Afbeelding

Langs het bankje

Algemeen

Na wat boodschappen in de supermarkt gedaan te hebben wandel ik huiswaarts, natuurlijk langs het bankje. Ik zie tot mijn verbazing dat het inmiddels bezet is door twee vogels die de lente vieren. Om ze niet te verjagen blijf ik op afstand en ik ben blij dat het bankje een nieuwe bestemming heeft gekregen. Thuisgekomen nestel ik me gemakkelijk op de bank en bel mijn kennisje Ellen. Ze neemt zowaar meteen op en is in voor een praatje. Ik zeg dat ik net naar de supermarkt geweest ben waar het vrij rustig was. Ellen vertelt dat toen zij er was mensen buiten moesten wachten. ‘Als er iemand buiten kwam mocht er weer een in. Ik heb een minuut of tien in de rij gestaan. We stonden allemaal keurig anderhalve meter van elkaar. Ik deed ook boodschappen voor een paar alleenstaande buren en dan zie je mensen toch kijken met een blik van daar heb je weer zo’n hamsteraar’, zegt ze. ‘Thuis doe ik de boodschappen voor de buren in linnen zakjes met de prijs erbij en dan vind ik van een van de vrouwen de volgende dag een envelop met het geld en de bestelling voor de volgende keer. Maar voordat ik weer naar de supermarkt ga heeft ze alweer een paar keer gebeld voor nieuwe bestellingen. Maar het is een heel lief mens. De twee anderen kunnen goed met de computer overweg en maken het geld over via thuisbankieren. De bestelling sturen ze per e-mail.’ Ik vraag of ze bij de buurtjes naar binnen gaat als ze de boodschappen brengt, maar dat doet ze nu even niet. ‘Ik heb van die vrouwen een sleutel en zet hun boodschappen in de gang.’ Ellen vindt de maatregelen goed, maar ze mist het praatje bij de buurtjes thuis. ‘Ik doe het al een paar jaar voor die vrouwen en voor de coronacrisis werd er altijd koffie met een praatje gedronken.’ Als ik vraag hoe ze de dagen doorkomt hoor ik een hele waslijst van activiteiten. ‘Ik begin ’s morgens met een half uur op de hometrainer, dan kijk ik naar het ochtendprogramma op de televisie en lees ik mijn krantje. Daarna doe ik huishoudelijk werk en meestal krijg ik dan alweer het eerste telefoontje. Een boek lezen gaat moeizaam omdat ik steeds gestoord wordt, maar de dagen vliegen wel om.’ Ik begrijp dat ik me geen zorgen over haar hoef te maken en spreek af haar volgende week weer ter bellen. Nu ik toch aan het bellen ben bel ik een kennis die in Frankrijk woont. Vorig jaar is zijn vrouw overleden en nu woont hij alleen ver van zijn familie. Toen hij zei dat hij net weer beter was schrok ik, want als iemand ziek is denk in deze tijd meteen aan corona, maar dat was het gelukkig niet. Hij woont in een klein dorp waar mensen heel goed met elkaar omgaan, maar waar geen enkele winkel meer is. Daarvoor moet hij naar een supermarkt in een grotere plaats. Hij vertelt dat Frankrijk helemaal op slot zit. Alleen wat noodzakelijke voorzieningen zijn open, zoals de supermarkt en de apotheek. Hij kan met een satellietontvanger de Nederlandse televisie ontvangen dus was hij aardig op de hoogte van de situatie hier. Hij vertelt dat mensen uit de buurt hem goed verzorgd hebben toen hij ziek was. Hij woont inmiddels al heel lang in Frankrijk en heeft de Franse nationaliteit aangenomen. Ik spreek met hem af binnenkort weer te bellen. Voor nu ben ik even klaar met thuisbanken. Toch hoop ik weer gauw op het vertrouwde bankje mensen te kunnen ontmoeten.

Maerten