Ketevan Sharumashvili is geknipt voor het ‘grotere werk’.
Ketevan Sharumashvili is geknipt voor het ‘grotere werk’.

Een sprankje hoop in druilerig Bilthoven

Algemeen

De bezoekers van de prachtige serie Meesterpianisten die zich afgelopen zondagmiddag door de stromende regen naar Het Lichtruim hadden begeven en die rekenden op het ijzeren pianorepertoire, kwamen bedrogen uit.

De Georgische pianiste Ketevan Sharumashvili beperkte zich, met haar fabelachtige techniek en vrijwel foutloze aanslag, tot enkele minder interessante werken van Ginastera, Rachmaninov en Schubert. Daarnaast werden veel bewerkingen van Liszt gespeeld, de legendarische pianovirtuoos die, na een wild leven waarin hij vooral getrouwde vrouwen het hof had gemaakt, in Rome tot een Katholieke orde toetrad en op zijn oude dag in soutane gekleed ging.

Liszts bekendste werken zijn bewerkingen van composities van anderen, en hij veranderde volgens sommigen, als een omgekeerde koning Midas, die composities vervolgens van goud in lood: een virtuoos, maar 'onwaar' afgietsel van het origineel. Een merkwaardig contrast overigens met zijn schoonzoon, de slechts twee jaar jongere Richard Wagner: die veranderde alles wat hij aanraakte juist in puur goud.

Het programma van de in Bilthoven woonachtige Sharumashvili was daarom weinig evenwichtig: een echte pijler van de klassieke pianoliteratuur ontbrak, hoewel haar overtuigende klavierspel dat juist rechtvaardigde: ze speelt voluit, recht door zee en altijd krachtig en eerlijk: geknipt voor het 'grotere werk'. Natuurlijk viel er genoeg te genieten, zoals Piazzolla's Adios nonino en En Avril à Paris van Charles Trenet, met de prachtige woorden 'Les oiseaux chantent l'amour, Sur un banc Jeanne et Pierre sont de retour'.

Zo kwam de hoop toch weer een beetje terug en werd het weer even lente in het verregende Bilthoven.            (Peter Schlamilch)