De commandobunker kwam naast de villa Zonneheuvel in de driehoek Tollenslaan, Bilderdijklaan, Hasebroeklaan.
De commandobunker kwam naast de villa Zonneheuvel in de driehoek Tollenslaan, Bilderdijklaan, Hasebroeklaan.

Vijf lange jaren

Algemeen

(Landgenoten) Nadat ons land met angstvallige nauwgezetheid al deze maanden een stipte neutraliteit had in acht genomen, en terwijl het geen ander voornemen had dan deze houding streng en consequent vol te houden, is in de afgeloopen nacht door de Duitsche weermacht zonder de minste waarschuwing een plotselinge aanval op ons gebied gedaan. Dit niettegenstaande de plechtige toezegging dat de neutraliteit van ons land zou worden ontzien, zoo lang wij haar zelf handhaafden. 

Het is 10 mei 1940. Een periode die vijf bittere jaren zou gaan duren, is aangebroken.

De Duitsers
Over de entree van de Duitse troepen in De Bilt is opmerkelijk weinig bekend. Op 15 mei 1940 des morgens 5 uur verschenen de eerste Duitse troepen. Gemotoriseerde Infanterie. Vanaf dat moment zijn verschillende Duitse troepen hier gelegerd geweest. Permanent de Flak (Flug abwehr kanone), luchtdoelartillerie, aanvankelijk in Heidepark, later aan het begin van de Pleineslaan links. Pas vanaf december 1943 werd het druk met Duitse militairen, met name in Bilthoven-Noord omdat toen de staf van het 88e Legerkorps hier gelegerd werd. Ik kom daar later op terug.

Het verzet
Al vanaf 1940 ontwikkelde zich het verzet, met name onder gedemobiliseerde militairen: de Ordedienst. Bekend is ongetwijfeld de naam van onze plaatsgenoot Pim Boellaard. Boellaard werd door verraad in 1942 gepakt en overleefde de oorlog (de concentratiekampen Natzweiler en Dachau). Op 15 mei 1945 keerde hij terug. Zijn villa ‘Kloosterend’ achter De Bilt aan het fietspad naar het UMC bestaat nog steeds:
Ik zie mijn huis. En het rieten dak. Dus geen bom. De grote batterijhond springt uit het huis. Als de hond leeft, leven er mensen. Tonia komt naar buiten. Ik kus haar. ‘Zeg vlug, wIe zijn er dood’? ‘Er is niemand dood, ja toch, oude oma is in februari gestorven’. ‘Waar is mevrouw?’ ‘Die eet aardappelen bij meneer Van der Borch’. Ik op de merrie naar Oostbroek. Veel mensen, herken An en Willem. Kan slechts zwijgend salueren. ‘Daar is t’ie, gilt Willem’.
(Van der Borch was de voormalige, door de Duitsers afgezette burgemeester van De Bilt. Werd in de oorlog vervangen door Van Ravenswaay.)

Maar er was meer verzet. O.a. rond dokter Brouwer. Vanuit zijn huis aan de Soestdijkseweg werden berichten verzonden naar Engeland. O.a. weerberichten die zijn latere schoonzoon Hans Hellendoorn verzamelde, nuttige informatie met het oog op de bombardementsvluchten op Duitsland. Ook Brouwer werd door verraad gepakt en belandde in een concentratiekamp in Duitsland. In Lüttringhausen, Noordrijn - Westfalen. Waar hij de verzetsstrijder Eduard Veterman ontmoette. (Eduard Veterman, woonde na de oorlog in Bilthoven, werd om zijn kritische houding vermoedelijk geliquideerd en ligt begraven op Den en Rust. Maar dat is een verhaal apart dat hier te ver voert.)

Aan het einde van 1944 gekomen leidde de hiervoor genoemde Hans Hellendoorn een klein verzetslegertje van de Binnenlandse Strijdkrachten in de gemeente. (Zoals uit zijn archief blijkt zo’n honderd man.) Einde 1944 hadden de verschillende fracties van het verzet zich op bevel van de regering in Londen gebundeld tot de Binnenlandse Strijdkrachten, de BS. Eerder in de oorlog was het verzet incidenteel: jonge mannen die elkaar kenden en vertrouwden en in verzet kwamen. Zo bestond er een groep bij het sanatorium Berg en Bosch, waar de complete familie Huffener bij betrokken was.


