit uit liefhebberij een kleuterschooltje voor de kinderen in het dorp. Het schooltje telde slechts drie kinderen en heeft niet lang bestaan. Wel werden de zusters regelmatig door Beatrix en Claus als oppas gevraagd voor hun kinderen op Drakenstein. Ook prominente figuren zoals de bisschop van Groningen Mgr. Nierman en de aartsbisschop van Utrecht Kardinaal Alfrink verbleven soms op St. Elisabeth.

Kippen
In oktober 2018 schreef ds. Gijsbert Kruijmer daarover in de bode van de plaatselijke hervormde gemeente: ‘Het oude St. Elisabeth behoort tot het verleden, er zijn veel goede herinneringen aan verbonden. Herinneringen aan zoveel mensen, die er lang hebben gewerkt of gewoond, die vrijwilligerswerk hebben gedaan. Het oude verpleeghuis had een bepaalde sfeer over zich. Zo zijn er veel herinneringen. Nu staan er mooie nieuwe gebouwen. Ook de kippen hebben een nieuw onderkomen gekregen, zij zullen het er goed hebben, onder het toezicht van oud-scriba Jan Kuijt. De zorg, die aan het geheel is besteed, geeft aan dat het gaat om de zorg voor mensen, om welzijn in de brede zin van het woord’.

Restant ruïne
Met genoemde Jan Kuijt lopen we over het oude St. Elisabeth (verleden) en over Elisabethpark (heden): ’t Is allemaal wel heel anders geworden; qua indeling, sfeer en beleving. Er zijn wel huiskamers, maar een recreatiezaal ontbreekt. Voor de coronatijd verzorgden wij hier al ontmoetingsmomenten; die moesten we altijd maar ‘ergens doen’. Mijn vrouw ervaart hetzelfde bij haar activiteitenbegeleiding’.

Kuijt verzorgt ook 4 dagen in de week de vogels en de kippen, die in een riante behuizing zijn ondergebracht. ‘Twee dagen neemt iemand het van mij over en op zondag is het een vastendag voor de gevleugelde vrienden. Dat kan ook gemakkelijk, want zaterdags krijgen ze een dubbele portie’. Na een bezoek aan de kippenren en de volière loopt Kuijt meestal wel even bij iemand naar binnen voor een kort bezoekje; bijvoorbeeld bij zuster Dorothea, de nog enige achtergebleven zuster van de congregatie Onze Lieve Vrouw, maar ook andere mogen naar zijn bezoek uitzien. Kuijt weet echt niet wat en wanneer er iets met de achtergebleven Klooster en kapel gaat gebeuren; ‘Er zijn pas twee van de afgesproken 10 jaar, dat er niet gesloopt mag worden, om. Aan de andere kant is al die tijd zo’n restant-ruïne ook niet het fraaiste toekomstbeeld’. 

De herinnering aan de zusters blijft met de eigen begraafplaats achter het tehuis. De fraaie toegangsweg er naar toe is grotendeels bewaard gebleven..
Zuster Dorothea Schulte buiten voor de kapel. Zij kwam in 1961 vanuit Purmerend als patiënt naar St. Elisabeth. Na haar herstel is zij tot 1973 als keukenzuster werkzaam geweest. Hierna heeft zij nog tot 1998 bij de receptie gewerkt. [foto Koos Kolenbrander 2007]
Afbeelding
Op de eigen begraafplaats is ook een nieuwe kapel verrezen voor stilte, meditatie en gebed.
Jan Kuijt en een toevallige passant hebben aandacht voor de kippenren en de volière.