Op 't Bankje
Op 't Bankje

Op ‘t bankje

Algemeen

‘Ik moet even bijkomen’, zegt een vrouw die met een zucht bij me op het bankje komt zitten. ‘Ik kom net van mijn vriendin waarmee ik drie keer in de week ga wandelen. We doen dat al meer dan vijf jaar want we moeten wel in beweging blijven. Toen we ermee begonnen waren we met zijn vieren, maar twee zijn er na wat gezondheidsklachten mee gestopt.’ Ik vertel dat ik ook best veel wandel en dan meestal een stop maak bij het bankje. Ik vraag haar of ze de wandeling vandaag ook al heeft gemaakt. Ze schudt haar hoofd. ‘Nee, want Paula wil nu liever niet wandelen. Ze denkt dat ze dan misschien besmet kan worden met het coronavirus. Hoewel ik gezegd heb dat je dat niet zomaar krijgt, vindt ze het toch beter nu even geen lange afstanden meer te lopen. We zijn altijd zo’n twee uur onderweg. Ik ga zelf nu maar een kortere route lopen, want alleen vind ik het niet zo leuk. Ik ben wel benieuwd hoe lang dit gaat duren.’ Ik vermoed dat ze het praatje onderweg met haar vriendin mist en daarom hier is gaan zitten. Ze vertelt dat Paula altijd de laatste nieuwtjes uit de wijk weet. ‘Maar ze heeft de laatste tijd wel meer afgehaakt. Met die stormen die we gehad hebben bijvoorbeeld zijn we er ook niet op uit geweest, maar dat vond ik niet zo erg. Dat ze bang is om bij het wandelen met corona besmet te raken is nieuw voor mij.’ De vrouw kijkt even zwijgend voor zich uit. Na een tijdje komt er een wat oudere vrouw met een rollator aan. Als die de vrouw naast me ziet zitten fleurt haar gezicht helemaal op. ‘Daar hebben we Irene, hoe is het met je. We gaan niet zoenen hoor’, zegt ze lachend tegen de vrouw die bij me zit. Het blijkt Hilde te zijn, een van de dames die bij het oorspronkelijke wandelclubje zat. Hilde heeft een heupoperatie gehad en kon daarna niet meer van die lange afstanden lopen. Irene vertelt haar waarom de wandeling met Paula niet doorgegaan is. De dames hebben elkaar al een tijd niet gezien dus moet er heel wat bijgepraat worden. Hilde vertelt dat ze inmiddels ook aan haar rechterheup is geholpen. ‘Zo langzamerhand worden alle onderdelen vervangen. Een tante maakte er altijd een grapje over. Dan zei als ik ga slapen gaat mijn gebit uit, bril af, pruik af en dan kan ik gaan snurken. Maar zo erg is het met mij nog niet hoor. Van de tweede operatie heb ik veel minder last gehad.’ Ze vertelt dat ze nog steeds omgaat met de andere vriendin die met wandelen gestopt is. ‘Dan lopen we een rondje in de buurt en drinken we koffie in de supermarkt. Daar kletsen we natuurlijk ook weer bij en houden de mensen in de gaten.’ Ik hoor met een half oor wat er met verschillende buurtgenoten aan de hand is. De een heeft een nieuwe vriend, een ander is gescheiden. Het blijkt in ieder geval dat alles goed in de gaten gehouden wordt. Maar dan komt het gesprek op de kinderen en kleinkinderen. Die blijken allemaal goed bezig te zijn. Hilde heeft vier kleinkinderen die allemaal studeren en de dochters van Paula hebben samen een modewinkel. Gelukkig gaat het niet over kwalen, want dat is ook vaak een onderwerp bij oudere mensen. Voor mij is het zo wel genoeg. Ik wens de dames nog een aangename voortzetting en stap op. ‘Denk erom niet zoenen en handen geven hoor’, geeft Paula me als advies nog mee.

Maerten