Peter van Bunnik met één van zijn duiven.
Peter van Bunnik met één van zijn duiven.

Postduivenvereniging De Bilt zoekt nieuwe leden

Algemeen

door Walter Eijndhoven

Het eind van het duivenseizoen nadert met rasse schreden en, voor even, keert de rust weer bij de 17 leden van Postduivenvereniging De Bilt. Vóór de start van het nieuwe seizoen vindt in december nog de jaarlijkse tentoonstelling van de vereniging plaats om half januari met een nieuw duivenjaar te beginnen.

Voor de Biltse duivenhouder Peter van Bunnik was het geen vanzelfsprekendheid om duivenmelker te worden. Pas vanaf de vroege jaren '80 kreeg hij interesse in de duivensport. 'In mijn jeugd had ik totaal geen belangstelling in het houden van duiven', zo vertelt hij. 'In 1980 verhuisde ik naar De Bilt en kwam ik in contact met duivenhouders. Hier in de straat woonden wel vijf duivenmelkers, dus dat contact ging vanzelf. Ik startte met twee kippen, kreeg een duif en van lieverlee groeide mijn interesse in de duivensport. Al snel werd ik lid van de lokale duivenvereniging en trad ik toe tot het bestuur'.

Kom maar
Rond half januari begint het nieuwe seizoen voor duivenhouders, geeft Van Bunnik aan. 'De duiven leggen in die tijd eieren en na twintig dagen komen deze uit', legt hij uit. 'Zodra de jongen uit hun ei komen, bereid je hen al voor op de wedstrijden. De jonge vogels neem je regelmatig in je handen, zodat zij aan je wennen en je traint met uitvliegen door hen eten te geven'. Om de vogels te trainen hun hok in te vliegen, roep ik altijd 'Kom maar', twee eenvoudige woorden waar zij altijd op reageren'.

Klok
Jonge duiven kunnen natuurlijk niet zomaar meedoen aan wedstrijden. Daat gaat veel oefening aan vooraf. Als de dieren een paar maanden oud zijn, begint de tijd van opleren.Van Bunnik: 'Echte wedstrijdduiven vliegen afstanden van wel 500 kilometer, maar daar gaat veel oefening aan vooraf. In het begin oefen je met vijf kilometer, daarna tien kilometer en zo steeds verder, tot zij zelfs 50 of 60 kilometer met gemak aankunnen. Uiteindelijk hoop je natuurlijk dat zij kunnen meedoen met grote wedstrijden. De duiven worden losgelaten in Parijs of een andere stad en dan maar hopen dat zij als eerste jouw hok invliegen. Bij de ingang van het hok hangt een klok. Elke duif die naar binnen vliegt wordt zo geklokt op een bepaalde tijd. Onervaren duiven blijven nog weleens op het dak zitten, dan baal je enorm, want dat kost seconden, maar met de simpele woorden 'Kom maar' krijg ik ze meestal wel binnen'.

Tot op hoge leeftijd kan een duivenmelker van zijn sport genieten en meedoen binnen het verenigingsleven. Van Bunnik: 'Minimaal twee maal per week komen wij bijeen bij de Kinderboerderij in Bilthoven, nemen wij een bak koffie en kletsen wij over duiven. Momenteel zijn wij met 17 leden, dus als lezers interesse hebben in de duivensport, bij ons zijn zij van harte welkom'.