Op ’t bankje

Algemeen

Als ik bij mijn dagelijkse ommetje langs het bankje kom zit daar op de uiterste rechterkant een vrouw in een houding die inmiddels standaard geworden is. Voorovergebogen de vingers druk over haar telefoon bewegend alsof ze een piano bespeelt. Omdat ze zoveel ruimte heeft opengelaten besluit ik ook maar even te gaan zitten. Volgens mij merkt ze het niet eens op. Ik geniet en adem met volle teugen de heerlijke zomerlucht in. Met een glimlach op haar gezicht heeft de jonge vrouw inmiddels waar ze mee bezig was beëindigd. De telefoon gaat in haar tas en ze gaat wat meer rechtop zitten. ‘Zo, het gaat prima met de kinderen’, zegt ze nadat ze mij heeft opgemerkt. Ze vertelt dat zij en haar man sinds de coronamaatregelen allebei thuis werken. ‘Met de kinderen erbij is het wel eens lastig om ons te concentreren, maar het is tot nu toe allemaal goed gegaan.’ Ze vertelt dat ze een zoon van tien en een dochter van acht hebben die goed met elkaar overweg kunnen. ‘Mijn zus woont in Friesland en heeft ook een jongen en een meisje van ongeveer dezelfde leeftijd. Ze wonen bij de meren en hebben een grote boot waar ze veel mee varen. Mijn kinderen zijn daar nu. Ik heb net met mijn dochter geappt en ze geniet heel erg. Het is er heel mooi en het varen is voor de kinderen een hele belevenis’, vertelt de vrouw. ‘Voor ons komt het nu we thuis werken ook goed uit omdat het zo vlak voor de vakantie erg druk is. Wij hebben over twee weken vakantie, dan gaan wij met alle kinderen naar Frankrijk. Mijn schoonouders hebben daar een leuk zomerhuis met veel mogelijkheden in de buurt voor de kinderen. We zitten er drie weken. Ik neem tenminste aan dat het mogelijk zal zijn, maar je weet het nooit in deze coronatijd. Mocht het niet kunnen dan bedenken we wel wat in de buurt.’ Ze vertelt dat ze inmiddels wel aan het thuiswerken gewend is, maar dat ze af en toe wel een break nodig heeft, vandaar dat ze nu even op het bankje is gaan zitten. ‘We hoeven hier in de buitenlucht geen mondkapje om te doen. We merken wel hoe dat in Frankrijk zal zijn. Ik heb in ieder geval voldoende voorraad.’ Ze zucht even diep en laat de warme zonnestralen met een gelukzalig gezicht een tijdje op zich schijnen. Ze zegt de kinderen wel te missen maar weet dat ze in goede handen zijn. ‘Mijn zus en zwager zitten allebei in het onderwijs en ze weten de kinderen heel goed te vermaken. Voor onze kinderen is het een hele belevenis, vooral als ze op de boot slapen. Dat wisselen ze af. Ze hadden net drie dagen gevaren en waren nu weer thuis. Ze hebben een moestuin waar ze hun eigen groenten uit hebben. Daar is na drie dagen weer een heleboel werk te verrichten dus daar gingen ze vandaag mee aan de slag. Mijn zwager vertelt ze dan van alles over de groenten en struiken in de tuin. Alles is biologisch want verantwoord eten is een huisregel.’ Ik vraag of de kinderen geen heimwee hebben, maar dat is niet het geval. ‘Ze zijn wel vaker een weekendje in Friesland en spreken zelfs een beetje Fries, want mijn zwager is een echte Fries. Ze pikken sowieso gemakkelijk talen op, want als we in Frankrijk zijn communiceren ze moeiteloos met kinderen uit de buurt die ze al een paar jaar kennen.’ De vrouw kijkt op haar horloge, vindt dat de pauze voorbij is en stapt op.

Maerten.