De Hongaarse kunstenares Marianne Benkö verdrinkt bijna in haar eigen kunstwerk.
De Hongaarse kunstenares Marianne Benkö verdrinkt bijna in haar eigen kunstwerk.

De natuur wil liefde verspreiden

Cultuur

Het eeuwenoude Vlaamse ambacht van het wandtapijt herleeft dezer dagen in de prachtige Kunstkelder onder de Bilthovense Boekhandel aan de Julianalaan, waar de Hongaarse kunstenares Marianne Benkö enkele van haar 'Verdures', want zo heet haar specialisatie, tentoonstelt.

De expositie, afgelopen zaterdagmiddag officieel geopend, bevat reusachtige wandtapijten met prachtige indrukken van haast impressionistische natuurbeelden, die tegelijkertijd een weerspiegeling vormen van de expressieve ziel van de kunstenares, die sterke gevoelens van vrijheid en liefde voelt in de natuur. Emoties die ze graag wil delen, want ze ziet zichzelf als spreekbuis van die natuur, en wil haar geluksgevoel dat ze krijgt bij het zien van levenskrachtige bomen en landschappen, onder de mensen verspreiden.

Niet dat Benkö een modieuze allemansvriend is, integendeel: ze koestert ook de eenzaamheid van haar atelier, waar ze, net als haar vader, een beroemde Hongaarse ontwerper, haar arbeidsintensieve ambacht beoefent: het allereerst vervaardigen van een enorm schilderij, dat ze daarna op een weefgetouw in tapijt omzet. Ooit zelf diepgaand getraind aan de prestigieuze Kunstacademie in Budapest volgde ze, lang geleden, haar hart naar Nederland. Ze strijdt tegen de oppervlakkigheid van de moderne wereld, en is nooit modieus. Ze 'hoort nergens bij' en 'volgt haar roeping, want: schoonheid is de basis.'

Benkö's prachtige Verdures zijn nog tot 3 maart a.s. te bewonderen.

[Peter Schlamilch]