Het is de nacht van 7 op 8 november 1944. De BS is gevormd, het verzet is gebundeld. De cdt. van de BS in De Bilt Hans Hellendoorn krijgt het bevel om de spoorlijn Utrecht-Amersfoort te saboteren. Via zijn rechterhand Pieter ter Beek worden Flip de Leeuw, Joep Huffener en Mach Balk voor de uitvoering aangewezen. Plaats van handeling de spoorwegovergang in Groenekan. In het donker worden ze door een patrouille van de Landwacht ontdekt. Mach Balk wordt neergeschoten en gepakt. Flip de Leeuw wordt later die nacht thuis gepakt, volgens het verhaal verraadde een briefje in zijn fietstas zijn adres. Pieter ter Beek wordt de volgende dag opgepakt. Alleen Joep Huffener weet te ontsnappen, hij duikt onder bij Meijerink tegenover Berg en Bosch. Mach Balk is na zwaar te zijn gemarteld overleden. Flip de Leeuw en Pieter ter Beek worden naar het Wolvenplein vervoerd en later in Veenendaal met vier anderen gefusilleerd. Zonder enige vorm van proces. Een represaillemaatregel. (Een wit kruis in het bos aan de rand van Rhenen en Veenendaal herinnert hier nog aan. Jaarlijks vindt hier een herdenking plaats.)


Aan het einde van de oorlog traden de Duitsers zonder enig pardon op. Gruwelijk was ook het lot van de joodse fotograaf Salomon de Wolf. Na verhoor in Utrecht (het Wolvenplein) werd hij op 23 januari voor zijn huis aan de Soestdijkseweg-Noord met 7 anderen gefusilleerd. Eveneens een represaillemaatregel. Op bevel van de Duitsers moesten de lijken daar de gehele dag buiten blijven liggen, als afschrikwekkend voorbeeld. Tijdgenoten spreken daar nog steeds met ontzetting over, ook na 75 jaar.

Er zijn meer voorbeelden van verzet te geven. Bijvoorbeeld de aanslag bij Prinsenburg aan de weg naar Soestdijk. Na de weg naar Den Dolder, rechts bij de camping staat daar een monument, waar jaarlijks een herdenking plaats vindt. Tegenwoordig wordt deze tot de oorlogsgeschiedenis van Den Dolder gerekend. Maar tijdens de oorlog bestonden deze grenzen niet. Bilthovense verzetsmensen waren erbij betrokken, o.a. Rudi Enthoven.

Een ondergedoken bestaan
Terwijl de een verzet pleegde, moesten anderen onderduiken. Het Digitaal Museum publiceerde deze maand een bericht over een nog steeds bestaande schuilkelder in een tuin aan de Verhulstlaan. Ik zou nog twee schuilplaatsen aan kunnen wijzen aan deze kant van de spoorlijn. Een daarvan bevindt zich in een huis aan de Julianalaan. In april 1942 waren daar twee joodse onderduikers verborgen. Pas bij een recente verbouwing werden daar sporen van gevonden. O.a. een deur met een verborgen boodschap:

...kijk op het dak en vind mijn laatste persoonlijke bezittingen en probeer na de oorlog familie van ons te vinden. Geef hen mijn spullen en je zult iets worden. God van Israël, heb erbarmen met uw vertrapte broeders. Ondertekend door Levie Sajet, Bilthoven 23 april 1942. 

De inmiddels 94-jarige Bob Janssen zat nog op de middelbare school en was ondergedoken toen zijn moeder overleed. Moederziel alleen zonder voedselbonnen moest hij zien te overleven. Met het zetten van strikken en het plukken van brandnetels overleefde hij met moeite de hongerwinter.

Bombardementen
Naast de honger bedreigden ook de aanhoudende bombardementen het leven. Najaar 1943 besloten de Duitsers de staf van de 88e Gevechtsgroep over te plaatsen naar Bilthoven-Noord. De commandobunker kwam naast de villa Zonneheuvel in de driehoek Tollenslaan, Bilderdijklaan, Hasebroeklaan. Natuurlijk lokte deze locatie naast het station met de spoorlijn aanhoudend bombardementen uit. Ik heb wel eens een bommenkaart getekend. Daarop zie je hoe keurig in een cirkel om deze locaties heen een tapijt van bommen is terecht gekomen. Het vroegere gebouw van de Werkplaats, het HNL, Heidepark, de Bremhorst het station, het Emmaplein, hotel-villa Oase, de Julianalaan, het Ensahterrein, Zonneheuvel het waren evenveel voltreffers. Lag Bilthoven na de oorlog in puin? Nee, wie ik ook sprak, nee, er waren nauwelijks of geen ruïnes te bekennen. Onbegrijpelijk.

