Burgemeester Potters en zijn echtgenoot leggen een krans bij het monument.
Burgemeester Potters en zijn echtgenoot leggen een krans bij het monument. Foto: Walter Eijndhoven

Stille herdenking bij monument naast Jagtlust

Algemeen

door Guus Geebel

Waar jaarlijks op 4 mei honderden deelnemers in Bilthoven aanwezig zijn om de slachtoffers sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog te herdenken, waren bij de vijfenzeventigste herdenking alleen burgemeester Sjoerd Potters met een klein aantal genodigden aanwezig. Even voor acht uur blies Guus van Wijk vanaf het balkon van Jagtlust het taptoesignaal. Na de twee minuten stilte legden burgemeester Potters en zijn echtgenoot een krans bij het monument. De heer Goedhart jr. legde een krans namens het voormalig verzet.

‘Het is vreemd stil bij ons herdenkingsmonument’, zegt de burgemeester in zijn toespraak. ‘Als alles gewoon zou zijn, waren we hier met velen samengekomen om de mensen te herdenken die sinds de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen of vermoord in oorlogssituaties en vredesoperaties.’ De burgemeester stelt vast dat uitgerekend in het jaar waarin de Tweede Wereldoorlog 75 jaar geleden eindigde, we door het coronavirus niet kunnen leven zoals we gewend waren en dat er daarom ook niet gezamenlijk herdacht kan worden. ‘Het vraagt van ons om een stuk van onze vrijheid in te leveren en dat valt ons zwaar.’

Slachtoffers

Potters begroet de inwoners die online deze herdenking bijwonen en die hij op deze manier toch kan ontmoeten en zich verbonden voelen om samen stil te staan bij iedereen die werd opgepakt, weggevoerd en gedood door de Nazi’s of Japanners, vanwege hun geloof, hun afkomst of om wie ze waren of omdat ze tegen de bezetters in verzet kwamen en anderen te hulp schoten. ‘Het zijn zo veel mensen. We weten niet eens precies om hoeveel mensen het gaat die de Tweede Wereldoorlog niet hebben overleefd. Burgerslachtoffers, Joden, Roma en Sinti, militairen en verzetsstrijders. Hoeveel mensen hier in Nederland, hoeveel mensen in Nederlands-Indië. Van veel mensen die stierven, kennen we de namen niet en weten we niet hoe hun leven eindigde.’

Monument

‘Op ons monument in Bilthoven staan elf namen van mensen die omkwamen. Hun namen staan voor nog zoveel anderen. Onder hun namen is ruimte opengelaten om te vullen met onze gedachten aan al die andere slachtoffers. Ieder jaar als we twee minuten stil zijn, denken we ook aan hen. Ook stilte is een monument.’ De burgemeester vraagt zich af hoe de oorlog geweest moet zijn. ‘Zelf heb ik gelukkig nooit een oorlog meegemaakt. Mijn opa wel. Drie jaar geleden vertelde ik tijdens de 4-mei herdenking, hoe hij na de oorlog nauwelijks over zijn ervaringen kon praten en hoe moeilijk dat was voor mijn moeder en haar broer. De oorlog was na vijf jaar dan wel officieel voorbij, maar mijn opa raakte de oorlog nooit meer kwijt. Ik had zijn verhaal graag gekend om de geschiedenis van mijn familie beter te begrijpen en om zijn verhaal aan volgende generaties door te geven. Want ik geloof dat de verhalen van wie een oorlog hebben meegemaakt ons krachtigste verweer zijn tegen nieuwe conflicten.’

Verhalen

‘Waarom dachten mensen, als er maar minder Joden zijn dan komt het wel weer goed. Om echt te kunnen begrijpen hoe het zo ver kon komen, hebben we niet genoeg aan de officiële geschiedschrijving. We hebben de verhalen nodig van de mensen die erbij waren. Verhalen van militairen, van de helden die in verzet kwamen, van mensen die in stilte en met gevaar voor eigen leven anderen verborgen hielden. Maar ook de verhalen van de mensen die geloofden in een leider, die beloofde om hun ongenoegen op te lossen. Namelijk door grote groepen mensen buiten te sluiten. Deze verhalen hebben we nodig om te voorkomen dat we opnieuw in dezelfde valkuil trappen. We hebben die verhalen nodig om te begrijpen hoe oorlog ingrijpt in een mensenleven en hoe die voor wie het heeft meegemaakt nooit helemaal voorbij gaat.’ 

Ervaring

Burgemeester Potters vertelt over het verhaal van mevrouw Van Bodegraven, die tijdens de Tweede Wereldoorlog in deze gemeente woonde. ‘Ze vertelt ons over overvallen op het gemeentehuis, waar voedselbonnen lagen. Over hoe het voelde toen Soesterberg werd gebombardeerd en er na afloop in de wijde omtrek geen ruit meer heel was, en dat dorpsgenoten omkwamen van de honger. Ze laat ons voelen hoe het is als je niet weet waar je het zoeken moet van angst. Verhalen van heel gewone mensen die de oorlog meemaakten houden u en mij een spiegel voor. Daarin zien wij dat we conflicten en ongenoegen maar beter op een andere manier kunnen oplossen. Door met elkaar in gesprek te blijven En soms juist door met elkaar stil te staan bij wat er is geweest.’ 

In Westbroek werd er in een kleine bijeenkomst koraalmuziek gespeeld door 4 muzikanten. Na de twee minuten stilte speelden zij vervolgens twee coupletten van Het Wilhelmus.
Na enige tijd werd later door Mijco Boere en Wout Stam namens de werkgroep 4 mei een krans gelegd.
Namens de Werkgroep 4 mei legden v.l.n.r. Marjan Bosma, Coby Merkens en Jasper de Vries een krans bij het B 17-monument.