Loes van Overeem; 'de witte engel'.
Loes van Overeem; 'de witte engel'.

Opvallende oorlogsverhalen op onlinemuseumdebilt.nl:

Algemeen

Voorjaar 2013 zond omroep Max de serie Oorlogsgeheimen uit: een televisieserie over zoektochten naar het verleden. In de aflevering De knokploeg van mijn vader, stond het verzetsverleden van Jan van der Gaag centraal. Zijn zoon Ernst van der Gaag had nooit geweten dat zijn vader deel had uitgemaakt van een tweetal verzetsgroepen op de Utrechtse Heuvelrug.

In april 1944 deed zijn knokploeg tot tweemaal toe een poging om bonkaarten te ontvreemden uit het gemeentehuis van Maartensdijk. Die bonkaarten waren nodig om de vele onderduikers van dat moment te verzorgen. Daartoe moesten ze eerst het politiebureau overvallen. De eerste poging mislukte.

Fragment
Onlinemuseumdebilt.nl mocht met toestemming van museum Beeld en Geluid in Hilversum het fragment uit de gedramatiseerde documentaire dat over deze verzetsdaad gaat, op de site van het museum zetten. Dit past in de voorbereiding van het bevrijdingsdossier waar onlinemuseum samen met de historische verenigingen aan werkt. Zie 'het laatste nieuws op www.onlinemuseumdebilt.

Smeerstation
Een ander opvallend bericht op de site gaat over een bijzonder stuk Biltse oorlogsgeschiedenis, over Rode Kruis-medewerkster mevrouw van Overeem. Zij organiseerde onder meer in De Bilt een 'smeerstation': een: punt waar men levensmiddelenpakketten (met gesmeerde en belegde boterhammen als hoofdbestanddeel) klaarmaakte, onder meer voor de gevangenen in kamp Amersfoort. Biltse bakkers werkten mee. In Lou de Jongs Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog leest men:  'eerst alles zonder betaling, later was dat, bij de inkrimpende bevoorrading van de bakkerijen, niet meer mogelijk. 'Van mijn dochter en schoonzoon die in Amsterdam in de illegaliteit waren, kreeg ik', aldus de leider van het 'smeerstation' te De Bilt, 'ook bonkaarten die ik per trein ophaalde. Boeren en andere mensen gaven veel in natura. Ik kreeg adressen op en dan ging ik er heen om alles op te halen. Het was bij ons één groot pakhuis.' Mw. Van Overeem werd door de gevangenen wel aangeduid als 'de witte engel'. [HvdB]