Het 88e legerkorps
Ergens in 1944 nam generaal Reinhard het besluit om zijn staf te verplaatsen naar Bilthoven onder de bescherming van de daar aanwezige bomen. Er werd een spoorlijntje aangelegd van het station naar de Bilderdijklaan om materiaal te vervoeren. December 43 was alles gereed en werd de staf overgeplaatst. Elders werden andere onderdelen gevestigd. In de Gerard Doulaan evenals bij Jagtlust, evenals bij Zonneheuvel zijn de bunkers met enig zoeken nog te vinden. De gemeenteadministratie werd verplaatst naar de ONS-school in de Overboslaan. Interessant: in de nog bestaande bunker bij Jagtlust bleek enige tijd geleden nog een hennepkwekerij ondergebracht. Rondom dergelijke enclaves werden prikkeldraadversperringen aangebracht en je had een pas nodig om er binnen te komen. Heel merkwaardig: de oorspronkelijk bewoners konden er meestal blijven wonen. Zo woonde in de enclave bij Zonneheuvel ondergedoken verzetsmensen maar ook een joodse familie.
In die tijd was Bilthoven een natuurbad rijk bij de watertoren. Ook daar was een Duitse legereenheid gevestigd, o.a. in het padvindershuisje tegenover de ingang van de tegenwoordige Van der Borchlaan, toen nog Julianalaan geheten. Bovenop de watertoren naast het huis van de heer Van Houten -verantwoordelijk voor de watervoorziening van De Bilt, ook tijdens het Duitse bewind- was een mitrailleurpost. Ook dat gebied achter de Julianalaan -de Sperwerlaan bestond toen nog niet-werd op het einde van de oorlog afgesloten.

De bevrijding
Maastricht werd op 14 september 1944 bevrijd, Nijmegen op 20 september. Maar Renswoude werd pas op 17 april 1945 door Engelse verkenningseenheden bereikt. En daar stokte de opmars. Vóór de Grebbelinie. Dezelfde moeilijk te passeren verdedigingslinie bij de overgang van de Gelderse vallei naar de Utrechtse heuvelrug als in 1940. Alleen nu ‘Pantherstellung’ genoemd. De geallieerde troepen groeven zich in, in het zicht van de aanstaande capitulatie wenste het opperbevel niet nog meer slachtoffers. Het duurde tot 7 mei tot de Engelse voorhoede Bilthoven en De Bilt bereikte. Engelse verkenningseenheden buitelden over de Biltse duinen naar Bilthoven, later volgden de eerste tanks langs De Bilt op weg naar Utrecht. De Engelsen trokken na een paar weken verder. Hun plaats werd ingenomen door Canadese troepen. 7 mei werd onze gemeente bevrijd. Die datum staat wel vast. Maar, dankzij Barbara van Houten, dochter uit het gezin dat bij de watertoren woonde, weet ik inmiddels dat er in Bilthoven al vóór 4 mei contact moet zijn gemaakt tussen geallieerden en Duitsers. Wat overeenkomt met eerdere verwijzingen in die richting. Zo vertelde Gerard van Walbeek, die in de oorlog op de Bilderdijklaan woonde, mij al eerder dat er op Zonneheuvel al voor de capitulatie onderhandeld zou zijn. En al voor 7 mei werd in De Bilt bij hotel Nas een geallieerde motorrijder gesignaleerd, die snel weer rechtsomkeert maakte.

Het levert ook een verklaring voor die merkwaardige foto bij de ingang van Berg en Bosch met een wachtende geallieerde jeep met daarin een relaxt wachtende chauffeur, terwijl twee Duitse schildwachten, het geweer over de schouder, schaapachtig toekijken. En toen was men vrij. Vijf jaar later. Het moet soms een absurde gewaarwording zijn geweest. 

(Bernard Schut, april 2020)

Mijn informatie is ontleend aan literatuurstudie en gesprekken met ooggetuigen. Een groot deel van deze informatie is terug te vinden in 2 boeken die ik geschreven heb: Bilthoven en De Bilt tijdens de Tweede Wereldoorlog (2015) en Bilthoven en De Bilt de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog (2018). Na het tweede boek zijn her en der nog een aantal artikelen van mij verschenen met aanvullende gegevens.

Het sanatorium Berg en Bosch.
De aftocht van de Duitsers. (De kolonne van de vertrekkende misschien vluchtende Duitsers staat geparkeerd op de Bilderdijklaan); de foto is van iemand die daar in 1945 tegenover Zonneheuvel  woonde).
Het gebombardeerde Emmaplein. Op nr. 12 was een AH-vestging.